Grubbenvorster motor-zegening 2018 |
Na Pasen komt Pinksteren, maar in Limburg is er voor Pinksteren eerst nog de
Grubbenvorster motorzegening. En dat was langzamerhand een traditie geworden.
Een traditie waaraan ik ook deze keer weer wilde deelnemen. Na de roerige
tijden van de voorgaande weken was het echt wel tijd om eens wat anders te
gaan doen. En als er dan een goede CX staat, waarvan de olie pas gepeild is,
en waar voldoende benzine in zit, en als dan ook nog het weer beloofd mee te
werken door het droog en zonnig te houden, met temperaturen van 17 of 18
graden, ja, dan is er geen reden om niet te gaan.
| |
Het was nog wel wat fris, zo in de vroege ochtend, en daarom werden de dikke
handschoenen aangedaan. De dunne handschoenen lagen in de zijkoffer, met wat
gereedschap en andere zaken. De TomTom werd, ook al was het niet echt nodig,
op Camping Californie te Grubbenvorst ingesteld, omdat daar Coen, Lieke,
Michael en Maria ook al waren. Even een rustpuntje na de reis, voordat de
zegening begon. Nu begon de motorzegening pas om 13:00 en mijn aankomsttijd op
de camping was eerder 10:30 dan 11:00, maar dat gaf weer genoeg tijd voor een
praatje en een kopje koffie, voordat er om half twaalf naar het amper tien
minuten verder gelegen Pastoor Vullinghs plein in het centrum van Grubbenvorst
vertrokken zou worden.
| |
Maar net onderweg, na amper driehonderd meter, zette ik de CX al weer aan de
kant. Oordopjes vergeten. En ergens knaagde aan me dat er nog iets vergeten
was, een 'lange reis' benodigdheid, maar wat dan? Voorlopig reed ik weer
verder, niet te snel, goed vlot mee met het overige verkeer. De zon scheen, de
wind was matig, en al met al was het best uit te houden op de CX. Pas bij de
afslag van de A50 naar de A73 toe, voorbij de nieuwe brug over de Waal schoot
me te binnen wat ik vergeten was. De niergordel. Een paar gaten in de weg
schudde me aardig door elkaar en toen wist ik het.....
| |
Maar ik was nu al meer dan 40 kilometer op weg, en nu nog even omdraaien was
niet helemaal een goede keuze, vond ik. Dus: doorgaan, de A73 op, langs
Nijmegen, over de Maas, en daarna steeds verder in de richting van Venlo. Op
een paar heel erg snelle auto's en een aantal gierende motoren na was de reis
er eigenlijk eentje zonder gebeurtenissen. Ergens haalde ik de 128km/u bleek
later. Maar het ging dan ook heel erg lekker.
| |
Bij Horst ging het van de snelweg af, voor de laatste kilometers over een
80km/u weg, naar de camping. En daar bleek dat een paar minuten voor mij
Arnold ook al aangekomen was. Begroetingen over en weer, koffie, en een
uitgebreide blik op Lieke's nieuwste aanwinst, een rode CX500c. Zo verstreek
de tijd, en voor we het wisten was het half twaalf geweest, hoogste tijd om te
vertrekken naar Grubbenvorst. Zo gemakkelijk ging dat niet, want terwijl
Arnold, Michael en Maria en ik al klaar stonden bleven Coen en Lieke bij de
tent achter. Toch maar even kijken wat er aan de hand was.
| |
... ook al aangekomen ... |
... nieuwste aanwinst, een rode CX500c ... |
De CX custom wilde niet. Niet starten, geen lampje aan, helemaal niets. Accu
leeg getrokken? Er werd snel even overleg gehouden met Coen, die al in de weer
was met startkabels en dergelijke. 'Ga maar vast, we komen wel' en 'Hou een
plekje vrij voor ons' werd er gezegd, waarna Arnold en ik besloten om
inderdaad dan maar vast af te reizen naar de zegening. Niet helemaal mijn
gewoonte, maar aan de andere kant, het zou waarschijnlijk toch al druk zijn,
daar op het plein. En nog langer wachtten, daar werd ik alleen maar
zenuwachtig van.
| |
Na een paar minuten waren we in Grubbenvorst. En ja, het was druk. Grommende
motoren, gillende motoren, brommende motoren, tussen mensen, nog meer mensen,
en nog veel meer mensen. Dit alles omlijst met 'biker muziek' wat probeerde
daar nog bovenuit te komen. En gewoonlijk was er bij cafe-restaurant 'De
Zwaan' nog wel een plekje, al dan niet vrijgehouden door eerder aangekomen
CX-ers, maar nu stond het daar ook al vol. Geen enkele kans om daar te
parkeren met twee motoren, laat staan om daar nog een plekje vrij te houden
voor Coen, Lieke en Michael. Maar in mijn hoofd moest dat wel, want dat had ik
beloofd....
| |
Op het plein was totaal geen ruimte, dus ik besloot om maar linksaf te gaan,
misschien dat er in die straat nog ruimte was voor twee of vijf motoren.
Verder en verder reed ik, maar nergens voldoende ruimte te vinden. En hoe
zouden de andere ons straks kunnen terugvinden tussen al die motoren in? We
kwamen tot voorbij de afzetting zonder een plekje te hebben gevonden, en hoe
moest het nu verder. Verder, en nog eens proberen, of gewoon maar terug. Was
er misschien nog een andere mogelijkheid? Al die gedachten schoten door mijn
hoofd, en dat was net teveel voor mij. De stress sloeg toe, en dat was dat.
| |
Uiteindelijk lukte het af te stappen, en weg te lopen naar de stoep waar
Arnold zijn CX al had neergezet. Ook mijn CX werd door hem daarheen gereden,
want mijn warrige kop zat me nog hevig in de weg. Het viel mee deze keer,
want na een twintig of dertig minuten was ik weer zover bijgekomen dat we samen
de anderen, als die er al waren, konden gaan zoeken. Die anderen bleken er
toch ook te zijn, en wel niet al te ver bij het plein vandaan, waar Werner
zijn Goldwing had neergezet. Zijnde een trouw aanhanger van het rat-rijden had
hij zijn witte Goldwing zwart geschilderd, met muurverf.......
| |
... zwart geschilderd ... | |
Een praatje hier, een ontmoeting daar, en Frans had nog een zekeringen kastje
voor me, wat onder dank werd meegenomen, voor het verder upgraden van de
elektra op de Rode Rakker. En het startprobleem van de rode CX-c bleek
opgelost te zijn, maar daarvoor in de plaats was een rem-probleem opgetreden.
Lieke moest in elk geval tot aan de camping met alleen de achterrem remmen,
aangezien de voorrem de neiging had om vast te slaan.
| |
Ik besloot om, voordat de Pastoor zijn praatje zou gaan houden, om toch maar
even een hapje te eten van de meegenomen boterhammetjes. Een paar kopjes
koffie uit de thermosfles maakte de korte lunch af, en toen viel het me op dat
het een stuk stiller was. Even de klok raadplegen, en het leek erop dat
Pastoor al aan zijn praatje begonnen was. Natuurlijk wilde ik wel horen wat de
man te vertellen had, dus liep ik terug naar het plein. En amper daar
aangekomen zag ik ineens Harald, de EHBO-er die me al vaker uit een
stress-momentje had gehaald. En ook al had de pastoor vast wel iets
interessants te vertellen, even bijpraten met Harald was ook belangrijk.
| |
... de pastoor ... | |
Toen de pastoor aankondigde dat hij met het zegenen zou gaan beginnen liep ik
terug naar mijn CX. Ik was bang dat het even zou duren voordat mijn motor en
ik aan de beurt waren, maar het langste stuk vanaf het hek totaan het plein
was toch vrij vlot te rijden. En ja, daar begon het wachten, klein stukje
verder, weer wachten tussen al die motoren in. En stilletjes hoopte ik dat de
kwajongen die zijn motor steeds gillend en jankend in de hoge toeren joeg een
vastloper zo krijgen....
| |
Deze Pastoor was zuinig met zijn wijwater, amper een paar druppels bereikten
mij en de CX. Maar, zo zegt men , het ging om het gebaar. Ik reed rustig
verder totdat ik uitkwam op het punt waar Arnold en ik de motor hadden
gestald. Daar nam ik een startegische plaats in, recht voor de staart waar al
die gezegende motoren uitkwamen. Zo konden de CX-ers mij, en ik hen niet
missen. En ik was in de gelegenheid om al die motoren langs te zien komen, de
ene nog fraaier als de andere. Ook kwamen er een paar auto's langs, maar die
telden niet mee. Totdat de zaak helemaal muurvast kwam te staan.
| |
Twee auto's wilde tegen de stroom motoren in gaan, een andere kwam uit de
tegenovergestelde richting, en plotseling zat het vast. Ik keek dat zo eens
aan, en zag dat er meer dan genoeg ruimte was. Het autootje, of de
automobilist, zag dat niet. Verschil van inzicht, zeg maar. Nou ja, dan maar
zo.... Ik liep naar voren, wist de aandacht van de chauffeur te krijgen en
wenkte van 'kom maar'. Het duurde even, want de auto was voor hem veel breder
als voor mij, maar pas toen hij op mijn aanwijzingen verder durfde te rijden was alles weer los, en konden de
motoren ook weer verder, Grubbenvorst uit.
| |
... verder, Grubbenvorst uit ... | |
Ook de CX-ers kwamen in zicht. Ik wenkte Lieke om toch vooral door te rijden,
en twee tellen later zaten Arnold, die ondertussen ook was aangekomen, en ik,
al weer achter hen. De TomTom was ingesteld, de anderen hielden even in, en zo
reden we, met een rustig gangetje, naar de camping terug.
| |
Daar werd vrijwel direct de CX van Lieke aan een nader onderzoek onderworden.
De zekering was goed, en het starten lukte nu zondermeer. Dat wees op een
lastige, maar zeker nier ernstige storing in het contactslot. Dat had geen
haast. Wat belangrijker was, was de steeds vastzittende rem. Vanuit
Grubbenvorst naar Linschoten was toch al bijna twee uur, en als dat binnedoor
moest, vanwege een ontbrekende voorrem, dan was het al snel meer dan drie uur.
Dus werd gekeken wat er nou met de rem aan de hand was.
| |
Michael, die net dat klusje op zijn eigen 'Rode Woerd' had gedaan, viel vol
enthousiasme aan op de rempomp, terwijl Arnold de schijven en de remklauwen
bekeek. Bij de remklauwen zat er wat scheef, maar ook bleek dat de remzuiger
totaal geen zin had om terug te gaan. Het duurde even voordat de remzuiger
zichtbaar was, en daar was al te zien dat er verregaande corrosie in de
remhandel had plaatsgevonden. En dan merk je dat het toch wel handig is om dat
soort dingen niet op een grasveldje te doen, maar veel beter in een goed
uitgeruste schuur of werkplaats gedaan kunnen worden. Het koste veel, heel veel
moeite om de circlip los te krijgen, voornamelijk bij gebrek aan het juiste
gereedschap. Want juist dat tangetje had geen van ons bij zich....
| |
... op een grasveldje ... | |
Ook met de clip los wilde de hoofdzuiger niet zomaar los. Eindelijk was het
zover, en de zuiger zag er niet erg hoopvol uit, zoals hij uit de cilinder
kwam. Met alle mogelijke en soms bijna onmogelijke manieren werd geprobeerd om
het geheel weer soepel lopend te maken. Niets hielp. In een dergelijk geval is
de enige juiste methode: een revisie setje plaatsen. Maar ook dat had niemand
bij zich.
| |
Om ongeveer tien over vier besloot ik, ondanks het nog steeds niet opgeloste
remprobleem, naar huis te gaan. Er was uiteindelijk genoeg hulp aanwezig. En
anders was er ook nog de ANWB. Dus vertrok ik, achter de TomTom aan, terug
naar Ede. Bij Horst, waar ik de snelweg opging had ik nog een ontmoeting met
een motorrijder, die op de vluchtstrook stond. Maar aan een klapband kan ik
ook niets doen, en daarnaast was zijn zoon al onderweg met een aanhanger. Geen
probleem, gas erop, en de A73 op.
| |
Op de snelweg rij ik vrijwel altijd met het
kinstuk en vizier van de systeemhelm naar beneden. Nu was dat nog niet het
geval, wegens de ontmoeting met de klapbandmotor. En net zit ik met een beetje
redelijk snelheid op de snelweg, of 'pats' een vlekje voor mijn ogen. Was het
een vliegje onder mijn bril? Of iets anders? In elk geval werd het kinstuk van
de helm neergelaten, om te voorkomen dat een eventueel vliegje in mijn oog
terecht kwam. Het vlekje leek weg te zakken, maar kwam later weer terug.
Kilometers verder, bij Nijmegen, werd toch een afrit gepakt, om te kijken wat
het was. Het was een vliegje geweest, ja, was geweest, want het was nu alleen
nog maar een moeilijk te verwijderen vieze veeg op mijn brilleglas. Een
poetsdoekje uit de kuip loste het probleem op.
| |
Thuis gekomen kreeg ik een 'appje' van Coen, met het bericht dat het niet ging
lukken, en dat de ANWB was ingeschakeld om de motor naar Ede te transporteren,
waar Michael een revisie setje in de rempomp zou plaatsen. Toch jammer, een
minder fijn einde van hun weekend. Maar om zonder remmen te gaan rijden was
nou ook niet echt verstandig.........
| |
|