CX-TreffenSint Jansklooster 2006 |
En toen was het het weekend van het treffen in Sint Jansklooster. De hele
week was het onbestendig weer geweest, regen en bewolking wisselden elkaar
af, en omdat ik toch een beetje een mooi-weer rijder ben, was het afwachten
hoe het weer op zaterdag zou zijn. |
En dat viel heel erg mee. De buienradar op
www.buienradar.nl gaf aan dat er een
paar hele kleine buitjes vielen, maar niets waar ik heen ging. Ook
de vooruitzichten waren goed. Dus werd het gereedschap en droge, warme
sokken (je weet maar nooit) en een kaart in een oude tanktas gedaan, bovenop
een stapeltje boterhammen en vroeg in de morgen werd de CX gestart, en
vertrok ik naar het noorden.
|
Het heeft iets aparts om om vrijwel de enige op weg te zijn. De N304 naar
Apeldoorn was zo goed als verlaten, en het enige wat een beetje hinderlijk
was was de lage zon. Het stuk tussen Ede en Otterlo is een autoweg, 100
Km/h. Met de vers gestelde kleppen was dat natuurlijk een mooie gelegenheid.
Dus in de vijfde versnelling en langzaam opvoeren. Eerst 80 dan 85 :
geen problemen. Verder dan naar 90 en nog verder 95. De Honda ronkte
rustig door, de bomen schoten voorbij en de zon liet zich ook zien.
Even later was het 100 km/h. Het gevreesde kloppen en bonken was
verdwenen, alleen een trilling was er voor in de plaats gekomen, maar dat
wist ik al. Voor Otterlo eindigde de autoweg, en ging de snelheid terug
naar 80. Test geslaagd, concludeerde ik. De motor kan het aan. Maar ik was
niet zo heel zeker of de berijder het ook aankon. De afslag naar Hoenderloo
werd gepasseerd, Apeldoorn naderde. Om de westzijde van Apeldoorn heen, langs
het Loo, naar Wenum. |
Sommige plekjes herkende ik nog, van meer dan dertig jaar terug, toen
mijn moeder hier ergens op een camping een caravan had staan. Op een avond
reed ik van Bodegraven naar Wenum, en weer terug, op mijn Honda SS50
bromfietsje. Tja, je bent jong, en niets kan je dan tegenhouden. De
volgende ochtend moest ik wel weer gewoon werken.... |
In Vaassen werd ik langs de buitenrand gestuurd, maar wist vrij snel
al weer waar ik was. Emst was de volgende bekende naam, gevolgd door
Epe. Heerde en Wapenveld was ik nog nooit geweest, maar ik was ooit
eens in Hattem geweest. Of het had een grote indruk gemaakt, of het was
vrijwel niet verandert. Ik reed zo de IJseldijk op. En het was prachtig, om
de zon over de rivier in de verte te zien schijnen, de brug, het water en
de bootjes in het haventje. Vol goede moed reed ik verder, naar de oude
IJselbrug, en erover. |
Linksaf in Zwolle, naar het grote verkeersplein onder de A28. Daar de
bordjes Hasselt en/of N331 volgen, want dan, zo had ik uitgezocht kom ik
makkelijk in Zwartsluis, en vandaar is Sint Jansklooster maar een
steenworp verder. Maar Zwolle heeft een hele nieuwe stadswijk, die ik nog nooit gezien had. Stadhagen heette het daar, en de N331 is er niet, of ligt ergens anders of is weggehaald of verplaatst. In plaats van rustig een N331 te volgen werd ik alle kanten opgestuurd. Scherpe bochten, met zand en modder op de weg. Geen prettig wegdek voor een motorfiets, vond ik. Even ging het bijna mis, toen ik ineens richtingborden naar Mastenbroek zag staan, en geen enkele naar Hasselt. Een beetje terug kon ik de juiste weg weer oppakken, en kwam ik toch op de gezochte N331 uit. Achter een grote vrachtwagen, dat wel, maar die reed toch harder dan ik. |
In Zwartsluis stond Sint Jansklooster goed aangegeven. Even verderop
waren de bordjes met CX-V al, en zo reed ik om ongeveer tien uur in
de ochtend het treffen-terrein op, waar ik door een aantal CX-ers
hartelijk welkom werd geheten. Inschrijven, koffie, en de entree-foto.
En wat gaan we nu doen ? |
Op het terrein van het CX-Treffen was niet veel te doen. Her– en der waren motorrijders bezig om te ontbijten, over hun motor aan het praten, of gewoon, een beetje aan het rondlopen. Ik schoof aan, met een bekertje koffie, onder de grote partytent, bij een groepje wat elkaar al veel en veel langer kende. Ik sluit me niet zo gemakkelijk aan bij anderen (maar dat is een ander verhaal ), dus toen iedereen zijn of haar weegs ging, zat ik daar nog. Wat rondlopend over het camping terrein ving ik op dat er een aantal naar de oldtimerdag in Ruinerwold zouden gaan. Samen met Hugo en nog iemand ging ik dus ook naar Ruinerwold. Eerst tanken in Zwartsluis. Daar kreeg Hugo zijn CX niet meer aan de gang, die moest eerst afkoelen. Dat schijn een vervelend trekje van sommige CX-en te zijn, niet meer starten vlak na het afzetten. Ikzelf kreeg een probleem met de tanktas. Ik had mijn oude tanktas, een overblijfsel van de Honda CB550 K3 dagen, met kunst- en vliegwerk op mijn CX had bevestigd. Een oude leren riem, iets verlengd met een tweede riempje, en een nylon draagband van een tas hielden de boel op de plaats, dus op de tank. Voor het tanken echter, moest de boel los, en toen ik daarna de tas weer wilde vastzetten, brak één van de leren riempjes. Ouderdom, want dat riempje was ook meer dan 25 jaar oud. Terwijl Hugo stond te wachten totdat zijn motor wat was afgekoeld, worstelde ik met de overblijfselen van de twee riempjes, om er toch weer een redelijk geheel van te maken. Het aanslaan van Hugo’s motor viel vrijwel samen met een zucht van mij, omdat de tas weer een beetje op zijn plaats bleef zitten. En zo klommen we weer op de motor, richting Ruinerwold. De tocht ging langs het Meppelerdiep, over de N334 en de N375 naar Meppel. En het was een prachtige dag om te motorrijden, zo prachtig, dat ik af en toe even vergat dat ik niet sneller wilde gaan dan 80. Meppel lieten we rechts liggen, en de A28 werd overgestoken. Hier kende ik het een beetje, dit was de weg naar Ruinen, waar mijn zoon Roelof vroeger logeerde. De afslag Ruinerwold werd genomen, en plotseling werd duidelijk dat we op de route van de een of andere optocht waren aangekomen. We zagen mensen voor hun huis zitten, en anderen liepen druk heen en weer met tuinstoeltjes om zitjes langs de kant van de weg te maken. Kort daarop kwam ons een motoragent tegemoet, die ons en alle andere verkeer naar de kant wenkte. Daar staan we dan, ergens langs de kant van de weg. |
Achter ons stoppen twee oude Zundapp motorfietsen. Ook al is mijn CX 27 jaar oud, deze motoren zijn nog ouder. Van voren, uit de richting Ruinerwold komt een vrijwel onafzienbare stoet oude tractoren. Rode, blauwe, groene, grote, kleine tractoren, maar allemaal erg oud, sommigen zelfs heel erg oud. Toch doen ze het nog allemaal. Een heel mooi gezicht, en zeker omdat we toch eigenlijk eerste rang staan, zo langs de kant van de weg. Als het gebrul even ophoud gaan we verder, maar oeps! Het was nog niet over. Ik houd halt, maar Hugo ziet een gaatje en schiet erdoor. Een tweede rij van tractoren rijd langs. Achter me, en dan naast en voor me zie ik ineens een aantal CX-en, en één of twee Goldwings. Dat zullen ook wel SJK-ers zijn. Ik herken de motoren. Zo gaat dat, ik herken motoren, maar mensen niet. Ik besluit, nadat de nu werkelijk laatste tractor voorbij is, me bij hen aan te sluiten. Zo kom ik dan toch in Ruinerwold. Auto’s parkeren linksaf, motoren kunnen gewoon rechtdoor. Wanneer we bij elkaar op een grasveldje staan, weet ik weer wat me nou de hele tijd al een beetje dwars zat. De meeste motoren hebben een top- of zijkoffer, en daar verdwijnen jassen en handschoenen en helmen in, en hups, de zaak gaat op slot. Klaar. Ik heb dat niet, en als ik mijn spullen in de tanktas laat zitten, vind ik ze dan straks nog wel terug ? Ik had die tas gewoon op het terrein in SJK moeten laten staan, klaar en over. Niet aan gedacht, en daar sta je dan. Terwijl de anderen naar het gedoe in Ruinerwold lopen, blijf ik bij de motor, en neem maar vast een boterhammetje. Het is mooi weer, en ik zie het wel. |
Even later stap ik weer op de motor. Terug naar SJK lijkt me de beste
oplossing. Ik neem een iets andere weg, en vanwege de warmte rijdt ik zonder
handschoenen, en met open jas. Kan eigenlijk best, wat het is een 30Km
zone. Pas bij Meppel wordt het weer 80, en daar gaat de jas dan ook
dicht, en de handschoenen weer aan. Langs Meppel naar Zwartsluis, en
onderweg is genoeg te zien. Een ooievaar op een karrenwiel, een zeiljachtje
op het water, en de bomen die zacht staan te wiegen langs de kant van de
weg. Een auto met veel haast haalt me in, maar ik vind het allemaal best,
en rij rustig door. Zwartsluis, de dijk op, en daar zijn de bordjes
CX-V alweer. Voor de tweede keer deze dag rij ik het terrein op.
Na een uitgebreid kopje koffie, en nog eentje ging ik eerst maar eens kijken wat er voor motoren nog op het terrein stonden. Op de achtergrond luisterde ik mee, en mengde me op een gegeven moment in een gesprek wat over van alles en nog wat ging. Sterke verhalen, stoere verhalen, maar vooral motor verhalen. Uiteindelijk raak ik in gesprek met Hans W. uit Hardenberg, die net als ik alleen voor de zaterdag naar SJK was gekomen. Het is een heel prettig gesprek, maar ik heb na een tijdje toch het idee dat ik beter naar huis kan gaan, als ik nog droog thuis wil komen. Ik neem afscheid van Hans, maar voordat ik wegga loop ik nog even bij ‘Ouwe jan’ langs. Ouwe Jan had in de groep gezegd, ‘als je in SJK komt, kom dan even langs’ Zo gezegd, zo gedaan. Ook hij vind dat het best een goede koop is geweest, die CX. Ondanks, of dankzij, tegenstrijdige adviezen, die van links en recht zijn gekomen, besluit ik geen olie te halen, en gewoon naar huis te rijden. |
Het was mijn eerste ervaring met een Treffen, en ik weet nog niet zeker
of ik volgend jaar weer ga. Maar dat zien we volgend jaar wel weer.
|
Wat heb ik nou geleerd op het Treffen in SJK ?
Tja....... |
Al met al is er een hoop gepraat, maar heeft niemand echt uitsluitsel
gegeven. Aardige motor, en verder ....
Deze avond was er heideweek-optocht in Ede, en daar wilde ik bij zijn. Dus
om een uur of drie werd de CX gestart, en naar een laatste zwaai naar
degene die nog niet weggingen werd de koers naar huis ingezet. Het was
merkbaar drukker dan ‘s ochtends vroeg, want op de dijk tussen SJK en
Zwartsluis werd ik al ingehaald door twee auto’s die vonden dan 100
op een 80 km weg best moet kunnen. Vlak voor Zwartsluis begon het te
regenen. Een paar dikke druppels tegen mijn helm, en het zag er even
dreigend en vooral nat uit. Maar op de weg naar Hasselt was de nattigheid
verdwenen, alleen was het duidelijk dat er wel een flinke bui was
gevallen. De weg zag glimmend van het water. Een beetje voorzichtig
aan maar, dacht ik bij mezelf. |
Hasselt, richting Zwolle. En over de N331 langs Stadshagen. Toen ik na
het draaien en zwenken eindelijk in de richting Hattem reed, over de
oude IJselbrug, zat ik achter twee motoren, die dezelfde kant uitgingen
als ik. Merkwaardig genoeg reden die nog rustiger als ik. In Heerde
gingen beiden een andere kant uit, en ik had de weg weer voor me alleen.
Nou ja, alleen, ik en een helehoop auto’s dus. |
Epe, Emst, Vaassen. De weg terug was niet zo prettig als dezelfde weg heen. Bij Vaassen raakte ik even uit de koers. Op een carpoolplaats, vlak tegen de A50 aan stopte ik even. Tijd om even uit te zoeken waar ik was, een koffie uit de thermos te halen, en even uitrusten. Volgens de kaart was ik iets te ver gereden, en moest ik een beetje terug. Na een kwartiertje deed ik dat dus maar. En inderdaad, bordjes met Apeldoorn verschenen, en al snel was ik weer op de goede weg. Apeldoorn door, en in tegenstelling tot vanmorgen werken de verkeerslichten niet allemaal even hard mee. Maakt niet uit, denk ik, tijd zat. Als ik Apeldoorn uitrij, op de N304 alweer, begin ik aan het laatste stuk van de reis. Ik begin een beetje moe te worden. De leeftijd ? het drukke verkeer ? of ben ik het motorrijden helemaal ontwend, ? Of , wat ook kan, vind ik het niet leuk meer en verveel ik me ? Met deze door elkaar spelende gedachten kom ik in Ede aan. De rit door de bossen was weer heel mooi, en het is niet iets wat je met een auto ook ‘zo even’ doet. Met een motor wel. Dat is een heel verschil. Maar, pas ik wel bij de CX, pas ik nog wel bij een motor.... ? |