Motorzegening in Grubbenvorst |
MC 't Murke, de motorclub uit het schilderachtige plaatsje Grubbenvorst in het
Limburgse land, heeft een lange traditie volgens welke er elk jaar in het
voorjaar een speciale motorzegening door de Pastoor plaats vind. In de loop
der jaren is dit gebeuren uitgegroeid tot een motor-happening van respectabele
omvang, waar de een voor de motoren, de ander voor de gezelligheid, en soms
ook nog iemand speciaal voor de zegen komt.
| |
Coen, Lieke, Michael en Maria hadden het goede idee om dat weekend door te
brengen op de camping 'California', amper drie kilometer van het centrum van
Grubbenvorst vandaan. Voor mijzelf vond ik dat een minder goed idee, en daarom
had ik me voorgenomen om gewoon de amper honderd kilometer op de CX af te
leggen. Nu kun je jezelf dat wel voornemen, maar als de regen voorspelling
voor die dag een ruime hoeveelheid neerslag laat zien, dan is het wel twee
keer achter de oren krabben om daadwerkelijk ook op te stappen en te gaan
rijden. Maar toch, die paar buien die verwacht werden, dat zou geen probleem
moeten zijn.
| |
Zondag morgen werd even snel de buienradar voor een laatste maal geraadpleegd,
evenals dat aloude instrument, bekend onder de naam
'laten-we-eens-kijken-hoe-het-eruitziet'. De regenradar op internet was
sombertjes met zijn voorspelling, de blik naar buiten zag er minder dreigend
uit. Ondanks de bewezen goede bescherming tegen regen van de Polaris kuip ging
de extra regenjas toch over het dikke pak heen. Een regenbroek zat in de
motorbroek, de laarzen waren redelijk nieuw en vermoedelijk geheel waterdicht,
en de “Rode Rakker” stond afgetankt en wel achter het huis. Tijd om te
vertrekken. Om tien voor half tien werd de motor gestart, en begon ik aan de
rit naar Grubbenvorst. De bedoeling was om ongeveer half elf aan te komen op
de camping, om daar eerst een kopje koffie te doen, en dan met de aanwezige
motoren ter zegening te trekken.
| |
Ik heb een hekel aan de A50. Snelwegrijden is toch al niet mijn grootste hobby,
maar meestal is het wel te doen. Maar het stukje A50 tussen de brug over de
Rijn tot voorbij de oprit van de A73, dat stuk blijf ik vervelend rijden
vinden. Nu was er natuurlijk wel de mogelijkheid om geheel 'binnendoor' te
rijden, via Nijmegen, maar 'binnendoor' duurde bijna twee uren, terwijl de
snelweg, slechts 2 kilometer korter, amper één uur reistijd vergde. Dus toch
maar de A50, ondanks de in- en uitvoeg gebeurtenissen die dat stuk weg rijk is.
| |
Droog was het ook niet bepaald. Toegegeven, er was geen heftige regenbui, maar
om dat gemis goed te maken was er wel een constant gemiezer, net voldoende om
hinderlijk te zijn,. Maar te weinig om van een regenbui te spreken, voorlopig
in elk geval. De nieuwe afrit naar de A73 werd in een heel rustig tempo
genomen, evenals de volgende bocht, het vervolg van de A73 naar het zuiden. En
toen was er het einde van de 120km/u , en het begin van de 130km/u. Zal ik? Of
toch maar niet? Ietsjes gas ging erbij, en toen ik geen rare trillingen en
bewegingen merkte, en de motor niet de neiging kreeg om uit elkaar te spatten,
ging er nog wat bij, en nog wat.......
| |
De TomTom gaf later aan dat ik 129 echte kilometers had gehaald, en nog was
deze CX niet aan het einde van zijn kunnen. Ik wel een beetje, dus er werd een
snelheid van ongeveer 125km/u aangehouden, en dat was snel zat, vond ik. Een
aantal kilometers wegdek zag er natter uit, dus daar werd met een aangepaste
snelheid gereden, maar waar het kon, ging het gas weer een eindje open, en
vlogen de kilometers weg onder de banden.
| |
De afslag Horst werd door de TomTom aangegeven, en een minuut of wat later
bereikte ik de Camping. Waar ik een hartelijk welkom kreeg. Nu was het
belangrijkste om de motor stevig neer te zetten op het gras en daarvoor had ik
de neerzet-plaatjes bij me. Het aluminium plaatje werd onder de jiffy
gemanoeuvreerd , en dat was dat.
| |
... om de motor stevig neer te zetten ... | |
Na een ruime drie kwartier babbelen en koffie werd het tijd om op te breken,
en naar Grubbenvorst te gaan. En toen ging het bijna fout. Voor de zekerheid
heb ik, zodra ik wat verder weg ga, een snelbinder om mijn koffers heen. De
regen was vrijwel gestopt, dus de regenjas was niet meer nodig, die werd in de
linker koffer gestopt, en daarna werd de koffer dichtgedaan, en de snelbinder
weer vastgezet. Ik moest wel een beetje die snelbinder om de koffer heen
trekken om zo weer vast te kunnen zetten aan het kofferrek en ik vergat om de
motor vast te houden. Nog net op tijd wist ik het kofferrek te grijpen, net
voordat de motor een duik zou maken naar rechts.......
| |
Twee tellen voordat Stephanie, Lieke en ik zouden vertrekken werd er door
Werner gebeld. Hij had op ons 'vaste' plekje geparkeerd, en ruimte over
gehouden voor drie of vier motoren, en of we al gauw kwamen. Aangezien we op
het punt stonden om weg te rijden was het snel komen geen probleem. Camping af,
en zelfs zonder de TomTom in te stellen op het Pastoor Vullingsplein waren we
er binnen tien minuten.
| |
Cosmar, Werner en Chantal hadden zo ruim geparkeerd dat er, nadat ze de
motoren ietsjes hadden opgeschoven, voldoende ruimte was voor de Rebel, de
Silverwing en de CX. Cosmar was op de BMW gekomen, Chantal op de CX en Werner
op zijn grote witte Goldwing. Ook Joep's motor stond in het rijtje, en toen
een half uurtje later ook Michael zich er nog bij wist te plaatsen was de
CX-club prominent vertegenwoordigd.
| |
... voldoende ruimte ... | |
Het was, zo merkte ik tijdens een rondje om het plein, lang zo druk niet als
voorgaande keren. Veel motorrijders waren thuisgebleven, teruggeschrokken door
het vooruitzicht om hun mooie machines nat te laten worden door de regen. Maar
langzaam ging de regen over, en kwamen er toch meer en meer mensen het
pleintje opgelopen of gereden.
| |
Na een rondje of twee, en een broodje bij één der kramen, was ik weer terug
bij de motoren. En of het nu het nog steeds wat druilerige weer was, het
broodje, of de ongelofelijke hoeveelheid decibels die de 'muziek' produceerde,
ik weet het niet, maar ik voelde me helemaal niet goed worden. In de
achterzaal van "De Oosterse Zwaan" die als opslagruimte was ingericht zocht ik
een plekje aan de oude tafel, en een oude stoel. Even de ogen dicht, even
bijkomen.
| |
Ondanks bij pogingen om er niet al te beroerd uit te zien kwamen er toch
mensen vragen of ik me wel goed voelde. De eerst geloofde me toen ik zei dat
het wel ging, maar de tweede vond het toch een stuk beter om even de EHBO te
waarschuwen. En zo kwam ik Harald weer tegen, de EHBO-er die jaren geleden mij
al eens uit een stress-moment had gehaald. Toen hij hoorde dat er iemand in
een hoekje zat die zich niet goed voelde had hij maar één vraag: "heeft 'ie
een snor?" en toen wist hij dat het om dezelfde persoon ging als een paar jaar
terug.
| |
Harald had mijn rode CX al zien staan en had al naar me uitgekeken. Hij wist
waar mijn motor stond, dus hij wist ook waar de CX-ers stonden, en dat
scheelde weer een hoop uitleg. Terwijl John, een andere EHBO-er even bij mij
bleef ging Harald op pad om Lieke en Coen erbij te halen. Met een glaasje
water erbij, en de steun van Lieke en Coen ging het even later wel weer. Toch
duurde het wel eventjes voordat ik weer een beetje mezelf geworden was. Maar
uiteindelijk was ik weer zover bijgekomen dat Harald weer vertrok, en ik met
mijn CX-vrienden naar buiten stapte, waar de Pastoor net met zijn Mis begonnen
was.
| |
Ik ben geen echte kerkganger, maar ging toch wel naar de Pastoor luisteren,
die vorige keren ook al mooie teksten had. Er komt bij zo'n Mis veel kijken
wat ik niet kan volgen, maar in deze Mis zat iets wat ik heel goed kon volgen.
In zijn gebed vermelde de Pastoor "motorrijder Theo Jansen uit Bennekom, lid
van de CX club" en dat kwam wel even aan. Want bij onze Theo was een
onbehandelbare vorm van kanker geconstateerd, en er werd niet meer gesproken
van weken, maar van dagen die hij nog te leven had. En ik was echt niet te
groot om even een zakdoek te gebruiken om mijn ogen droog te vegen. Ik hoorde
even later van Michael dat hij naar de Pastoor was geweest, en hier om
gevraagd had.
| |
Na dit emotionele moment was het al snel de tijd om de motoren, en hun
berijders, te laten zegenen. Nu er niet zo heel erg veel belangstellende
gekomen waren zou het ook niet zo heel lang duren. Toch stonden Michael, Lieke,
Stephanie en ik wel eventjes in de rij, maar ach, we werden effectief gezegend,
met een paar druppels wijwater over de motor heen.
| |
... in de rij ... | |
Daarna moesten we wel weer proberen om Grubbenvorst te verlaten, en dat bleek
niet mee te vallen. Net buiten Grubbenvorst is er bij een rotonde een afslag
van de Lottumse weg, weer richting Grubbenvorst, en in de richting van de
Camping. Maar evenals twee jaar geleden was in het nabij gelegen Horst de
"Truck-Run" bezig, de die ging eerst Grubbenvorst in, draaiode om bij een
rotonde, en ging daarna via dezelfde Lottumseweg ook Grubbenvorst weer uit. De
verkeersregelaar die ons tegenhield zei dat het maar een half uur zou
duren.....
| |
Nee, dat leek me geen goed idee. Dus werd er omgekeerd en werd er een weg
gezocht om die truckrunners heen. Dat lukte wonderwel goed, met een beetje
gokken, een beetje TomTom en een beetje bochtjes draaien.
Zo kwamen we weer op de camping aan, waar met gezwinde spoed koffie gezet
werd. Helaas alleen bij Michael en Maria, want Coen, die met de auto in
Grubbenvorst vastzat in verband met de "TruckRun" had de sleutels van de
caravan bij zich. Pas later, toen wij de koffie al lang ophadden, kwam de
bekende Volvo de camping opdraaien.
| |
De zon scheen, er was geen regen te bekennen, en ik vond het tijd om weer
huiswaarts te keren. Na een hartelijk afscheid van iedereen reed ik weg,
TomTom achterna, hoewel ik denk dat ik het zonder dat machientje ook wel
gevonden zou hebben. Toch maar over de snelweg, althans het grootste gedeelte.
Bij de afrit Oosterbeek vond ik het genoeg, en via Heelsum en Bennekom reed ik
de laatste kilometers rustigjes naar huis toe. De her-berekening van TomTom
gaf aan dat het wel vier hele minuten langzamer was. In Ede werd de motor na
het uurtje rijden weer achter het huis geplaatst, en dat was dat.
| |
TomTom gaf aan dat ik deze dag de 129 'echte' kilometers per uur had gehaald.
Op mijn teller zal dat een ruime 135 zijn geweest. Zo schiet je wel op.
De carburateurs hadden zich goed gehouden deze dag, de hele dag geen drupje
verloren. Zou het dan toch nog goed komen met die gas-fabriekjes ?
| |
|