Terug naar de verhalen pagina

Een driedaagse Zeilvakantie


aan de steiger

... aan de steiger ...

Op vrijdag rijden we naar Culemborg. Joke gaat mee, om de auto terug te rijden, en Rob gaat mee om Joke te ondersteunen. Hartstikke goed, vind ik, Joke heeft in tijden niet gereden, en vind het autorijden allemaal weer heel spannend. In Culemborg aangekomen brengen we de laatste spullen aan boord van de 'Zephyr', een Beneteau First 25", en tegen 11:00 vertrekken Ben, Martin en ik uit Culemborg, uitgezwaaid door Joke en Rob. Geen (goede) wind dus wordt er op de motor gevaren. Onder de spoorbrug door, de eerste brug. Geen echt probleem, want die kennen we langzamerhand. Toch blijft het gevoel bestaan van: het past er nooit onder.

Het eerste obstakel is de sluis bij Hagestein. We komen daar aan om ongeveer 11:45. En moeten even wachten totdat de sluis opengaat. Er komt ook een vrachtschip aan, en omdat beroepsvaart boven pleziervaart gaat, krijgt die voorrang van ons. Het jacht wat voor ons ligt kent de regel waarschijnlijk niet, want deze vaart als eerste de sluis in. Even wachten, totdat het vrachtschip de sluis in gaat, en dan kunnen we erachteraan. Martin's eerste ervaring met een sluis. Ben mist de bolder, maar Martin heeft 'm wel in 1 keer te pakken. Geen probleem, ik kan het allemaal keurig corrigeren met de motor, beetje achteruit, landvast iets laten vieren, en de tweede erbij. Hagestein heeft geen 'tussenbolder' voor jachten, de bolders zitten ongeveer een meter of 15 uit elkaar. Daar is dus met goed fatsoen geen scheepje van 7,5 meter tussen te leggen, dus met twee landvasten op 1 bolder. Het gaat goed. Martin kijkt vol ontzag naar de steeds hoger wordende muur. We beginnen op een hoogte dat we boven de sluismuur uitkijken, maar als de bel gaat, zijn we meer dan twee meter gezakt. Het is 'Vet Cool' volgens Martin. Rustig uitvaren en klaar. Sluizen? Geen probleem. We varen verder.

hooger bleeker brug

... Hooger Bleeker brug ...

Het is ondertussen etenstijd, en tijdens de vaart worden er boterhammen gemaakt en opgegeten, met een bekertje melk. Het is ook hier dat ik er achter kom dat ik in Culemborg geen drinkwater meegenomen had. Het water uit de grote tank is misschien niet helemaal bacterievrij, en daarom niet geschikt voor consumptie, maar wel voor de afwas, schoonmaak etc. 'Grijs' water eigenlijk. Nu, een dagje zonder water, maar met melk en limonade en chocomel is heel best te overleven!

Op de tweede brug die we tegenkomen, de Hooger Bleeker brug, ligt de A27. Hier staat een file op, wat niet zo vreemd was, want er staat daar vrijwel altijd een file. Apart om de file van een andere kant te zien als normaal, als je er in staat. Maar wat is zo'n mast hoog en die brug laag. De peilschaal geeft meer dan 14 meter, en de mast is 10 meter. Dus het past wel.......

Bij Vianen is goed te merken dat er een aantal vaarwegen bij elkaar komen, het scheepvaart verkeer wordt merkbaar drukker. Dus er is ook meer geschommel, stampen en rollen door elkaar. Weinig ruimte, ondanks de breedte van de rivier.

lekbrug

... lekbrug ...

De derde brug is het samenstelsel van 1ste, 2de en de in aanbouw zijnde 3de Lekbrug. Alsof je een tunnel invaart, zo donker is het en zo lang duurt het. Maar nu hebben we het voorlopig ook gehad.

Op de motor langzaam naar verder naar beneden. Af en toe wordt het zeil geprobeerd, maar er is nog steeds vrijwel geen wind. Wel blijft het vrij druk op de rivier. Ik kijk eens in de tank en zie dat het benzine peil erg veel lager begint te worden. Ik leg de reserve aansluiting vast klaar, maar het heeft, denk ik, nog wel even de tijd. Maar een kwartier later begint de motor te sputteren. Benzine op? Nu al? Het kan niets anders zijn. Snel de motor op 'Slow', de gebruikte tank loskoppelen, de reserve tank aansluiten en de motor weer op 'normaal'. Juist. De motor loopt weer als voorheen, en controle leert me dat de benzine uit de gebruikte tank inderdaad helemaal op is. Dat is sneller als verwacht, maar aan de andere kant, misschien zat er ook niet zoveel benzine in de tank. Ik pak de de kleine jerrycan en leeg 5 liter in mijn gebruiktank. Weer de benzine leiding wisselen, en nu weet ik precies hoeveel in heb.

Het volgende probleem is de overnachting. Streefkerk kan, Lekkerkerk misschien ook wel, maar ik kies voor Krimpen aan de Lek, de jachthaven van w.v. De Lek. Dat is niet te ver, diep genoeg en het is wel genoeg voor een dag.

Ergens bij Nieuw lekkerland zie ik een bunkerboot liggen, benzine zal er ook wel te krijgen zijn.. Zal ik ? of zal ik niet. De drukte op dat moment, een handjevol (snelle) jachtjes en twee vrachtschepen op tegengestelde koers, doet me besluiten om het maar niet te doen.

haven krimpen

... haven krimpen...

Km 987 wordt gepasseerd, en we gaan op zoek naar de ingang van w.v. De Lek. Een vlag en een bord wijzen ons de weg. Tussen een paal met een rode top, en een paal met een groene top is de ingang, nauwelijks te onderscheiden van de oevers. Als ik er recht voor ga liggen is het niet voor te stellen dat daar een jachthaven is, maar de masten boven het struikgewas vertellen een ander verhaal. Langzaam vaar ik naar binnen. Ik zie het niet, maar Martin zegt dat een man me naar een invaart toewijst. Goed, dat doen we dus. Inderdaad, voorbij het clubhuis zie ik iemand op de steiger staan, die me een vrije box in wijst. Lukt me dat ? Ach jawel, heel netjes, heel rustig vaar ik naar binnen. Ben en Martin leggen, met behulp van de havenmeester, want die is het, de 'Zephyr' keurig vast. Later blijkt dat de boot af en toe met de boeg de steiger raakt, of zoals Martin zegt; tegen de steiger crasht. Ook daar is een oplossing voor, en een landvast wordt vanaf het achterste bevestigingspunt op de steiger naar de punt gezet. Een 'anti-crash-lijntje' dus. Martin vind het een geweldige uitvinding. Wat is zijn papa toch slim! Papa zelf vindt dat het wel meevalt, om een standaard oplossing voor een standaard probleem toe te passen. Stroom wordt aangesloten, de rekening betaald, drinkwater ingenomen. De eerste dag varen zit erop.

 

Die avond doet zich een onverwacht probleem voor. De melk die over was van het middageten was in een thermosfles gedaan, tegen de warmte. Die fles was in een kastje gezet en omgevallen tijdens een schommeling. Maar de fles lekte een beetje, en dus was er melk in het kastje terechtgekomen. Foute boel, want als dat blijft liggen gaat het stinken, en niet zo'n beetje ook. Dus ruimen we het kastje leeg en wordt ook het aangrenzende kastje gecontroleerd. Dat had ik eerder, veel eerder moeten doen. Uiteindelijk haal ik het front van dat kastje weg, en is het soppen en schoonmaken en afwassen en herinrichten geblazen. Kennelijk is er de laatste maanden niet iemand geweest die de boel heeft opgeruimd, en is er na de laatste tocht nooit meer gekeken of de boel wel op orde was. De kast bevat een aantal schimmels, waar een bioloog vast wel interesse in zou hebben, maar die door mij als 'jakkes bah, brrrrr' worden geclassificeerd. De meegenomen waterkoker wordt veelvuldig gebruikt, veel handiger als dat rare camping-gaz tweepits kookplaatje. Warm water is een eerste vereiste bij schoonmaken!

 

Als het een beetje te doen is, wordt er eerst maar even gegeten. Eten aan boord, zelfs het opwarmen van kant en klare maaltijden uit blik, vooral als je dat vrijwel nooit gedaan hebt in zo'n kleine ruimte, is een verhaal op zich. Ik draai een blik nasi open, en warm een gedeelte op, Martin krijgt de eerste lading, Ben de tweede, Ben en Martin samen de derde, en het tweede blik gaat open. Nu ben ik aan de beurt, vindt ik. Uiteindelijk blijkt dat twee blikken nasi toch bijna teveel zijn, zelfs voor zulke vreetwolven als mijn zonen.

Er wordt even naar het journaal gekeken. Nederland 1,2 en 3 zijn te ontvangen en zo blijf ik op de hoogte van het belangrijkste nieuws. Tijdens en na de afwas gaan we verder met het herinrichten van de kombuiskastjes. Als alles eindelijk op een nette plaats staat is het hoog tijd om even wat anders te doen. Ondanks de druilerige regen gaan we toch even een eindje lopen. Maar het achterland stelt niet veel voor. Een woonwijk, en wat verderop een dijk. In de regen is alles saai en grauw. Terug maar weer, en gelukkig regent het niet meer. Er wordt thee gezet, en ik hou een kort praatje met de buren van de 'Tiara' uit Zeist. Mooi kotterscheepje, het was me al opgevallen toen ze me voorbij liepen op de Lek. De kat van de 'Tiara' vormt aardige gesprekstof, zoals zij overal heen loopt en alle steigers langs gaat. Thee, schaken, en voor je het weet is het elf uur. Hoogste tijd om kijken hoe dat nu slaapt, aan boord van zo'n scheepje. Ik ga douchen, maar er is slechts 1 douche beschikbaar en er zijn tien Oostenrijkers, of Denen, met een (gehuurd ?) schip uit Nieuwegein die ook allemaal willen douchen, dus is het even afwachten. Als het mijn beurt is is het water heerlijk warm na een koude en kille dag. Daar frist een mens van op. Nu slapen........

.. vertrek ...

... vertrek ...

De volgende ochtend blijkt het niet zo best te slapen. Ben en ik hebben erg slecht geslapen, Martin, die normaal pas om half 10 uit z'n bed te krijgen is, is al om 8 uur wakker. Maar goed, we kalefateren onszelf op. Ik ga me wassen, merk dat ik mijn scheerapparaat ben vergeten en loop terug om dat te halen. Plotseling, als ik me sta te scheren, moet ik toch lachen. Ik heb immers stroom aan boord!. Helemaal geen reden om me hier te staan scheren!. Het zal wel de onwennigheid zijn.

Het volgende punt is de brandstof. Zonder benzine geen motor, en dat schijnen we echt te moeten hebben op de Noord. Is zelfs verplicht. Dus benzine tanken, en wel voldoende. We varen weer uit. Het gaat vlekkeloos, en we zetten koers naar Alblasserdam, waar, volgens de havenmeester, vlakbij de jachthaven een benzinestation is. Volgens de wateralmanak ook, en er staat een telefoon nummer bij, dus even vragen waar het precies is. De haven is voor de loods van 'Oceanic' , nog voor de brug. Het water van de Noord is merkbaar ruwer dan de Lek. En voor het eerst denk ik: 'Waar ben ik aan begonnen!'

waterkaart

... waterkaart ...

Voor de loods van 'Oceanic' werd er gezegd. Ook hier is de ingang van de jachthaven pas te herkennen als ik er recht voor lig. Langzaam vaar ik naar binnen, onder de openstaande brug door. Meteen is het uitkijken geblazen, want van links, bakboord, komt een vrij groot jacht achteruit zetten, en het ziet er naar uit dat 'ie ruimte nodig heeft. Vooruit dus een eindje. Wat nu ? 'Doorvaart vrijlaten' zegt het bord. Waar dan af te meren ? Recht vooruit zie ik een vrije box, en dat moet het dan maar worden. Is het niet goed, dan hoor ik het wel. Inderdaad is het niet goed, want de havenmeester komt direct op me af en vraagt wat de bedoeling is, want de huurder van de box komt in de avond terug. Maar als de havenmeester hoort dat ik alleen maar even wil tanken, is hij zeer behulpzaam bij het vastleggen, en stelt een kruiwagen ter beschikking voor de benzine tanks en de twee jerrycans. Het blijkt dat we tijdelijk te gast zijn bij w.v. d'Alblasserwaard. We blijven maar even, want we willen nog verder.

De lege en bijna lege jerrycans en tanks worden op de kruiwagen geladen, en we lopen de steigers af, naar boven. Een eindje verder is een tankstation, we lopen erheen. Als we aan de beurt zijn laat ik alles volgooien, gemengd en wel. 20 Liter in de gebruikstank, 15 liter in de reserve, en 5 en 10 liter in de jerrycans. Als dat niet genoeg is doe ik iets fout. Maar beter teveel dan te weinig. Ik moet er niet aan denken wat er kan gebeuren als ik op de Noord zit, of onder een brug, en de motor slaat af door benzine gebrek. Terug gaat een beetje moeilijker, met die zware tanks in de kruiwagen. Geweldige man, die havenmeester, om direct een kruiwagen ter beschikking te stellen.

Tot op 5 meter van de 'Zephyr' komen we met de kruiwagen en de rest is simpel. Alles aan boord, netjes neerzetten en de gebruikstank weer aansluiten. De kruiwagen wordt door Ben teruggebracht en ik hou me even met het volgende punt bezig.

De brug over de Noord bij Alblasserdam is ongeveer 12 meter hoog. Dat zou voor de 10 meter + 1 meter marifoon antenne van de 'Zephyr' voldoende moeten zijn. Maar ik heb de golfslag op de Noord al meegemaakt en daarbij kreeg ik het gevoel dat we meer dan een meter op en meer gingen. Dan maar door het beweegbare gedeelte. Maar wanneer gaat 'ie dan open? In de Almanak deel 2 kan ik het niet direct vinden. Bellen lijkt een oplossing, en dan hoort ik dat de brug volgens de regeling draait, en om 11:08 open gaat. Dat is binnen 6 minuten !!. Losmaken en wegwezen is de boodschap. Het lukt zowaar om snel weg te komen op een zeer nette manier. Onder de opklapbrug door gaat het weer naar de Noord, en daar zijn we mooi op tijd. Of toch niet ? Het is op mijn klokje 11:09 als de lichten van de brug rood-groen gaan, de slagbomen voor het verkeer sluiten en de zware constructie omhoog draait. Ik vaar dichterbij, maar pas als de lichten op groen gaan geef ik gas en vaar snel door de brugopening. Een klein jachtje waarvoor rijen auto's, fietsers en voetgangers moeten wachtten, terwijl ik misschien ook 'gewoon' onder de overspanning door had kunnen gaan. 'Better save then sorry', denk ik opgelucht. Martin vind het ook wel wat hebben, al die mensen die op ons moeten wachtten.

We draaien de Rietbaan in. Hier is het mogelijk dat we het zeil hijsen. Langzaam, met een matig windje recht achter glijden we langs roestige scheepsrompen, verveloze karkassen van oude schepen en bakken. Een troosteloze aanblik. Sommige gezonken schepen liggen al zo lang dat er komplete tuinen van wilde planten in bloeien. Een merkwaardig gezicht. Op de splitsing met de Strooppot, een zijarm van de Rietbaan, ligt de romp van wat volgens mij een radarboot is geweest. Als ik Ben hierop wijs kijkt hij me onbegrijpend aan. Een radarboot? Een boot die radar onderwater heeft ? Wat is dat nu weer voor iets. Het duurt even voordat we het misverstand opgehelderd hebben. Op dat moment varen we al in het einde van de Rietbaan. Bomen groeien tot ver over het water, en het is haast niet voor te stellen dat amper een kilometer verder een zeer druk scheepvaart kruispunt is.

 

Waar de Noord, Beneden Merwede en de Oude Maas elkaar ontmoeten is het druk. We varen de Rietbaan uit, en zitten direct in de drukte. Een 'Esso'-boot vind het nodig om ons op minder dan vijf meter afstand voorbij te lopen, een zeiljacht bevind zich dan net 10 meter schuin achter ons, en de Fast Ferry vaart ook nog ergens rond. Langs de kunstwerken aan de rand van Zwijndrecht varen we de Oude maas op en zien in de verte de hefbruggen van Dordrecht net naar beneden zakken. De openingstijden van de brug staan op de (gratis) 'Vaarkaart Nederland' van de ANWB, maar die heb ik net niet. Langzaam varend langs Dordrecht besluit ik dan toch de Leuvehaven op te zoeken, waar een wachtsteiger is. De golfslag reikt tot aan de wachtsteiger, en het is niet rustig in de inham die de wat grote naam 'Leuvehaven' heeft. Het vrachtschip 'Chino' vind de Leuvehaven ruim zat, en de schipper manoeuvreert zijn meer dan 80 meter lange schip zonder problemen achteruit de haven in. Dat kan ik ook, achteruit parkeren, maar dan met een auto....

 

Het lukt me om de 'Zephyr' langszij een luxe motorjacht te krijgen, en daar vast te maken. Vlak daarachter ligt een zeiljacht, de 'Waylin' (?) en diens schipper stapt net aan wal. Ik vraag hem of hij weet wanneer de brug gaat. Verbaasd kijkt hij me aan, kijkt naar de top van de mast en vraagt 'Luister je niet naar de marifoon' Nee dus. Geen papieren, dus geen marifoon...

Van hem verneem ik dat de brug om 17 minuten over heel open gaat, dat is over ongeveer een half uur. Dus is het nu lunchtijd. Er staat een ontzettende golfslag bij de wachtsteiger. De grote stootwillen die naast het motorjacht hangen zijn geen overbodige luxe. Van de opvarenden van het motorjacht hoor ik dat ze naar de Biesbosch onderweg zijn, en uit Delfzijl komen. Ze moeten alleen nog een kaart van de Biesbosch hebben. Gelukkig duurt het kopen van die kaart langer dan het wachten op de brug, en als ik zie dat de 'Waylin' los maakt, ga ik erachteraan, met een bedankje aan het motorjacht.

brug dordrecht

... brug Dordrecht ...

Een vijftal zeilschepen verzameld zich bij de brug terwijl de seconden voorbij tikken. 17 over, 18 over, en eindelijk gaan de lichten op rood-groen. De eerste spoorbrug gaat open, en snel daarna de tweede. Op dat moment is de verkeersbrug ook al bijna open. Een aantal jachten wacht niet op groen licht, maar vaart de brug al door. Ik weet het niet, zal ik ? Ik geef gas, en ben uiteindelijk de laatste die door de brug vaart. Een bel klinkt, en de gewichten van de spoorbrug gaan omhoog, het brugdek naar beneden, terwijl ik nog onder de brug zit. Het is geen prettig gevoel, dat moet ik op te terugweg beter zien te doen.

We gaan verder, de Oude Maas af, naar de Dortse Kil. Daar probeer ik zeil te zetten, eerst alleen de fok, daarna het grootzeil erbij. Maar het wil niet. Te weinig wind, en naar ik later ontdek, teveel tegenstroom. Dan maar weer het zeil eraf en de motor aan. Gelukkig is het niet heel erg druk, het is tenslotte zaterdag. Langzaam varen we verder, richting Hollands Diep.

Net voorbij 'sGravendeel probeer ik nogmaals de zeilen. En jawel hoor, er is wind, zon, en herrie. Ben ik net van het kabaal van de motor af, blijkt dat er een soort van feestje op de oever is, waarbij het dringend nodig is om heel veel, hele harde geluiden te maken die ik echt geen muziek kan noemen. Meer dan twee kilometer verder hoor ik het nog. Het goede nieuws is dat er gezeild kan worden. Eindelijk.

strijensas

... Strijensas ...

Totaan het Hollands Diep gaat het goed, Er is weinig scheepsverkeer. Aan de monding van de Dortse Kil wordt het plotseling weer wat drukker. Maar er begint ruimte in het water te komen, en er is dus genoeg uitwijkmogelijkheid. Er is wel erg veel ruimte, zie ik nu, ik zou er pleinvrees van krijgen.....

Het weer wordt wat minder, de zon verschuilt zich weer, en het lijkt erop dat de wind toeneemt. Ik hou het voor gezien en zoek een haven op. Numansdorp is nog ver weg, Strijensas gaat het worden. Ruim van tevoren gaat het zeil naar beneden. Twee strekdammen, amper boven het water uitstekend vormen de ingang. Het is niet al te breed, en waar is de haven ?. Rechts omt een opening in zicht, achter de rietkragen. Groen genummerde boxen zijn vrij meld een bord, mooi, maar waar zijn die groen genummerde boxen ?. Ik vaar wat verder en zie een motorjacht een box uitvaren en een andere proberen, kennelijk paste het niet. Het lijkt me geen onaardig plekje, en het is vrij, dus schuif ik de 'Zephyr' rustig het gaatje in. Het aanleggen gaat vlot, ook dankzij een dwarssteiger aan de zijkant......

Martin stapt van boord en pakt de boot aan. De motor gaat uit en de tweede vaardag zit erop. Het is pas half vijf, maar ik ben stuk. Het blijkt dat ik zo'n beetje het plekje heb uitgezocht wat het verste van het havenkantoor is verwijderd. D139 heeft wel het grote voordeel van een steiger aan de zijkant, merk ik. De meeste boten liggen in boxen die niet meer dan twee palen hebben, en de meeste mensen moeten hun boot via de boeg verlaten, wat vaak niet echt makkelijk is.

 

Ik heb geen zin om eten te maken en trek met de jongens het dorp in, waar een eetcafe moet zijn. Plots zie ik een auto, waar aan de achterzijde een sleutel in het slot steekt. Ik bel aan bij een hen huis er tegenover en die vertellen me dat de auto waarschijnlijk bij het tweede huis om de hoek hoort. Op mijn aanbellen daar doet een vrouw open die inderdaad een Ford Mondeo heeft. Maar het is haar sleutel niet. En ook haar auto niet. Haar auto, met exact hetzelfde merk, kleur en type staat ergens anders. Gelukkig weet zij waar de sleutel zou kunnen horen, en loopt ze even mee. Het klopt, iemand was inderdaad de sleutel vergeten. Voordat we verdergaan blijkt dat het huisje waar ik eerder aanbelde een probleempje heeft omdat door de wind tegen de vitrage een aantal dingen uit het raam zijn gevallen. Aangezien de vrouw duidelijk moeite heeft met bukken, help ik even. 'U bent een bijzonder aardige man' krijg ik te horen. Gewoon omdat ik even help. Nou ja.

We eten friet bij eetcafe Nooitgedacht. Dat had ik nooitgedacht, friet eten in Strijensas. Maar we zijn er. Daarna lopen we terug naar de boot. Ik ben heel moe. En ga even liggen. Ben en Martin gaan een eindje lopen, wat lekker rustig is, maar de slaap wil niet komen. Er is veel gebeurt. Bruggen, drukte, de ontzagwekkende open ruimte van het Hollands Diep .......

Ik heb een slechte avond. Wat verder te doen ? Verder gaan, naar Hellevoetsluis ? Als het weer zo blijft is het niet leuk. Met deze aanwakkerende wind kon het wel eens raar weer worden. Wat te doen ? Martin maakt het niet zo veel uit, maar Ben zou het niet erg vinden om naar huis te gaan. Ikzelf zou het wel vervelend vinden om het doel niet te bereiken, maar dat doel is nog 30 Km verder, en er zit weer zo'n rot-brug tussen. Elke brug kost me een jaar van m'n leven. Of de brug nu 14 meter is of niet, het blijft spannend. Morgen neem ik de beslissing....

 

Ik slaap diep, maar wordt toch een beetje met een rot gevoel wakker. Het eerste wat ik denk is 'Waarheen vandaag'. Een of twee dagen naar Hellevoetsluis, of een of twee dagen naar Culemborg?. Volgens de havenmeester is het eerste stuk tot aan Numansdorp goed te varen met de verwachtte noordelijke wind, en mag de brug ook geen probleem voormen, 14 meter is tenslotte ruim zat. Terwijl ik buiten het havenkantoor de weersverwachting bekijk komt Ben aanlopen met een schrijfblok, om de brugtijden van Dordrecht te noteren, die op een mededelingenbord zijn aangebracht. Hij wil best naar huis. Ik ook wel. Zou ik weer last van heimwee hebben? Aan boord kijk ik nog eens naar de kaart, en neem een besluit. We gaan terug. Het zal waarschijnlijk twee dagen duren, maar alles lijkt me beter als blijven wachtten en nietsdoen.

dordtse kil

... Dortse kil ...

Vrij snel zijn we de haven van Strijensas uit, en zette koers naar de Dortse Kil. Het is koud, erg koud, en er is tegenwind op het Dortse Kil. Maar volgens de tabel die ik heb ingekeken heb ik stroom mee, en gisteren was dat niet zo. Het gaat snel, zo snel dat we 20 minuten voor de brugopening van 12:18 bij Dordrecht zijn. Even een klein rondje varen, want voor 20 minuten gaan aanleggen is niks. Twee vrachtschepen maken dat het rondje iets langer gaat duren als gedacht, en ik moet me haasten om op tijd weer bij de brug in de buurt te komen. Voordat de lampen rood-groen geven is de eerste brug al omhoog, en ik ben nog veel te ver weg. Op topsnelheid ga ik vooruit. Haal ik het of niet. Nadat het laatste schip door de brug is lijkt het nog uren te duren voordat ik bij de brug ben. Maar ik kan er nog door, en weer hoor ik de bel gaan als ik nog onder de brug ben, en weer gaat het brugdek naar beneden als ik nog niet weg ben. Het eerste huis in Dordrecht heeft op de zijgevel een advertentie voor motoren revisie, lees ik. Vast wel nodig, want zo'n brug doorvaart is zenuwslopend en vergt veel van de zenuwen en de motor. Ik hoef er nog maar eentje....

Vanaf de Oude Maas de Noord op. De overige vijf schepen die door de brug bij Dordrecht gingen gaan dezelfde kant op. Maar de 'Zephyr' is niet zo snel en raakt al gauw verder achter. Ik kies weer voor de Rietbaan, maar dat kost ook wat moeite omdat een Fast Ferry mij aan de juiste kant wil passeren, en ik wil juist die kant op. Geen marifoon, en ook geen richting aanwijzers...

De Rietbaan is rustig. Gelukkig maar, na de hectiek van de Noord ben ik daar aan toe. We eten een klein hapje, maar zowel Ben als ik hebben geen echte trek. Als we de Rietbaan uitkomen zien we in de verte de vijf schepen die eerder al bij elkaar door de Dortse brug gingen ook bij Alblasserdam samen door de geopende brug varen. Ik zal moeten wachten.

brug alblasserdam

... brug Alblasserdam ...

Van bovenaf komen er twee jachten, zie ik. Dat betekend dat de brug open gaat. Ik vaar vast langzaam dichterbij, maar ben te vroeg. Een rondje dan maar, er is niemand in de buurt, dus dat moet gaan. Er komt een tweede jacht de Rietbaan uit, ook op weg naar de brug. Het wordt nog druk. Als de brug rood-groen licht geeft lig ik ik een goede positie, maar er zijn ook tegenliggers. Langzaam drijft de 'Zephyr' naar links, recht in het vaarwater van de jachten die over enkele minuten door de brug zullen komen. Motor op achteruit, en een beetje bijsturen lijkt de oplossing. Maar er gaat iets heel erg fout. Wat in het rustige water van een haven vlekkeloos gaat is in het water van de Noord een lachertje. Plotseling ligt de 'Zephyr' dwars, met zijn kop richting wal, dwars in de doorgang. 'Gottogottogot' hoort ik mezelf zeggen, en ik denk dat het wel fout MOET gaan. De schipper achter me reageert veel beter, en houdt afstand. Ik zie een mogelijkheid, ruk de motor in z'n vooruit en geef gas. Heb ik nu een hele slag in de rondte gemaakt of maar een halve ? Ik weet het niet, maar lig weer op koers richting brug. Dan maar er doorheen. Vol gas gaat het door de brug, na een klein schietgebedje. Ik ben er doorheen, dat wel, maar mooi is anders.

zephyr

... Zephyr ...

Hierna stelt het zondags verkeer op de Noord niets voor en al gauw is er de Lek. We gaan snel. Heel erg snel en het doet me denken dat Schoonhoven, wat de stop voor de eerste nacht van deze terugreis zou zijn, misschien niet nodig is. Er is een noorderwind, en ik ga zeil erbij zetten en de motor gaat af. De zon schijnt, en de rivier is rustig, de wind valt half in, en we gaan heel snel. Hebben we het getij mee ? Ik weet het niet, maar het gaat wel lekker. Om vier uur zijn we Schoonhoven voorbij, en Vianen moet makkelijk te halen zijn. De rivier slingert wat meer, maar het blijft rustig, dus ik kan de voor de stukken waar de wind vrij hoog invalt een goede koers zetten. Tienhoven wordt zo gehaald, en tot Ameide komt de wind van achter. Vandaar tot Achthoven weer zonder een slag te maken, en Lexmond wordt ook gehaald met wind achter. Maar volgens de kaart gaat de rivier nu erg noordelijk, en het wordt langzaam tijd het zeil in te nemen. De beslissing wordt vergemakkelijkt doordat een groot vrachtschip door de bocht heen opdoemt. Snel de motor aan, zeil naar beneden, en aan de goede kant gaan varen.

Vlak voor Vianen zien we hoe een platbodem met drie jongelui door de politie wordt vlotgetrokken, tja, er is verval op de Lek. Maar ik heb weinig tijd om de daar mee bezig te houden, want Hagestein sluit zondags om 20:00 en dat zal net gaan. Martin zit aan het roer, en mag het schip onder de bruggen bij Vianen doorsturen.

Het gaat goed. Om 19:45 vaar ik de sluis binnen. Het vastmaken gaat minder goed, ik nader de sluiswand toch vrij snel en een bons is het gevolg. Het afremmen kost ook wat moeite, maar uiteindelijk liggen we toch min of meer vast. We stijgen en dat gaat goed, geen problemen. Dan gaan de deuren open en ligt het laatste stuk van de reis voor ons. Ongelofelijk. Over het stuk dat ons twee dagen kostte op de heenreis doen we nu 'slechts' een dag. Martin stuurt weer, terwijl Ben en ik vast wat gaan opruimen en inpakken.

De spoorbrug onderdoor. Het is de laatste brug, en na het pontje draaien we de haven in. Om 21:15 liggen we vast. Alles wordt van boord gehaald en in de auto gelegd die Joke naar Culemborg heeft gereden. Daar ben ik heel blij mee, nu kunnen we naar huis gaan. Terwijl Joke terug rijdt, wat heel goed gaat, besef ik dat ik echt moe ben. Het is geen tiendaagse vakantie geworden, maar zo voelt het wel aan. Misschien wordt er nog gezeild deze vakantie, maar zeker niet meer onder bruggen door........

Terug naar de verhalen pagina