Naar Saint Hilaire-de-Lusignan | |
Wakker worden in een echt bed, met beneden een echte keuken waar we een echt
ontbijt kunnen maken, met gekookte eitjes, lekker brood, melk en wat dies meer
zij is geweldig. Dat het buiten regent is wel een tegenvaller, maar slechts een kleine
tegenvaller. Terwijl de anderen na het ontbijt buiten een rookpauze nemen volg
ik even de aandrang van de innerlijke mens. Dan ineens geroep van 'Hans, kom
gauw kijken, kijk nou eens!' Het duurt even een minuutje, maar dan sta ik ook
buiten. En daar staat, breed lachend, Mike, en achter hem, naast onze drie
motoren staat een vierde, de Silverwing van Nick. Mike is vroeg opgestaan, en
heeft in een anderhalf uur tijd de GL weer helemaal opgebouwd, afgesteld en
keurig rijklaar gemaakt. De proefrit was naar ons overnachtings adres.
| |
... daar staat Mike ... | |
We staan alle vier perplex. Misschien dat je zoiets in een boek tegenkomt, of
in een film, maar dit, in het echte leven? Het is ongelofelijk, maar waar. We
laden de spullen op de motoren, Mike wordt opgehaald door zijn zoon Ben, en we
volgen de auto naar Mike's huis.
| |
Daar wordt een laatste controle uitgevoerd, de laatste puntjes nagekeken, en,
ook niet onbelangrijk, de rekening aan Nick overhandigd. Ik krijg nog een half
litertje olie in de 'Rode Rakker' en dan kunnen we weer op weg, zonder
noemenswaardig tijdverlies. Ongelofelijk.
| |
We volgen de TomTom, die ons naar de bewoonde wereld terug brengt. Via links
en rechts draaiende bochtjes, wordt het wegdek steeds beter, en uiteindelijk,
op de D911, is er goed asfalt onder de banden. De D911 eindigt op de N10, een
Route Nationale. Hier mag er 110 gereden worden. Maar het is nat, het regent,
en het opspattende water ontneemt me een groot deel van het zicht. Toch, als
de andere gas geven, moet ik mee met het inhalen. Ook in bochten gaat het
inhalen gewoon door, met 110-120 worden vrachtwagens ingehaald. Ikzelf zou
heel wat rustiger gereden hebben, zeker met dit slechte weer. Aan de andere
kant, we schieten wel op, een afstand van ongeveer 50 kilometer over deze weg.
| |
In Deviat stoppen we even. Het is nu droog, en dat moeten we even uitbuiten.
Op het plein voor het gemeentehuis stoppen we. Als ik afstap merk ik hoeveel
water er zich in mijn linkerlaars heeft verzameld. Laars uit, sok uit, sok
droog wringen, en de laars onderste boven houden. En dat laatste geeft
natuurlijk een raar effect als het water er in een straaltje uit loopt.
| |
Terwijl wij daar zo op het dorpspleintje zitten komt er een man naar ons toe.
Het blijkt de burgemeester van het dorpje te zijn, en hij komt even
kennismaken. Helaas, hij spreekt geen Engels, wij te weinig Frans. Jammer, had
best leuk kunnen worden.
| |
Nadat we min of meer droog zijn, en de sigaretten opgerookt zijn, stappen we
weer op. Naar Saint Hilaire is het nog ver. We zoeken en vinden de A21, de
route national naar Agen. Dat is de snelste manier om in St. Hilaire te komen.
Maar al die kilometertjes kosten wel benzine, en weer moet er gezocht worden
naar een tankstation. Volgens de TomTom moet er eentje in de buurt zijn, weet
ik, als we langs Castillones rijden, een plaatsje gebouwd op een heuvel. De
eerste pomp is niet te vinden, maar de tweede is niet te missen. We rijden het
pleintje op en beginnen te tanken. Achter me komt een Harley rijder staan.
Niets aan de hand, maar een paar minuten later staan er acht, negen Harleys.
Nog steeds niks aan de hand, ook een Harley-Davidson moet welk eens tanken. En
weer hoor ik, nu in het Engels, iemand zeggen, wijzend op mijn motor: 'zo een
heb ik ook gehad'.
| |
... tanken ... | |
Na de Harleys komt er ook een zijspan het plein opgereden. Het is een Duitser
met een Pan-European, op weg naar.... juist, Santiago de Compostela. Vrouw in
het bakje en hij stevig door blazen, flink snel over de wegen in Duitsland en
Frankrijk. Hij was pas gisterochtend vertrokken.......
| |
Het duurt nog een flinke tijd voordat we Agen bereiken. Vanaf daar is het nog
eventjes naar de camping, maar als we er dan ook zijn, zijn we er ook. We
worden hartelijk ontvangen, hebben keuze uit welke plaats we willen, en kom
straks maar even inschrijven.
| |
De tenten worden opgezet, de natte spullen te drogen gehangen over de motoren,
en dan gaan we kijken of er wat te eten en te drinken geregeld kan worden. Nou
kan dat eigenlijk niet, want officieel is de bar dicht, maar toch worden er
een paar flinke bekers bier op tafel gezet, met natuurlijk de onvermijdelijke
cola voor mij. Ook het eten is wat moeilijk, maar er is 'pizza to go' en dat
mogen we ook aan de tafels voor de receptie opeten. Een tweede biertje, met
een tweede cola erbij, en het leven lijkt toch wel weer wat zonniger te zijn.
Ook de campingkatten komen kennis maken, en maken van de gelegenheid gebruik
om stukjes van de pizza van ons af te bedelen.
| |
... pizza, biertje ... | |
Die avond heb ik last van 'ik wou dat ik thuis was' gevoelens en gedachten. Is
het heimwee? Kan natuurlijk. Ik vertel het de anderen. De avond gaat verder in
een redelijke rust voorbij, al zakt Nick door zijn stoel, dit ter
vermeerdering van de feestvreugde. Mike vraagt per SMS nog even hoe de dag
verlopen was, en Nick en ik geven ieder afzonderlijk een antwoord. 'Bike fine',
'Head not so fine' is de samenvatting van de berichtjes. Ik kruip vrij vroeg
de slaapzak in, daarbij nog even denkend aan de vorige avond, in dat
ontzettend gastvrije huis van Mike en Annette. En dan val ik in een heel diepe
slaap.
| |
|