Naar Rotterdam..en terug |
2 September is weer een zaterdag. De buienradar geeft aan dat er geen
regen in de buurt is, en de weers-vooruitzichten geven ook aan dat het geen
onaardige dag kan worden. Ik heb voldoende om een tankje benzine er door
te jagen, dus, waarom niet ? Nu zijn er natuurlijk genoeg redenen te
bedenken om het 'waarom niet' een goede invulling te geven, maar daar
tegenover staat : motorrijden is leuk. Toch ? Dus worden de laarzen
opgepoetst, de helm gepakt en de handschoenen opgezocht, en wordt de hoes
van de CX gehaald. Sleutel in het contact en ..... niets. De motor gaat rond
en rond en rond, maar geen plofje, en helemaal geen duidelijk vroemmmmm!.
Dit is niet leuk. Nattigheid ? Opstijgend vocht vanonder de motor, onder
het dekzeil door ? Mogelijk, want de handvaten voelen sponzig aan. Wat te
doen. Nog eens proberen, maar ook een tweede, derde en vierde keer
leveren niet het gewenste resultaat op. Ik denk "shit" en de moed zakt me
in de laarzen. Wat nu ? Eerst maar eens een kopje koffie zetten. Ga ik
weg, dan is de thermos in elk geval klaar, lukt het niet, heb ik toch een
lekker kopje koffie. Dan nog eens proberen.
|
De startmotor trekt dapper
door, maar zonder resultaat. Ik begin een vage benzinelucht te ruiken en
ik denk 'dat is niet goed' Wat nu te doen ? 'Pijpsleutel 19' is m’n
volgende gedachte, en gewapend met nummer 19 en een lap kom ik bij de CX
terug. Rechter bougie komt er flink vochtig uit, logisch natuurlijk. De
bougie wordt schoongemaakt, en nu ik hem toch vast heb even flink
voorgewarmd in mijn hand. Even in de cilinder blazen, wie weet wordt het
wat schoner daarbinnen, en dan de bougie er weer in. Aan de linkerzijde
wordt de operatie herhaald. Zo, dat is ook weer klaar. Nu voorzichtig,
want de ervaring leert me dat mijn CX helemaal niet zo graag met volle
choke wil starten. Ergens in het midden lukt wel eens beter. Dus met de
choke op standje ergens in het midden wordt de startknop weer
ingedrukt. Ik wordt beloond met een paar bemoedigende ploffen. Er zit dus
toch leven in. Nog eens , en nu doorgaan.... Luid en duidelijk komt de
motor tot leven. Even slaat ‘ie nog af, maar nu is een korte druk op de
starter, en een flinke hap choke voldoende om een aantal luidruchtige
vroems aan het blok te ontlokken. Nu de CX weer wakker is, is het tijd om
hem te drinken te geven. Dus eerst maar even tanken, dan loopt 'ie ook
mooi even warm.
|
Terug van het tanken worden vrouw en kinderen tot ziens gewenst, wordt de
tas met het thermosje koffie en een boterhammetje gepakt, en wordt, het
blijft een oude motor, ook de trouwe 'nummer 19' met een poetsdoek aan de
standaarduitrusting toegevoegd. Beter mee verlegen als om verlegen, vind
ik. Het doel van de rit is Rotterdam. Daar moet ik een bezoekje afleggen,
maar dat is meer een doel voor de rit, als een reden voor de reis. De
echte reden is natuurlijk : lekker met de CX er op uit. Het is warm in
Ede, maar voor de zekerheid gaat er een trui mee in de tas.
|
Omdat de snelste route nu eenmaal over de snelweg gaat, en daar rustig
rijden eerder gevaarlijk dan ontspannen is, is er een route bepaald langs
de ‘80–kilometer’ wegen. En zo langzamerhand ken ik daar al een heel stuk
van, zeker de richting uit die ik nu ga. Alleen heb ik me nu voorgenomen
om toch te proberen om verkeersplein Ouderijn te vermijden. Ook al was het
de vorige keer goed gegaan, ik wilde nu toch wel eens weten HOE ik nu
zonder gebruik te maken van het plein aan de andere kant van de A27 en het
A’dam-Rijnkanaal kon komen.
|
Wageningen, Rhenen, het begint allemaal vertrouwd terrein te worden met de
CX. De N225 is eerder gedaan, en ook Elst heeft geen verrassingen. Monter
ga ik verder, door Amerongen heen, en door Leersum. De bedoeling is, om in
Doorn de N227 te nemen, en dan linksaf op de N229 naar Odijik te rijden en
daar te proberen om op de rondweg Houten te komen. Terwijl ik achter drie
auto’s bij een verkeerslicht sta, bedenk ik nog eens hoe het moet gaan.
Het licht gaat op groen, en wij allemaal trekken op. Eerste versnelling
gas erbij en dan ….. De eerste auto moet rechtsaf, een oprit op. De tweede
remt hard, de derde ook, en ik, met een meter of vijf tussen ruimte ben
ineens weer in Nieuwkoop, een dertig jaar geleden, waar in een vrijwel
gelijke situatie mijn MB5 over onvoldoende remvermogen beschikte, en pas
naast de voorligger tot stilstand kwam. Even slaat de angst me om het
hart, maar net zo snel rem ik. En meneer Honda heeft toch redelijk goede remmen op de CX
aangebracht. Reflexmatig stuur ik in de richting van de open ruimte, maar
ruim voordat ik die ruimte nodig heb sta ik stil, met meer dan genoeg
ruimte tussen het spatbord voor me, en mijn voorwiel. Dat weten we dus
ook, een noodstop gaat prima. Opgelucht, en met een diepe zucht, ga ik
weer verder. Door de bossen bij Doorn, en Doorn in. Eerste verkeerslicht
links, dat gaat, maar eerst even stoppen voor rood. Een overstekende
senior kijkt op, maar als ik geen aanstalten maak om hem omver te rijden
loopt hij door. Dan wordt het licht groen, en nagestaart door de man, ga
ik richting Langbroek. Ik grinnik stil. Op een CX heb je inderdaad veel
bekijks, hij was niet de eerste die even bleef staan.
|
De N227 eindigt, en ik ga de N229 op, richting Odijk/Utrecht. Het gaat
lekker, en na een tijdje zie ik een P-plaats. Ook al weet ik best dat de P
voor parkeren staat, toch roept de natuur, en moet ik even p.... En nu de
motor toch even stilstaat pak ik de trui uit de tas, en trek ik die snel
aan. Jas erover heen, en dat is veel beter. Het was toch vrij koud. Verder
gaat het weer, op zoek nu naar een afslag N410 of Houten. En ja hoor daar
is het al. Een smalle 60km weg naar Houten. Dit is niet de N410, maar wel
een mooie, rustige weg. Helaas blijkt het ook een bekende lokale weg te
zijn, want ondanks dat het zaterdag is, wordt ik drie keer ingehaald door
auto’s die de weg kennelijk heel goed kennen. Dat er ook kinderen op de
weg fietsen laat de autobestuurders kennelijk koud.
|
Zo bereik ik rustig
rijdend de rondweg Houten. En nu moet ik goed opletten, want moet ik nu
links of rechts om Houten heen. Ik stop bij een info-bord van Houten, en
neem de kaart erbij. Ik besluit tot linksom. Net als ik wil wegrijden
stopt er een scootertje naast me, en vraagt de bestuurder me of ik de weg
naar Schalkwijk weet. Niet zo direct, maar ik heb een kaart. Daarmee lukt
het. Nadat ik aan de twee berijders van het scootertje de weg naar
Schalkwijk heb gewezen, ga ik weer verder. Na amper twintig meter staat er
een groot ANWB bord met onder andere Schalkwijk aangegeven. Zo blind kan
een mens dus zijn. Levens grote letters, en toch niets zien.
|
De rondweg Houten is helemaal niet zoals ik me herinner. Het gaat
makkelijk, en ergens parallel aan het A’dam-Rijnkanaal verspringt de teller
naar 06000. Weer een mijlpaal bereikt, nu weet ik zeker dat ik meer dan
1000km met de motor heb gereden. Ik nader een driesprong met
verkeerslicht. Rechtdoor is ‘centrum/utrecht’ linksaf is ‘Utrecht A2 / ’s
Hertogenbosch A2’ Dus rechtdoor. En ja hoor, dit is duidelijk de rondweg
zoals ik me die herinner. Veel verkeerslichten, allemaal net niet snel
genoeg op elkaar reagerend. Net als ik helemaal stilsta voor rood, wordt
het groen. Dan is daar de afslag Nieuwegein, de N409. Dat is de weg die ik
volgens de kaart moet hebben, en die neem ik dus. Na een aantal minuten
sta ik voor het verkeerslicht van de N408.
|
Hier ken ik het weer een
beetje. Verderop, naar rechts, is de veiling, waar in het begin van de
jaren 80 van de vorige eeuw het startpunt was voor een door de KNMV
georganiseerde protest-rit naar Den Haag, tegen de afschaffing van een voor
motoren voordelige belastingmaatregel. Naar links gaat het naar
Nieuwegein, en daar ga ik ook naar toe.
|
Als het groen wordt gaat het weer
verder. Maar dan moet ik kiezen : Nieuwgein Z of O/N Ik weet het even
niet, en gok op Zuid. Het blijkt dat de gok niet helemaal goed was, en zo
kom ik niet direct op de N210 naar Schoonhoven. In plaats daarvan kom ik
weer op de Lekdijk. Bij mijn vorige rit over deze dijk was het mooi weer,
em prettig rijden. Nu is het grauw en grijs weer, en is de zon nergens te
bekennen. Waar Lopikerkapel staat aangegeven ga
ik de dijk af. De weg door Lopikerkapel en Uitweg is hartstikke leuk om te
rijden, zo zie je maar, ergens is er altijd wel een mooie weg. Ik vind het
jammer dat ik mijn camera weer vergeten ben. Deze weg is
uitstekend geschikt om te oefenen in bochten en draaien en wenden en al
die dingen die je gewoon af en toe even moet doen om de motor te
beheersen. Een hele dikke vrachtwagen die me tegemoet komt zou met een
auto niet te passeren zijn, maar de CX heeft er natuurlijk helemaal geen
moeite mee. En dan, bij een verkeerslicht is daar de N210. Toch gevonden,
denk ik tevreden als ik de CX verder stuur. Rustig, ook al is het wijdse
hollanse land zo grauw en mistroostig onder de grijze hemel, ga ik verder
met 80 km/u.
|
Dat niet iedereen rustig aan het rijden is merk ik een kilometer of vijf
voor Schoonhoven. Plots zie ik , schijnbaar uit het niets, ineens een
grijze bestelbus naast me. Naast me ? Jawel. De dubbele doorgetrokken
strepen worden ijverig genegeerd, en de maximale snelheid is ook voor
watjes. Hoofdschuddend kijk ik de bus na. De achterdeuren met een touw
vastgebonden, die konden net niet meer dicht. Waar deze hele toestand met
snel rijden voor nodig was weet ik niet, want even later sta ik achter de
bus te wachten, totdat we de rotonde vlak voor Schoonhaven over kunnen.
Even krijg ik de neiging om de knoop uit het touw te halen. De effecten
zouden wel eens heel ... verrassend ... kunnen zijn. Mijn goede opvoeding wint
het, maar toch jammer van de effecten.
|
Rechts af, en de bus gaat links. Mooi, weer een probleem minder. De N210
tussen Schoonhoven en Krimpen a/d IJssel is een bobbelige toestand. Als
iemand ooit eens zijn of haar schokdempers wil testen, dan kan het daar.
Mensen wat een toestand. De ene bobbel na de andere, en aan het einde
heb ik het gevoel dat mijn ingewanden nogal door elkaar geschud zijn, en
dat mijn ruggegraat 10 centimer korter is geworden. In Krimpen steekt de
weg de Hollandse IJssel over, en zo rij ik al gauw door Capelle aan den
IJssel. Hier is bijna het einde van de N210, en op een rotonde denk ik :
okee, nu ben ik er. Maar nee, ik doe het fout. Ik neem aan afslag te vroeg
rij Pr. Alexander binnen. Ik merk dat ik fout zit, maar ik heb geen idee
hoe en wat. Even maar verder, want er komt vast wel een hoofd-weg naar
links, en dan zal ik wel een bekend punt zien. Ik zie inderdaad een bekend
punt, een opvallende koepel die ik vanaf de A20 vaak zie. Terwijl ik onder
de A20 doorga kijk ik steeds beter uit naar die hoofdweg naar links. Daar
is 'ie nu naar...rechts? Afgesloten ? Gloeiende hier en daar! Wat is DAT
nu weer. Stoppen en de kaart erbij. Die geeft geen uitsluitsel, maar een bord
met A20 wel. Toch maar ? Ik kom dan wel waar ik wil wezen. En zo ga ik de
A20 op, en direct blijf ik op de afslag naar de A16. Deze weg ken ik wel, geen
probleem. Voorzichtig schuif ik rijbaan voor rijbaan naar rechts, om de
afslag nummer 25 niet te missen. Nu nog, langs daar en dan langs dat. In
mijn hoofd ga ik snel even de route na die ik moet nemen na het
verkeerslicht. Maar dat staat op ROOD. Stopppen !! Voor de tweede keer die
dag worden de remmen van de Honda beproefd, en ook nu sta ik, ondanks een
licht gezwabber van de motor, op tijd stil. Ik neem me voor om beter uit
te kijken.
|
Ik rij Rotterdam binnen en daar blijken de Wereldhavendagen
bezig te zijn. Tussen de drukte door ga ik naar de kop van Katendrecht,
waar ik de motor op de stoep neerzet. Zo. Dat was dat. Ik ben blij dat ik
niet met de auto ben gekomen, want dan was er niet te parkeren.
|
Een uurtje later stap ik weer op. Weer over de Erasmus brug, en terwijl ik
voor het verkeerslicht daar sta te wachtten kijk ik naar de brug. Het
lijkt toch echt op een man die z’n knieën tegen elkaar drukt omdat hij
zonodig moet. Op de brug wil een auto me inhalen. Maar er is echt geen
ruimte en hij moet iets terugzakken. Ik haal inwendig mijn schouders op,
en ga over de Boompjes en de Maasboulevard terug. Op het verkeersplein
onder de A16 weet ik nu de goede weg te vinden, en kom ik netjes op de N210
uit. Capelle, dan het verkeersplein waar ik de fout in ging, en dan de
IJssel over. Het gaat goed, alleen die donkere lucht. Als ik het maar
droog houdt. Tot Schoonhoven gaat het lekker, over de bobbelweg. Ik moet
iets rustiger aandoen, want de Honda doet af en toe 90. Wind in de rug,
denk ik, terwijl ik verder ga. Het gaat heel lekker, zo lekker dat ik een
liedje zing. Gelukkig hoort niemand het, want het zal best vals zijn
geweest.
|
Als ik langs Lopik rij zie ik een paar hele dikke druppels
vallen. Dan niets meer. Rij ik de regen mis ? Ik hoop het. Bij een
verkeerslicht voor Nieuwegein zie ik voor me een groepje motoren staan.
Harley-Davidson staat er op de jassen van de bestuurders. Er is ook een
Goldwing bij, en nog wat anders. En even later gaat de hele groep, net als
ik, over de A27. Meestal weet ik op zo’n moment waar ik ben, maar nu even
niet. En in Nieuwegein neem ik weer de verkeerde afslag, deze keer naar
Noord, terwijl ik, blijkt later, Oost had moeten nemen. Ook de Harley’s
gaan Noord, en zo rij ik met de groep mee. Voor een (alweer) verkeerslicht
staan een aantal van die motoren naast en achter me. Ik dacht dat de Honda
een luide motor had, maar het geluid van mijn CX is een veel beschaafder
dan het geluid van die Harley’s. Er zal wel een toertocht zijn geweest,
want alle andere motoren gaan op een gegeven moment rechtsaf. Ik niet, ik
weet nu wel waar ik ga uitkomen, namelijk bij de A12. En ja hoor, even
later is daar de afslag A12 naar Arnhem. Dan toch maar weer de snelweg op.
De minister had een tijd geleden besloten dat op sommige stukken snelweg
de snelheid omlaag moest, en de parallel banen rond Utrecht hebben
sindsdien een maximale toegestane snelheid van 80 km/h. Hoewel het niet
speciaal voor mij is gedaan, ben ik er toch blij mee.
|
En dan kom ik op de
echte A12, en hier is de max. 100. Laten we eens kijken hoe dat gaat.
Langzaam draai ik het gas verder open. 80, 90, 95. De Honda bromt
tevreden, nog iets verder dan. 100 Geeft de teller aan, en dat is even
genoeg voor me. Dit gaat niet slecht, dit gaat goed zelfs. Voordat ik
bij Driebergen de afrit kies, draai ik even naar 110. De CX trekt zich er
niets van aan. Die vind het best. Goed om te weten, denk ik, en onderaan
de afrit ga ik rechts. Weer een keuze te maken : Austerlitz of Arnhem. Als
ik in de rij voor Austerlitz sta, denk ik aan de weg bij Woudenberg,
Scherpenzeel en Renswoude. Nee, dat is niets. Naast me gaat het licht op
groen, en als de laatste auto voorbij is, ga ik ook. Zonder verdere
noemenswaardigheden kom ik in Doorn, en daar moet er wel even getankt
worden. Ik reken even uit het hoofd uit, 200 km en 11 liter, dat is
ongeveer 1:18. Dat moet beter kunnen. Alhoewel, er zitten wel heel erg
veel binnendoor-weggetjes in mijn ritten. In Amerongen vind een bestuurder
het nodig om met de auto achteruit de weg op te komen, vanaf de overkant
van de weg. En daarna is de vaart er helemaal uit. Deze bestuurder rijd 30
waar 50 mag, en 65 waar 80 mag. Ik rij ook vaak rustig, maar dit is wel
erg kalm. In Elst ga ik richting Veenendaal, en de auto voor me ook. Mijn
laatste hoop op een vlotte reis vervliegt als ook de laatse afslag binnen
Elst gepasseerd wordt. Dus als zij bij Veenendaal naar links gaat, ga ik naar rechts, de
N233 op. Voordat ik bij de nieuwe rondweg om Veenendaal ben komt een stoere
motorrijder nog even laten zien dat het best wel gaaf en geweldig is, om
met een klein kind achterop vijf, zes auto's in te halen, ook als er al een
tegenligger aankomt.... Via de nieuwe rondweg kom ik snel in de buurt van Ede. Dan door het Heestereng, waar nog een paar spatjes regen vallen, maar dat is amper noemenswaardig. En zo kom ik weer Ede binnen. |
Ik parkeer op het terrein bij de KVV Fortisimo. Hier speelt de DTS A2 met Martin een bekerwedstrijd. Het tochtje heeft veel meer tijd gekost dan ik van tevoren had bedacht, en ik ben pas gedurende de laatste 15 minuten aanwezig. DTS wint met 3-1, en na Martin en het team te hebben gefeliciteerd met de overwinning ga ik naar huis. Nu regent het een klein beetje, maar ik ben toch bijna thuis. En zo zet ik de CX weer op zijn vertrouwde plek achter het huis. Mooie rit, ondanks het niet al te beste weer. Misschien krijgen we nog een echte na-zomer! |