SJK 2012 - Dag 1Sint Jansklooster 2012 |
|
Als ik zo eens naar buiten kijk, dan lijkt deze dag een hele mooie dag te
worden. Zo mooi, dat ik mijn “stay-kool” vestje maar eems aandoe, om onder de
motorjas te dragen.
| |
Het vertrek wordt enigszins vertraagt doordat ik mijn driepoot-krukje niet kan
vinden. Opvouwbaar, en sterk genoeg. Alleen, waar is dat ding gebleven?
Volgens mij heb ik het laatst nog in handen gehad, maar waar is 'ie nou? Na
ruim tien minuten in hoeken en gaten, kasten en kieren te hebben gekeken,
zonder resultaat, besluit ik om dan maar zonder krukje op stap te gaan. De
tijd begint te dingen. Als ik nog voor 11:00 in Sint Jansklooster wil zijn,
dan moet ik een beetje opschieten. Meestal rij ik over de N302 naar Apeldoorn,
om vanaf daar via de A1 de A50 te nemen. Maar deze keer maar eens niet. TomTom
werd ingesteld en die mocht me een route naar Sint Jansklooster laten zien.
| |
TomTom ging braaf aan het rekenen, en kwam met een route van 121 kilometer, via
de A12/A30/A1/A27 en A50. Kennelijk was dat de snelste route die het apparaat
kon vinden. Heel leuk, maar ik ben het er niet mee eens. Ik vindt de A12, en
dan de A50 een prima weg, en, de tegenwerpingen van TomTom negerend, rij ik de
A12 op, in de richting Arnhem. TomTom begint natuurlijk onmiddellijk te
waarschuwen dat ik verderop moet omdraaien, maar ook dat doe ik niet. Weer
gaat het apparaat herberekenen, en weer wort mijn reistijd weergegeven.
Volgens de TomTom kom ik pas om 10:58 op mijn bestemming aan.
| |
Rustig de goedbedoelde adviezen van de navigatie negerend rij ik verder. De
nieuwe helm zit prima, de oordopjes dempen uitstekend, en het rijdt gewoon
heerlijk. De half openstaande jas zorgt voor net voldoende luchtstroom langs
het 'stay-kool” motorvestje zodat ik niet het idee krijg dat ik het gevaar
loop te smelten.
| |
Ergens tussen de afrit Loenen en Apeldoorn is in eens de snelheid eruit. Een
aantal VW busje rijdt in konvooi, en de voorste is een klassieker, een T1
model of zo iets. Ik heb geen idee van het bouwjaar, maar ik denk wel dat het
geval ouder is als mijn CX. Hoe het ook zij, het duurt een hele tijd voordat
de colonne een vrachtwagen heeft ingehaald, en dan blijft de achterste bus
gewoon links, omdat de voorste VW al weer aan de volgende inhaal manoeuvre is
begonnen. Zodra er ruimte is, geef ik gas, en rij de rij voorbij.
| |
Nu gaat het weer lekker, en genoeg tijd is er ook. Daarom wordt er op de N50,
bij Zalkerbroek, getankt. Ik heb genoeg benzine om tot SJK te komen, maar het
is altijd prettig om een redelijk volle tank te hebben, mocht er ineens iets
zijn.
| |
De brug bij het Kadoelermeer gaat open, vlak voordat ik er ben. Dan maar even
stoppen, en rustig afwachten. Ik ben er toch al bijna, en die paar minuten
kunnen er nog wel bij. En inderdaad duurt het niet lang voordat ik verder kan
rijden. Rechts, twintig meter verder weer naar links, nog een paar honderd
meter, en dan ben ik er.
| |
En zo kom ik dan ruim op tijd, na een rustige reis door het zon-overgoten
Nederland, aan op het terrein van SJK 2012, het 10de club-treffen van de Dutch
CX-V twin club.
| |
Ik weet nog van het vorige jaar, dat de meeste opbouw-werkers pas na 13:00 op
het terrein kwamen, en dus was het een hele verrassing on te zien dat er al
een flink begin was gemaakt met het opzetten van de grote party-tenten. Twee
stonden er al, de derde was flink onderweg. Behalve Coen en Lieke waren ook
Cosmar, Theo en Werner en een enkele andere al op donderdag afgereisd naar
Sint Jansklooster, om daar te overnachten. En deze ploeg was al ver voor 11:00
aan het werk gegaan , met als resultaat een bijna klaar zijnd SJK terrein.
| |
... bijna klaar SJK ... | |
Wat er nog wel miste waren een aantal spullen die Rembrandt met zich mee zou
nemen. Maar die zal pas in de middag komen.
| |
Mijn “Rode Rakker” wordt op een mooi nieuw plankje gezet, en dat was dat. Nu
eerst dat warme pak uit, want als ik stil sta, dan merk ik weer hoe warm het
is. Laarzen, warme broek, dikke jas, en zo, dat gaat een stuk beter.
| |
Het opbouwen van de feest tenten verloopt vlot, dus daar hoef ik niet in de
weg te gaan lopen. Tijd om het eigen tentje op te zetten. Een paar meter naast
de tent van Erik is nog een vrije plek. Grondzeil, en daarop gaat de tent
komen. Maar eerst krijg ik nog een aangename verrassing als ik de tent uit de
opbergzak haal. Daar ligt boven op de tent mijn krukje, het krukje waar ik
deze zelfde ochtend zo druk naar gezocht heb......
| |
Dit soort rare dingen gebeuren me wel vaker, en inwendig vertel ik mezelf dat
ik eigenlijk een ezel ben, en beter moet uitkijken. En omdat ik altijd gelijk
heb zeg ik “Nou ja”, haal mijn schouders op, en zet de tent op. Weer snel
gedaan, nu nog een paar pennen in de grond, en klaar.
| |
Het grootste gedeelte van de bagage wordt al vast van de motor naar de tent
verplaatst, en bij het enige aansluitpunt wat het veld rijk is wordt het
matrasje met behulp van het pompje opgeblazen. Ziezo, vanavond kan er geslapen
worden.
| |
Rondkijkend zie ik dat het meeste werk al voortvarend ter hand is genomen, en
dat bijna alles al klaar staat. De spullen die Rembrandt bij zich heeft zullen
we nog op moeten wachten, maar de parkeerplankjes kunnen al wel neer gelegt
worden. Werner en ik nemen de taak op ons om het parkeervak in orde te maken.
Plankje, twee stappen, plankje, twaalf of dertien op een rij, en zes rijen
diep. Zo zal het wel lukken voorlopig.
| |
... Arriveert Michael ... | |
Om 12:30 arriveert Michael, met twee Duitse CX-ers, die via Ede zijn gereden.
Ook Stephany en Danny, die per scooter inkopen zijn wezen doen, zijn terug.
Het meegebrachte zwembadje wordt met enige moeite opgeblazen, en talloze
emmers met water worden aangedragen om het badje te vullen. Het resultaat is
een plekje waar men zijn of haar vermoeide voeten in kan zetten, om even een
beetje af te koelen. Sommigen doen doen niet alleen hun voeten in het water,
maar dat kan ook........
| |
Om 15:30 begint mijn eerste toegewezen taakje, het aanwijzen van een
parkeerplek, en assisteren bij het opbokken, indien gewenst, van de
binnenkomende motoren. En zoals zoveel voorgaande jaren is mijn natuurlijk
overwicht niet voldoende om alle andere motoren dan CX-achtigen op de
achterste plaatsen te zetten. Nee, het is nog erger dan voorgaande jaren,
wanneer ik merk dat, en daar hebben vooral onze Duitse gasten moeite mee, dat
het parkeren alleen maar mogelijk is op de mooie, grotere, nieuwe plankjes.
| |
Een Duitse gaste heeft ook problemen met parkeren. 'Das brett is zu klein'
hoor ik, en als ik met een ander, iets breder plankje aankom wordt dat ook
afgekeurd en met een duidelijk uitgestoken wijsvinger wordt er gewezen naar
een mooi, groot en nieuw plankje, twee rijen verder. Die moet ze hebben. Wat
ik als antwoord wil geven is niet geschikt om uit te spreken of op te
schrijven, en zou, onvervalst Nederlands als het is, waarschijnlijk niet
begrepen worden. Vooruit dan maar. Als ze de motor niet op een klein plekje
kan zetten, dan krijgt ze haar zin. Nederlanders hebben genoeg aan een klein
plankje, maar Nederland is dan ook kleiner als Duitsland.
| |
Steeds meer motoren komen het terrein opgereden. En af en toe kan ik een
bekende begroeten, zoals Beussie, natuurlijk met busje met aanhanger, Theo J.
en Nick, een metgezel van de Santiago-reis. Maar nog steeds missen we het
spandoek, en nog steeds is Rembrandt er niet met de afkruiskaarten voor drank.
En langzaamaan is het bier koel, en de gemoederen lopen toch wat op........
| |
... steeds meer motoren ... | |
Tegen vijf uur komt Rembrandt eindelijk aan, met spandoek en met drankkaarten
en met nog veel meer. Direct wordt er aangepakt, en een foto-gelegenheid bij
de registratie-tent neergezet. Sommigen gaan zo snel mogelijk de inrit foto
laten maken, anderen wachten nog eventjes. Ik help nog een aantal motoren naar
hun plaats, en ga dan bij de ingang staan, als foto-ontvangst comité. Motor
komt aanrijden, ik wijs de plaats, voor het spandoek aan, foto wordt gemaakt,
en dan wijs ik een plaats op het parkeerterrein aan. 't Loopt gesmeerd.
| |
Na enige tijd is de stroom motoren afgenomen, heeft iedereen die dat wil een
foto laten maken, en soms wel twee, en staat het midden terrein al aardig vol
motoren. Ook is het, tot mijn verbazing, al half zes geweest, en mag de
volgende de eervolle taak overnemen om de motoren naar hun plaats te
begeleiden. Zelf rij ik ook langs, en daarna ga ik op weg om de inschrijving
te regelen.
| |
Als dat gebeurd is is het tijd voor de inwendige mens, want die mens begint
een beetje te protesteren tegen de verwaarlozing en dat er gegeten moet gaan
worden. Achter Rembrandt bus is een kleine barbecue opgesteld, waar wordt en
hamburger gemaakt kan worden. Ook een vegetarische hamburger is te bestellen,
en ik bestel er zo eentje. Tijdens het eten komt Nick langs, en we houden een
praatje, en nemen een cola, etc. Samen eten we nog een hamburger broodje, want
ik zit er nu toch. Het is nu de eerste keer dat ik wat last van de grote
aantallen wespen heb, die de rest van het weekend de bezoekers lastig blijven
vallen.
| |
... een hamburger ... | |
Ik loop wat over het terrein, maak links en rechts een praatje met deze en
gene, bekijk motoren, maak foto's en beland uiteindelijk voor de tent van
Beussie. En net als ik daar zit komt Coen vragen of ik geen bardienst heb? Ik
kijk even hoe laat het is. Nee, nog niet, pas om negen uur. Daar vergis ik me
danig in, blijkt, want mijn bardienst is al een dik kwartier aan de gang, en
wordt nu door Werner alleen gedraaid. Als het niet zo warm was geweest had ik
nu op een drafje naar de feesttent gelopen, maar gezien de nog altijd hoge
temperaturen loop ik toch wat rustiger.
| |
... bardients met Werner ... | |
De band arriveert, en begint uit te laden en op te stellen. Er is wat
onduidelijkheid over de drank-afstreep kaarten en waar deze gekocht kunnen
worden, maar ook dat kan snel verholpen worden. De barbeqeu van Rembrandt,
waar druk gebruik van gemaakt is, wordt afgebouwd, en de inderhaast
aangekochte lampen opgehangen en aangezet. De lampsnoeren die gewoonlijk
gebruikt worden zijn door een vergissing niet meegekomen, en nu wordt deze
nood oplossing verlichting gebruikt. Coen haalt een looplamp voor boven de bar,
want we kunnen bijna niet meer zien wat we aan- of afkruisen.
| |
Als de band begint is mijn bar-dienst afgelopen. En daar ben ik best blij mee.
Ik ben vrees'lijk moe, en zoek een plekje met een stoel op, bij de tent van de
Berends', om even de oogjes dicht te knijpen. Ik doezel wat in de amper
afkoelende avond, aan de rand van het feestgedruis. Om kwart voor elf ga ik
toch de eigen tent in, in een poging om wat te slapen.
| |
Dat lukt, ondanks de feestmuziek, prima, merk ik, als ik om kwart over twaalf
weer wakker wordt. Maar helaas. Opnieuw in slaap vallen gaat niet lukken. Tot
na drie uur lig ik wakker, draaiend naar links, draaiend naar rechts, terwijl
stemmen uit de tent elkaar nog hele verhalen vertellen die ik net niet kan of
wil volgen.
| |
Als om kwart over drie de laatste stemmen in de richting van de betreffende
tenten lopen, besluit ik, bijna traditie getrouw, om even te gaan afkoelen
onder de douche. Druk zal het daar niet zijn. En een kwartiertje later kom ik
terug bij mijn tent. Nu dan, zou het nu lukken wat te slapen ? Morgen moet ik
weer vroeg bij het ontbijt staan, dus ik wil me niet verslapen. Maar voordat
die gedachte helemaal ten einde is zak ik weg, in een onrustige, en door
warmte geplaagde slaap..........
| |
...... |
|