Terug naar de Motorpagina


13-8/9/10 Sneek, de Afsluitdijk en Texel


Ik had vakantie, de zon scheen, al was het niet met overmatig enthousiasme, en er stond een motor achter het huis. Tijd om een stukje te gaan rijden. Er waren nog een aantal puntjes van mijn Dertien in het Dozijn lijstje, en Joke kon me wel twee dagen missen, dus werden er snel wat regelingen gemaakt, en de volgende dag, om half tien, werd er afscheid van Joke genomen, en tot morgen gezegd. Het was mijn idee om eerst een eindje gewoon achter mijn neus aan te gaan, ruwweg in de richting Harderwijk, en vanaf daar de A6 te nemen, tot in Friesland. Daar zou ik de route van de TomTom oppikken en totaan de Waterpoort rijden.

Het was volgens de dagteller niet nodig om nu al te tanken, dus het tankstation werd voorbij gereden. Wel zat ik me af te vragen waar ik dan had getankt, ongeveer 50km geleden. Ik kon er niet opkomen, maar dat was natuurlijk ook minder belangrijk. De dagteller gaf aan dat ik zeker tot aan Den Helder kon komen, dus daar had ik even geen omkijken naar.

Otterlo, richting Garderen, langs Bud´s, de lokatie van de Veluwse CX/stamtafel, en dan naar Harderwijk. Als ik deze weg bleef aanhouden dan zou ik zowel de weg door Nunspeet, als de weg door Ermelo missen, beide wegen die ik niet graag rij, omdat het helemaal niet opschiet.

Zo was ik bezig met rijden, de route plannen, en genieten van de omgeving. Het was erg mooi, langs de Elspeetse heidevelden, waarlangs ik in het verleden al een paar toertochten had gemaakt. Misschien tijd voor een volgende tocht, en terwijl ik zo zat te bedenken wat er mogelijk was begon de motor ineens te sputteren. Huh? Benzine op? Een draai aan de benzine kraan maakte een einde aan het gesputter. Toch, de stand van de dagteller klopte niet met de stand van de benzinekraan, er zouden nog meer kilometers in de tank moeten zitten.

En toen schoot me ineens te binnen dat de teller bij het verwisselen van de balhoofdlagers een draai had gekregen, en opnieuw op nul was gezet. En dat klopte weer met de nu afgelegde kilometers, en het feit dat de tank nu op reserve stond. Aangezien de CX ongeveer 1:20 doet bij normaal gebruik, en de reserve tank ruim 5 liter bevat, had ik nog iets van 90 tot 100 kilometer de tijd om een tankstation te vinden. Dat mocht geen probleem heten.

Bij Harderwijk werden de randmeren gepasseerd, en even verder was er de aansluiting op de N305. En ook was er daar een tankstation, en dat was wel tijd. De rakker werd naast de pomp gezet, en er werd getankt. Verder maar weer, want ik was nog lang niet in Sneek. De weg ging langs Biddinghuizen, Dronten en Swifterbant in de richting van de A6. Maar het was plotseling wel een grauwe lucht voor me, en bij Biddinghuizen begon het zachtjes te regenen, wat met korte tussenpozen tot voorbij Swifterbant aanhield. Echt heel nat werd ik niet achter de Polaris, maar echt lekker ontspannen rijden, nee, dat was het ook even niet.

Op de A6 mag er 130km/u gereden worden, maar dat vond ik toch een beetje teveel van het goede. Met een vaartje tussen de 100 en 110 ging het ook al heel snel in de goede richting. Alhoewel, de goede richting? Want ergens aan de horizon lag Joure, met de meest beruchte rotonde van Nederland. Daar was een manier om omheen te komen, maar wat was dat ook al weer?

Al denkend over een manier om Joure te omzeilen begon ik aan een inhaal manoevre. De auto's voor me reden best wel langzaam, minder dan 100 km/u en dat leek me nergens voor nodig. Spiegels, knippers aan, en langzaam er voorbij, zoveel haast had ik ook niet. Maar hé, wat grappig, een vlaggetje aan het raampje van die auto. Voetbalfan of zo? Vast wel en kijk, die ook al. Zelfde vlaggetje, bijna niet te zien, soort van zwart met een wit kruis erop. Geen idee welke voetbalclub daar bij hoort, bedacht ik me. Totdat ik de voorste auto zag, toen wist ik het weer. Want dat was een lijkwagen, en de rij auto's die ik nu aan het inhalen was was een officiële rouwstoet. Invoegen op deze plek zou betekenen dat ik een rouwstoet zou doorsnijden, maar mocht ik deze rouwstoet wel inhalen? Geen idee, maar het was de enige mogelijkheid. Met een buiging in de richting van de lijkwagen reed ik voorbij.

De volgende afslag, een paar kilometer verder, ging ik de snelweg af. Tijd om de thuis in de TomTom opgeslagen route op het scherm te zetten. Alleen was die route niet te vinden. Het zou zo maar kunnen dat ik de route niet in de TomTom had gezet. Juist, klein foutje, moet kunnen, maar wat dan? Het scherm van mijn TomTom is niet echt geschikt om routes te plannen. Toch...

Sneek centrum werd als eindbestemming opgegeven, en als ik het allemaal goed onthouden had, dan zou ik, als ik deze weg vervolgde, rechtstreeks op die Waterpoort af rijden, zonder problemen met zijwegen, afslaan links en rechts en rotondes die driekwart om gereden moesten worden. Laat ik het maar proberen, dan zou ik wel zien wat er van kwam.

Wat er kwam was Friesland, met vaarten, sloten en bruggen, waar ik met een brug over het Prinses Margrietkanaal ging, en via een aquaduct onder een andere waterweg doorreed. Waar witte driehoekjes van zeilen zacht over groene weilanden leken te glijden, onder een steeds wisselende lucht van helder blauw en grijze wolken, met een weids uitzicht aan alle kanten. Friesland......

... witte driehoekjes ...
... witte driehoekjes ...

Ik had het goed gegokt. Sneek naderde, en eenmaal over de A7 heen kreeg ik het idee dat ik ongeveer wist waar ik was. Nog geen twee minuten later stond ik geparkeerd op een stoep vlak bij de Waterpoort van Sneek. Dankzij de wat matige weersomstandigheden was het niet zo heel erg druk hier, en was er voor mijn motortje genoeg parkeerruimte. Tijd voor een fotootje. Een man was zo behulpzaam om een foto van mij en mijn Rode Rakker voor de Waterpoort te maken, en als tegenprestatie mocht ik van hem en zijn vrouw een foto maken, met ook als achtergrond dezelfde Waterpoort.

... Sneek ...
... Sneek ...

... voor de Waterpoort ...
... voor de Waterpoort ...

Dat was dan de Waterpoort. En wat was het volgende punt op de agenda, juist, het volgende punt op mijn lijstje: de afsluitdijk. Even was er nog de verleiding van een vroege lunch, nu ik toch bij al die eettentjes stond, maar het was me net iets te vroeg. Op de TomTom werd De Cocksdorp ingesteld, het noordelijkste puntje van Texel, en de route werd door de TomTom berekend. TomTom gaf aan dat de beste weg via de A7, N99, veerboot en de N501 zou gaan, geen verrassing dus.

Sneek was al snel achter me verdwenen, en het enige wat er op deze tocht naar de afsluitdijk als bijzonder vermeld kon worden was dat het toch een beetje winderig was, hier in het noorden. Via de snelweg schoot het wel lekker op, en op een gegeven moment zag ik, heel in de verte, over het vlakke Friese land kijkend, iets wat volgens mij de afsluitdijk moest zijn. Vlak voordat ik de dijk zelf opreed was er een mogelijkheid voor een parkeerplekje. Even een foto maken, voordat ik begon aan die 30 kilometer lange rit. Op de tegenovergestelde rijbaan zag ik een lange rij auto's staan, politie erbij, een heel gebeuren. Geen idee wat er aan de hand was, maar daarachter ontstond een flinke file, waar ik gelukkig niet in terecht kwam.

... een parkeerplekje ...
... een parkeerplekje ...

Op de afsluitdijk zijn er twee plekken om de snelweg even te verlaten. Vanuit Friesland is de eerste een eiland, met tankstation, restaurant, een camping en een haventje. Een korte stop werd gemaakt, maar ik wilde een foto van mij bij het standbeeld van Dr. Lely, de ingenieur die zo een grote rol had gespeeld in het beschermen van Nederland tegen de zee. En dat standbeeld stond tegenwoordig een eindje verderop, op de plek waar ook het monument was, en niet meer aan het begin van de dijk, op Wieringen.

Een aantal kilometers later was er dan een tweede afslag naar een parkeerplaats. Wel zag ik de toren van het monument, maar waar was Lely gebleven? Ik vond hem aan het einde van de parkeerplaats, wat wel zo handig was, want de meeste mensen wilden de uitkijktoren in, en hadden de auto zo dicht mogelijk daar in de buurt gezet. Ik zette de motor vlak bij het standbeeld van Lely neer. Zo. Even bijkomen, en dan een foto maken.

... de motor vlak bij het standbeeld van Lely ...
... de motor vlak bij het standbeeld van Lely ...

Die foto werd even uitgesteld doordat een stel me in het Engels vroeg waarom er een standbeeld van die meneer stond, en wie dat was geweest dat hij een standbeeld op deze plek had verdient. Uitleggen wie meneer Lely was geweest was niet erg moeilijk. Uiteindelijk was hij het geweest die de plannen voor de afsluitdijk had ontworpen. En toen stond ik toch even te aarzelen. Want was het nu in 1928 of in 1931 dat de dijk gesloten werd? Achteraf werd dat nagezocht. Het was in 1932 dat het laatste gat in de afsluitdijk gedicht werd, bij de Vlieter. Lely heeft dus nooit de realisering van zijn grootse plannen kunnen aanschouwen.

Nadat er met behulp van een voorbijganger een foto was genomen werd de helm op het hoofd gezet, en de reis vervolgd. Toch begon ik nu wel uit te kijken naar een plekje voor een hapje eten, want het was nu echt wel lunchtijd geweest. Totdat ik me bedacht dat ik langs 'de Zingende Wielen' zou komen, een restaurant langs de N99. In mijn tijd als service monteur was het al een goede plek voor een hapje van het een of ander, en ik wist dat ze daar heel uitgebreide en ontzettend lekkere uitsmijters serveerden. De weg werd vervolgd, in de hoop dat Den Oever niet zo heel erg ver weg meer was.

In vroeger tijden was het mogelijk om de auto aan de voorkant van het restaurant te parkeren, voor of naast de benzinepomp. Nu moest ik de motor achter op het grote parkeerterrein zetten, en was er absoluut geen zicht op vanuit het restaurant. Alles wat waarde had werd dus in de tas gepropt en nadat ik had gecontroleerd of ook de benzinekraan dichtstond, ging er een uitsmijter gegeten worden.

Toen het bord goed leeg was, de koffie op, en de rekening betaald, bedacht ik me, terwijl ik alle spullen weer bij elkaar aan het rapen was, dat er wel een foto van de locatie gemaakt moest worden. Met de camera in de hand liep ik naar buiten. Maar ik was nog geen vijf meter ver of ik werd teruggeroepen. Ik had mijn tas vergeten, en daar zaten wel al die noodzakelijk dingen in zoals geld en pasjes, die een modern mens op reis nodig heeft.

... uitsmijter ...
... uitsmijter ...

... de Zingende Wielen ...
... de Zingende Wielen ...

Na een foto van 'de Zingende Wielen' werd de reis naar Den Helder en Texel voortgezet. En op een goed moment zag ik, Den Helder opdoemen, eventjes maar, voordat de weg weer naar beneden dook, achter de dijk. Een afslag werd genomen, en na een paar draaien en over een brugje heen stond ik aan de rand van de Waddenzee, met uitzicht op Den Helder, en nog iets verder, Texel. Ik kon me vergissen, maar dat witte stipje tussen die twee plekken kon best eens de boot van de TESO zijn.

Waar de N99 over het Noord-Hollands kanaal gaat was het verkeer eventjes minder rustig. Nou ja, ik had geen haast, en wachtte rustig totdat het mijn beurt was om verder te gaan. En even later reed ik de brug over, Den Helder in. Nu nog de boot op. Ik was al vaker op Texel geweest, maar dat was met de auto geweest. Hoe zou het met de motor gaan?

Ik werd door een man met een TESO hesje aan naar het eerste loket verwezen, achter een grote vrachtwagen. Even later was ik aan de beurt, en mocht ik een kaartje kopen. Het bordje voor de motoren volgend kwam ik op het onderste opstelplein uit. Hier werd ik opgevangen door een andere TESO man. Of ik er al vaker was geweest. Nou ja, niet met de motor. Ik kreeg van hem aanwijzingen en mocht de motor helemaal vooraan parkeren, op een speciaal stukje, gereserveerd voor motoren.

... helemaal vooraan ...
... helemaal vooraan ...

Omdat de boten in half uurs diensten voeren hoefde ik niet lang te wachten voordat de 'Dokter Wagenmaker' aankwam. En ja, als je vooraan staat, mag je als eerste de boot op. Wel gebaarde een TESO man aan boord iets, en het bleek dat ik de zijstandaard nog niet had ingeklapt. De motor en ik werden de meest rechtse opstelstrook ingestuurd. Motor uit, de CX op de middenbok, en nu even wachten totdat ik aan de overkant was. Het wachten werd bekort door een hapje en een drankje te halen, en daarna wat fotootjes te maken van de overtocht.

Texel naderde. Hoewel ik als eerste aan boord was gegaan, kon ik niet als eerste het schip weer verlaten. Maar de TESO-ers hadden daar rekening mee gehouden, en zodra er twee auto's van de hoofdrijbaan weg waren, mocht ik met de motor het schip verlaten. Uit het laadruim reed ik over de steiger het eiland op, waar ik begroet werd door een stralende zon. Ik was direct in een vakantie stemming. Met de motor, op een zonnige dag, op Texel. Kon het nog beter?

... fotootjes maken ...
... fotootjes maken ...

... Texel naderde ...
... Texel naderde ...

Zoals al eerder gezegd is Texel me niet onbekend. Maar wat zou ik nu als eerste doen? De haven van Oudeschild, of het kerkje van Den Hoorn, of misschien wel de Hoornderslag? Het doel werd uiteindelijk, omdat ik na een half uur varen weer lekker op de motor zat, de vuurtoren van De Cocksdorp, aan het noordelijkste puntje van het eiland. De weg naar de Cocksdorp was niet moeilijk te vinden, gewoon de enige grote weg over het eiland volgen, de N501, tot aan het einde.

Langs Den Burg en De Koog ging het verder, langs bossen en duingebied, langs Zuid-Eijerland en het vliegveld. Waar het bord in de richting van De Cocksdorp wees ging ik rechtdoor, richting strand. Nog een paar kilometer, en toen was er een T-splitsing. Linksaf en verder, en daar was het doel van deze dag zichtbaar, de vuurtoren van De Cocksdorp, met de bijbehorende huisjes schitterend in de zon, nog half verscholen achter de duinenrijen.

Het was op deze mooie dag nog druk bij de parkeerplaats, die net over het duin vlak bij het strand gesitueerd was. Nee, hier zag ik geen mogelijkheid om een leuke foto van mezelf met de motor te laten maken. Maar iets terug kon dat vast wel. Met enige moeite wist ik de motor op de parkeerplaats te draaien. Het losse grind van de ondergrond was niet geschikt om makkelijk de motor te draaien. Tussen de auto's en fietsen en voetgangers door wist ik weer bovenop het duin te komen. Er was geen parkeerplaats te vinden, maar bij de oprit naar het restaurantje was nog wel een tijdelijk plekje te vinden. Een voorbijganger werd gevraagd voor de foto, en kijk, volgens de foto was ik op Texel geweest.

... vuurtoren van De Cocksdorp ...
... vuurtoren van De Cocksdorp ...

... was ik op Texel ...
... was ik op Texel ...

Langs een andere weg reed ik naar Oosterend. Niet alleen had ik daar familie wonen, maar ook was daar de B&B waar ik had gereserveerd. Ik wilde nog wel wat boodschappen doen, en dat kan niet echt goed in Oosterend, waar nog maar één klein winkeltje is. Dus een ritje naar Den Burg kwam er nog tussendoor. Een uurtje later had ik wat ik hebben wilde, en was ik terug in Oosterend. Tijd voor koffie. De motor werd in een klein hoekje geparkeerd, en bij Bernard werd koffie gedronken.

Een uurtje later ging ik me aanmelden bij de B&B, minder dan honderd meter verderop. De spullen werden afgeladen en op de kamer gelegd, en dat was dat. Terug naar de koffie. En net zat ik daar, en had ik de uitnodiging om mee te eten dankbaar geaccepteerd, of daar ging mijn telefoon. Zo vaak wordt ik niet gebeld, en zeker door een nummer dat ik niet ken. De stem aan de andere kant vroeg of ik meneer Versteegt was. Euh..Ja, hoezo?

Het bleek dat twee kinderen een portemonnee hadden gevonden, op straat vlak voor de fietsverhuurder, die ik nu aan de telefoon had. In de portemonnee zat een kaartje van de CX club, met naam en adres, en via Joke was hij aan mijn mobiele nummer gekomen. Of ik de portemonnee maar even wilde komen ophalen. Bij de fiets verhuurder moest ik nog wel even bewijzen dat het mijn portemonnee was, door het bedrag te noemen wat ik in de winkel in Den Burg had uitgegeven. Nou ja, dat wist ik nog wel. De kinderen die de portemonnee hadden gevonden bleken met hun ouders in de zelfde B&B te verblijven als waar ik mijn slaapplaats had geregeld.

Het was wel erg, vond ik. Eerst raakte ik mijn tas kwijt, en die kreeg ik terug. Toen raakte ik mijn portemonnee kwijt, en die kreeg ik terug. Ik hoopte dat ik mijn stress ook was kwijtgeraakt, maar misschien kreeg ik die ook wel terug.

Na het eten, wat werd afgesloten met meer koffie en een goed gesprek, ondernam ik nog een wandeling door Oosterend. Het werden twee wandelingetjes, want zo groot is Oosterend nou ook weer niet. Na nog een half uurtje chatten met Frans via de chatbox van de Dutch CX-V club vond ik het tijd worden om te gaan slapen. Het was een lange dag geweest, met veel gebeurtenissen. Ondanks het vreemde bed en de geluiden uit de kamer beneden, viel ik toch vrij vlot in slaap.





Terug naar de Motorpagina