Een motorzegening met de E.O. |
De motorzegening in Grubbenvorst begon voor mij deze keer al vroeg, in
januari. Kijkend door het gastenboek van MC 't Murke, de club die deze
grootste motorzegening van Nederland elk jaar organiseert, las ik een
berichtje.
| ||
| ||
Zou dat iets voor mij zijn? Ik heb een bijzonder verhaal, misschien wel twee
of meer, en ik ben geraakt door iets tijdens een eerdere motorzegening. Ik kon
er natuurlijk eens een mailtje aan wagen.
| ||
Het duurde eventjes voordat er een reactie kwam, maar, zo mailde men mij,
excuses voor de late reactie, en u hoort meer van ons. Een maand later, ik zat
net weer eens achter de computer mijn motorlogboek bij te werken, kwam er een
mailtje. Of ze mij, geheel vrijblijvend uiteraard, een paar vragen mochten
stellen over de motorzegening en hoe ik dat ervaar. Met een telefoonnummer
erbij. En omdat ik toch bij een telefoon zat belde ik onmiddellijk terug. Ik
kreeg Lisa, een redacteur van het programma 'Geloof en 'n hoop liefde' aan de
telefoon, die een beetje verbaasd was dat ik direct terug belde. Een heel
prettige telefonische kennismaking volgde, maar, natuurlijk geheel
vrijblijvend, want er hadden zich nog meer kandidaten gemeld, die ook een
speciaal verhaal over de motorzegening hadden. Met als slot het bekende 'u
hoort van ons.' En inderdaad hoorde ik van de EO. Er volgde een prettig
kennismakingsgesprek bij mij thuis met één van de programmamakers van de EO,
en een paar dagen later een telefoontje: we zouden het fijn vinden als we je
die dag mogen volgen tijdens de motorzegening.
| ||
En zo was ik dan de hoofdpersoon geworden in een item van 'Geloof en 'n hoop
liefde', wat twee weken na de zegening, op vrijdag 8 mei om 17_05
op NPO2 uitgezonden zou worden. Ik maakte me weinig zorgen, immers, de 'Rode Rakker'
was in goede conditie, zijn baasje ook, en het weer hebben we toch niet in de
hand. Wel ging er een mailtje naar de Berendsen, want Coen, Lieke, Michael en
Maria stonden weer op de camping 'Californië' in Grubbenvorst, en om ze nou
ineens met een camera te overvallen leek me niet geheel wenselijk.
| ||
Zo werd het dan de 26ste april. De vooruitzichten wat het weer trof waren
ietwat regenachtig, maar ook waren er perioden met zon voorzien. Dat kon dus
best wat worden. Lisa, een redacteur van het programma, zou samen met Anne,
degene die de opnamen zou maken, om half negen langskomen, maar waren er al om
kwart over acht. Dit, zo vertelden ze me, in verband met voorbereidende
werkzaamheden. Ieder z'n vak, dacht ik, en liet de beide dames hun
werkzaamheden voorbereiden, terwijl ikzelf nog een kopje thee nam.
| ||
Ik had er al rekening mee gehouden, maar als je op zo'n dag gevolgd wordt door
de televisie, dan kan het voorkomen dat je twee of drie maal hetzelfde doet,
zodat wat normaal vijf minuten duurt nu ineens tot een kwartier kan uitlopen.
Tweemaal de laarzen aandoen, bijvoorbeeld, en driemaal bij huis wegrijden,
allemaal om dat ene goede 'shot' te krijgen. Een extra stop en omweg bij een
tankstation in Ede, om een 'langsrij' moment op het beeld te krijgen. Allemaal
om goede televisie te maken. Ik kon het wel waarderen, zo'n kijkje in de
keuken van een programma.
| ||
Nadat ik het tankstation een tweede keer gepasseerd had nam ik de A12 als
eerste stap op weg naar Grubbenvorst. Ik had afgesproken het eerste stuk niet
al te snel te rijden, want er moesten natuurlijk ook beelden van mij zijn
terwijl ik onderweg was, en ze moesten wel met camera en al instappen in een
klein auto-tje. En dat had steeds nogal wat voeten in de aarde, met de hele
stellage om het middel en op de schouder.
| ||
Al voor de afslag naar de A50 werd ik ingehaald door hun auto, duidelijk
zichtbaar aan de camera die door het open zijraam op mij gericht was. Op de
A50 gebeurde dat nog een keertje, en toen reden ze door om, zo hoorde ik later,
toch wat eerder dan ik op de camping in Grubbenvorst aan te komen.
| ||
De weg naar Grubbenvorst ging over van de A50 in de A73, en daar, net voorbij
Nijmegen, was de maximum snelheid niet langer 120 km/u maar zelfs 130 km/u.
Met de auto zou ik daar niet over nadenken, en simpelweg het gaspedaal iets
verder indrukken. Maar met de motor, en vooral met deze toch wat oudere motor
was het een kwestie van verschillende factoren. Hoe was de wind, hoe zag de
weg eruit? Was er veel verkeer en hoe hard reed dat? En vooral, hoe voelt de
motor aan?
| ||
Onder me draaide het CX-blok rustig zijn 6000 of meer rondjes per minuut. De
banden waren goed, het verkeer rustig, de wind zwak. Laten we maar eens een
tikje harder gaan. En zo zat ik niet veel later op 130km/u, en, toen ik even
niet oplette, heb ik volgens de TomTom zelfs de 134 eventjes gehaald. Het ging
lekker, de zon scheen zwak, en er was niets aan de hand.
| ||
Er was weer een vrachtauto om in te halen. Kijken, richting aanwijzer uit,
beetje gas bij en daar gebeurde ineens iets onverwachts. In plaats van het
oplopen van het toerental, met de daarbij behorende snelheid verhoging daalde
het toerental, viel het geluid uit het blok geheel weg, en begon de motor
vaart te minderen. Mijn eerste zorg was om veilig op de vluchtstrook te komen.
Er was, gelukkig, op dit stuk weg erg weinig verkeer. Het knipperlicht werkte
ook nog, dus er was nog stroom voldoende. Dus ging het knipperlicht naar
rechts aan, en zo snel mogelijk schoof ik op in de richting van de
vluchtstrook. Terwijl ik van de rijbaan naar de vluchtstrook wisselde ging het
knipperlicht uit, en de alarmlichten werden ingeschakeld. Zonder vermogen, met
ingeknepen koppeling rolde de CX nog een paar honderd meter door, totdat ik
tot stilstand kwam een de kant van die snelweg, de A73.
| ||
Ondanks de langskomende auto's over de snelweg was het erg stil, een stilte
die hoofdzakelijk veroorzaakt werd door de afwezigheid van het geluid van mijn
CX. Er was iets aan de hand, maar wat dan? Als beide cilinders in één keer
uitvallen dan wijst dat meestal op een storing in de ontsteking. Dus werd het
zadel losgehaald om bij de daaronder liggende CDI-unit te komen. Die voelde
een beetje warm aan. Defect? Misschien, maar had ik nog een reserve bij me,
was de volgende vraag. Helaas, aan het begin van de winter had ik de CX
ontdaan van alle zaken die niet in een motor behoren rond te slingeren, en
bijna alle reserve onderdelen die ik pleeg mee te slepen in de hoop ze nooit
nodig te hebben. Alleen een extra stel gaskabels was in de kuip achtergebleven,
en de reserve CDI, die normaal in het gereedschapsvakje achter het zadel ligt,
lag nu nutteloos thuis in de schuur.
| ||
Even dacht ik aan Anne en Lisa, die op de voor mij nu zo onbereikbare camping
te Grubbenvorst nu op me zouden wachten. Zo zou het niet lukken met hun
televisie programma. Met meer hoop dan geloof en liefde drukte ik toch nog
eens de startknop in, en direct startte de CX. Huh? Doet 'ie het weer?Niet te
lang over nadenken, was mijn idee, wees blij dat 'ie het weer doet. Het zadel
werd weer geplaatst en verder ging ik in de richting van die nu weer
bereikbare camping. Onderweg piekerde ik wel over dat onverklaarbare uitvallen
van de motor, maar omdat er verder niets gebeurde besloot ik er niet al te
veel aandacht aan te besteden. Motorrijden vergt al een heel groot deel van de
aandacht.
| ||
Bij Horst vond de TomTom het nodig me de A73 af te sturen. Vaag kon ik me
herinneren dat het de vorige keer ook zo was geweest, en dat de beste afslag
volgens de TomTom deze afslag 'Horst' was, en niet de iets verder liggende
afslag 'Grubbenvorst'. Hoe het ook zij, een paar minuten later reed ik de
camping op, waar ik in de verte Anne en Lisa naast de caravans van Berends en
Roes bezig zag hun spullen uit de auto te halen. Lisa kwam direct op me af,
ijverig beduidend dat ik even moest wachtten.
| ||
Een minuutje of wat later kon ik de camping oprijden, langs de camera, en de
motor neerzetten naast de caravan van de Berends. De ontvangst was, zoals
gewoonlijk, hartelijk en kennelijk in één keer goed, want er kwam geen
verzoekje om het nogmaals te doen. Tijd voor meer begroetingen, en vooral ook
tijd voor de eerste verhalen, en uitwisseling van nieuwtjes. Lisa en Anne
waren ook net aangekomen, hoorde ik, wat me eigenlijk een beetje verbaasde,
want mijn motorstoring had me toch zeker vijf minuten vertraging opgeleverd.
| ||
... naast de caravan van de Berends ... | ||
Ik vertelde over het uitvallen van de CX-motor, maar noch Coen, noch Michael
hadden een idee wat er aan de hand geweest zou kunnen zijn. En ja, hij deed
het weer, dus waarom zouden we zoeken naar iets wat al weer over was? De tijd
werd gewijd aan belangrijkere zaken, zoals daar waren de koffie en thee.
| ||
Maar we waren hier niet voor de lol, er moest ook gewerkt worden.
Motorzegeningen staan niet zomaar klant en klaar op de camera. Met Anne en
haar camera achterop reed ik een rondje, de camping af, klein stukje weg, en
weer terug. En het wegrijden naar de zegening toe werd ook strak
georganiseerd. Eerst reed ik alleen de camping af, daarna de anderen. Toen was
het wachten totdat de camera zich in Grubbenvorst bevond, voordat wij een
seintje kregen van: we zijn er kom maar hierheen.
| ||
Vanwege het aantal benodigde plaatsen op het aantal beschikbare motoren had ik
een passagiere: Kaithlyn. Ik kon merken dat zij gewend was om achterop te
zitten, en geen onverwachte bewegingen te maken, want ik merkte er nauwelijks
iets van. Vanaf de camping naar het Pastoor Vullinghsplein in Grubbenvorst was
minder dan tien minuten rijden. De laatste honderd meters keek ik uit naar
Lisa, of Anna met haar camera, maar ik zag ze niet staan.
| ||
Op het plein probeerde een Murkenaar van de organisatie ons over te halen om
vooral toch het plein op te rijden, om rond de feesttent de motoren neer te
zetten. Ik heb daar een slechte ervaring mee, en vertelde dat dan ook. Nee,
het plein op, dat ging niet, maar daar, voor 'de Oosterse Zwaan', dat was een
heel erg geschikt plekje voor mij en mijn mederijders. Daar stond ook een grote
publiekstrekker, de CX-rat van Werner, die al weer ijverig bezig was de show
te stelen.
| ||
... de CX-rat ... | ||
Onze vier motoren werden dus ook voor 'de Oosterse Zwaan' geparkeerd, en nadat
de helm was afgezet, en de motor op zijn middenpootje was gehesen was het tijd
om rond te kijken waar iedereen was, in het bijzonder het team van de EO. Die
waren snel gevonden, want ze stonden op het hoekje van het plein, vlakbij onze
parkeerplek. Daar vond ik ook Harald, de EHBO-er die me het vorige jaar weer
eens had opgevangen na een kleine paniek-aanval totdat Coen en Lieke
gewaarschuwd waren.
| ||
Het weerzien was hartelijk, maar we kregen het verzoek om het nog even over te
doen omdat de camera nog niet klaar was. Dat krijg je op zo'n dag. Ik liep
terug naar de motoren, en even later kwam Harald er ook bij en deden we de
hernieuwde kennismaking nog eens over. Coen en Lieke waren net weg om koffie
te halen maar toen ze terug kwamen werden zij ook als oude bekenden begroet.
| ||
Om een goed beeld van de motorzegening zelf te krijgen was er door de EO-ers
met de organisatie en de pastoor afgesproken dat ik twee maal langs de pastoor
mocht rijden, en dus ook twee maal gezegend zou worden. Ik maakte me daar wel
wat zorgen over, want wordt er niet vreemd naar me gekeken dan? Wat zullen de
anderen motorrijders er van zeggen? Maar ik moest me maar geen zorgen maken,
vertelde Harald, zegening, einde weg rechts, weer rechts, en achter aansluiten
bij de rij die nog op de zegening zou staan te wachten. Het zou wel goed komen,
verzekerde hij me.
| ||
... einde weg rechts ... | ||
Terwijl Anne en Lisa vertrokken om sfeerbeelden van het hele gebeuren te maken,
besloot ik om eens te gaan kijken waar de aangegeven straten rechts, rechts
en achter aansluiten ongeveer zouden zijn. Wandelend over het plein zag ik de
langzaamaan bekende hoeveelheid motoren, de een nog mooier dan de andere, en
heel erg veel 'gewoon' mooie motoren. Het viel me wel op dat er dit jaar wel
veel waren waar een bordje 'te koop' op stond. Misschien een staartje van de
crisis? Ook zag ik Anne, die vanuit het gebouwtje midden op het plein bezig
was sfeerbeelden te verzamelen. Ze leek wel op de rand van de balustrade te
balanceren om een zo goed mogelijk overzicht van de menigte en de motoren te
krijgen.
| ||
... een zo goed mogelijk overzicht ... | ||
De straatjes rechts, rechts, en achter aansluiten hadden me inderdaad weer
teruggebracht naar het pastoor Vullinghsplein. Daar zocht ik weer mijn motor
op, want misschien was er op dat trefpunt van CX-ers, nog wat te doen. Een
praatje hier, een babbeltje met een ander en plots waren daar Lisa en Anne weer,
die graag nog wat beelden van mij tussen al die motoren wilden hebben. Samen
met Coen liepen we dus al pratend in de richting van een mooie CX, duidelijk
bezig om compleet gerestaureerd te worden. De terecht trotse eigenaar vertelde
waar hij mee bezig was, en zijn hele motor geschiedenis kwam ter sprake.
| ||
De tijd schoof door, en het was al bijna half een. Meneer pastoor zou aan zijn
half uurtje beginnen, en daar wilde ik toch wel naar luisteren. Met Lisa en
Anne achter me aan liep ik naar een plekje waar ik, zittend op een paaltje, de
mis aardig goed kon volgen. De eerste tien minuten althans. Een Murkenaar, lid
van de organisatie, wilde Anne wat vragen, werd onderschept door Lisa, en in
mijn richting gestuurd. Het ging over de tweede keer langsrijden bij de
pastoor. Ik had zo gedacht dat het handig zou zijn als er iemand mee zou
rijden, en dat zou deze man kunnen zijn. Coen, die samen met Lieke bij me was
komen staan, mengde zich ook in het gesprek, en binnen de kortste keren was er
een heel gesprek over hoe en wat en wie en waar, waardoor ik de pastoor niet
meer kon verstaan. Toch jammer.
| ||
Maar alles was in grote lijnen duidelijk: Coen zou met mij meerijden voor het
tweede rondje, en dat was wat ik wilde weten. Ik glipte tussen het gesprek uit,
want ik was hier gekomen om naar die pastoor te luisteren, en dat wilde ik
doen ook. Pastoor zelf had zich van de onderbreking niets aangetrokken, hij
was ondertussen wel wat gewend van de gemeente in deze openlucht kerk, en hij
maakte kalm zijn Mis af.
| ||
... openlucht kerk ... | ||
En toen was het tijd om de motoren te laten zegenen. Anne stond al klaar met
de camera, en de helmen gingen op, de jassen werden dichtgeritst, en de
motoren gestart. We voegden ons in de lange rij motoren op weg naar de pastoor
en zijn wijwaterkwast. Vanuit mijn ooghoek zag ik Anne en Lisa op een drafje
langs komen, op weg naar een goede plaats om de zegening te filmen. En als ik
nu die motoren vanaf het plein kon laten voorgaan, en dus de rij waar ik stond
even kon ophouden, dan hadden zij meer tijd om een goed plekje te vinden. Ver
weg zag ik ze in de menigte verdwijnen, en even daarna, toen de organisatie de
rij liet doorrijden waar wij CX-ers stonden, dacht ik, nu kan het wel, ze
hebben vast een goed plekje gevonden.
| ||
Het duurde nog even voordat we aan de beurt waren. Maar toen was het ook raak!
Pastoor doopte zijn kwast in, en wij, Kaithlyn en ik, kregen een duidelijke
zegening te verwerken. Doorrijden naar de hoek, en daar was het rechts. Maar
hadden we nu afgesproken met Anne en Lisa dat zij naar ons zouden komen, of
zouden wij weer naar hen gaan, aan de andere kant? Ik wist het niet meer, maar
Coen wist het nog wel. We zouden hen verderop weer terugzien, waar we
'achteraan' zouden aansluiten. Coen's passagier stapte af, want het was de
bedoeling dat Anne met camera en al bij hem achterop kwam zitten, om mij te
kunnen filmen.
| ||
Ik volgde Coen, die het kennelijk beter had begrepen dan ikzelf. En inderdaad,
een eind verderop troffen we Anne en Lisa aan. Anne werd achterste-voren op de
Goldwing geïnstalleerd, de camera werd aangegeven en nu waren we klaar om voor
de tweede keer langs meneer pastoor te rijden. Ook deze rij schoof traag maar
gestaag door. En voor de tweede keer zag ik de pastoor zijn kwast heffen en
kregen we een zegening over ons heen.
| ||
Aan het einde van de straat werd Anne van de motor geholpen. Maar er was nog
wat aan de hand wat ik niet kon volgen. Uiteindelijk kwam het er op neer dat
Anne en haar camera bij Coen op de motor zouden plaatsnemen en dat Stephany en
Mark met Lisa per auto naar de camping zouden terugrijden.
| ||
Ik stelde de TomTom weer in op de camping, en vertrok. En soms gaat het rijden
zo lekker en voel ik me zo goed dat ik begin te neuriën en te zingen. Ook nu,
en ineens hoor ik achter me Kaithlyn lachen. Zat ze me nu uit te lachen? Nee,
ze vond het alleen erg grappig dat ik zo zat te zingen. Ondertussen waren we
aan het einde van Grubbenvorst gekomen, en daar kwam Coen met Anne naast ons
rijden om nog wat 'Hans op de motor' op te nemen. Bij de camping gingen eerst
Anne en Coen naar binnen, om de gelegenheid te geven om onze terugkeer op te
nemen. En ook dat lukte prima. Al dat regelen en camera gedoe maakt maar
dorstig en het was dan ook hoog tijd voor koffie of thee, en om een beetje bij
te komen.
| ||
Tijdens dat bijkomen en die koffie en thee betrok de lucht een beetje. En toen
een beetje meer en even later begon het zachtjes te regenen. Dat duurde niet
lang, want vlak daarna regende het echt flink door. Wel lastig, want de EO
wilde nog een interview met mij opnemen, en het liefst ergens waar het droog
was. Er was op de camping wel een overdekte plek beschikbaar, maar die werd
vanwege geluidsredenen niet geschikt bevonden. Dus toen de regen over was werd
er op een dertig meter van de caravans snel een plekje ingericht, waar ik een
half uur lang van allerlei vragen mocht beantwoorden.
| ||
... begon het zachtjes te regenen ... | ||
En net toen de laatste vraag gesteld was voelden we weer wat druppels, van
alweer de volgende regenbui die langs kwam. Het antwoord werd tussen twee
regendruppels door nog gegeven, en daarna werden de stoelen en de camera snel
weer onder de overkapping bij de caravan gezet. Dit buitje was minder heftig
dan het voorgaande exemplaar, maar het was wel nat. Lisa en Anne pakten hun
spullen in, en vertrokken, na een hartelijk afscheid weer naar Amsterdam. Ze
verzekerden ons dat ze een geweldige dag hadden gehad, en wij waren het daar
helemaal mee eens. Je maakt zoiets ook niet elke dag mee.
| ||
Niet al te veel later besloot ik dat het ook tijd geworden was om op te
stappen en de 'Rode Rakker' naar huis te rijden. Wel had ik de regenbroek in
het motorpak geritst, maar amper een kilometer onderweg bleek het nodig om ook
de regenjas aan te doen. Goed ingepakt draaide ik de A73 op, op weg naar huis.
Ik was de gebeurtenis van deze ochtend, met de weigering van mijn CX, nog niet
vergeten, en besloot om niet direct er vol met 130 vandoor te gaan. Nee, laten
we eens rustig kijken wat er gebeurd. Er gebeurde de eerste kilometers
helemaal niets, behalve een flinke hoeveelheid regen. Nou, dan maar wat meer
snelheid maken: honderd, honderd en vijf, en dan... Ineens was het vermogen
weer helemaal weg, moesten de alarmknippers weer ingeschakeld worden, en kwam
ik even later op de vluchtstrook tot stilstand.
| ||
Evenals in de ochtend haalde ik het zadel los, en voelde aan de CDI. Die was
een beetje warm, maar niet onrustbarend. De bougiedoppen werden losgehaald en
nagekeken, maar er was niets bijzonders te zien. Nou ja, deze morgen wilde de
motor ook weer starten na een korte pauze, en hij had het de hele dag verder
gewoon gedaan. Misschien lukte dat nu weer.
| ||
En ja hoor, alsof er niets gebeurd was begon de motor weer te draaien. Vraag
niet hoe het kan, maar profiteer ervan, dacht ik en stapte op. Verder naar
huis, want in de regen blijven staan is ook niet leuk. Met de nodige
voorzichtigheid wist ik weer in te voegen op de rijbaan, en weer ging de
snelheid langzaam omhoog. Voorzichtigheid was geboden, want je wist het maar
nooit met zo'n CX. Maar hij deed het weer..... nee, toch niet. Na het hele
verhaal van knipperlichten enzovoorts later stond ik weer langs de kant van de
A73. Wat nu? Want zo steeds vijf of zes kilometer rijden en dan stilvallen is
zenuwslopend, en het schiet ook nog eens niet op.
| ||
... langs de kant van de A73 ... | ||
Achter de vangrail, tegen de geluidwal aan werd de ANWB gebeld. Er zou iemand
komen, maar het kon wel even duren. Ja, dat had ik wel verwacht. Nou ja, dan
kon ik het mezelf maar beter zo makkelijk mogelijk maken. Toch prettig, zo'n
dik en warm pak, en een helm die de regen buiten houd. En alsof het de
gewoonste zaak van de wereld was, ging ik in het natte gras achter de vangrail
liggen, wachtend op de dingen die komen gingen.
| ||
Het eerste wat kwam was de politie. Twee agenten stapten uit en liepen naar
mijn motortje toe. Of het mijn motor was? Jawel, die is van mij. Waarom die
langs de weg stond. Nou ja, hij doet het niet en midden op de rijbaan laten
staan is ook niets. Het kwam er op neer dat men zoveel mogelijk de
vluchtstrook wilde vrijhouden voor noodgevallen, en dat de motor misschien
weggesleept moest worden. Maar net toen ze dat gedoe in gang wilden zetten
stopte een ANWB auto achter de politie wagen. Een kort overleg tussen de
politie en de ANWB volgde, er werden nog wat gegevens van mij en de motor
opgenomen, en daarna vertrok de politie weer.
| ||
Nu was het de beurt aan de ANWB. Het verhaal van 'hij doet het wel en hij doet
het niet' werd verteld waarop de ANWB-er voorstelde om te proberen naar de
eerstvolgende afrit te rijden, naar de McDonalds. Ik had zo'n idee dat dat
best zou lukken, en inderdaad, de CX startte, en ik kon, voorzichtig op de
vluchtstrook blijvend, de afrit en de McDonalds bereiken.
| ||
De motor werd onderzocht, maar ja, nu deed 'ie het weer en dan is er niets te
vinden. De man stelde voor om gewoon verder te rijden over de A73 met hem
achter me aan en als alles goed ging dan sloeg hij af bij Boxmeer, en anders
was hij in de buurt. Mijn tegenwerping dat ik misschien beter kon proberen om
over binnenwegen Ede te bereiken werd weggewuift. Nee, dat vond hij geen goed
idee, dan moeten de ANWB mensen bij een vervolgmelding gaan zoeken waar ik
sta. De A73 was echt veel beter.
| ||
Hij zou wel weten waar hij het over had, dacht ik. Helm weer op, motor starten,
en de A73 weer op. Rustig schoof ik de snelweg weer op. Tachtig, negentig,
voordat ik goed en wel op de honderd zat, begon het gedoe weer. Geen vermogen,
geen mogelijkheid om verder te rijden, en dus weer de vluchtstrook op. Met een
voldaan 'zo, nu kunnen we kijken wat er aan de hand is' werd mijn motor in
ogenschouw genomen. Ontsteking was er, benzine liep goed door, dan moesten het
de carburateurs zijn, besloot de ANWB-er.
| ||
Het zou wel eens er aan kunnen liggen dat er te weinig benzine bij de
carburateurs kwam, was het volgend idee. Deze man probeerde me steeds weer
ervan te overtuigen dat ik toch vooral verder moest rijden, terwijl het
duidelijk was dat de motor daar helemaal geen zin in had. Ook het luchtfilter
werd verwijderd, en weer stond ik een paar kilometer verder stil. Maar, zo was
zijn redenatie, als je nu de tank volgooit bij het volgende tankstation dan is
er meer benzine druk op de carburateurs en dan is alles weer in orde.
| ||
... te weinig benzine ... | ||
Weer werd er gestart, en weer sloeg de motor af., nu op slechts een honderd
meter van een Shell station. Na even wachten lukte het weer om de machien te
starten, en uiteindelijk bij een pomp tot stilstand te brengen. Maar nu had ik
het met deze 'vakman' wel gehad. Of hij komt met een oplossing of....
| ||
Er kwam geen oplossing, maar er kwam wel een stress aanval bij mij. Met moeite
wist ik uit te brengen dat ik niet meer kon en wilde meewerken, en ik stamelde
'sleepwagen'. Zag hij het of wilde hij gewoon graag eindelijk naar huis toe,
ik weet het niet. Maar de sleepwagen werd geregeld en de man vertrok, mij
alleen achterlatend, voor een groot deel in de stress, bij het tankstation.
| ||
Ik heb altijd kaartjes bij me, met de tekst 'als ik in paniek ben kan ik niet
spreken' en die had ik nu ook nodig. Van de vrouw achter de kassa kreeg ik
koffie, en verder werd ik in de gaten gehouden, maar met rust gelaten. Via SMS
stelde ik Joke en Coen op de hoogte. Ik zou naar huis komen, maar het kon wel
even duren.
| ||
De chauffeur van de sleepwagen die uiteindelijk kwam was een heel ander type
dan de ANWB-er. Nadat hij de tekst op het kaartje had gelezen was het 'doe
rustig aan, ik heb de tijd'. Samen wisten we de CX op de wagen te laden, en
nadat ik bij het tankstation nog een 'bedankt' had weten uit te brengen
vertrokken we, op weg naar Ede, waar we drie kwartier later aankwamen. De
'Rode Rakker' werd afgeladen, en kon op eigen kracht zijn parkeerplekje
bereiken. De chauffeur werd bedankt, en vertrok terug naar Venlo. En ik, ik
plofte op de bank neer, uitgeput van deze laatste uren van deze, in meer dan
één opzicht, opmerkelijke dag.
| ||
... de CX op de wagen ... | ||
De volgende middag werd de CX aan een onderzoek onderworpen. Niet door een
maffe ANWB-er, maar door mij. Het luchtfilter zat vol met stof en vuil. Dat
werd eruit geklopt, en na een onderzoek door JiMi werd er een gezamenlijk
proefrondje gemaakt. Dertig kilometer later waren we weer terug. De voorlopige
conclusie was: de CX had ademnood gehad. En dat was eigenlijk alles.............
| ||
Het duurde een paar weken voordat het eindproduct op de televisie te zien
was. Maar het was wel erg leuk geworden. En ja, zo beleef je nog eens wat, op de
Motorzegening 2015
| ||
|