Terug naar de Motorpagina


Vechta 2009


Proloog        Dag 1        Dag 2        Dag 3


Om half zes wordt ik min of meer wakker. Waar was ik ook al weer, en waar was mijn zachte, warme bed? O,ja, Vechta. Dat betekend geen zacht bed, en fris was het ook wel. Dan toch maar even de tocht naar de douches, waar om half zes in de ochtend de wachtrij nog niet is ontstaan. Wel heb ik, als amateur op kampeergebied, wat moeite met de douchekraan, en bijna kom ik tot de overtuiging dat het ding stuk is, totdat ik per ongeluk op de kraan duw en beloond word met een krachtige en warme straal water. Ah! zo werkt dat dus....

Min of meer opgefrist loop ik terug naar de tent, waar een serene rust heerst, wanneer je het gesnurk uit de diverse richtingen tenminste niet meetelt. Om zes uur 's ochtends is zo'n verzameling tenten een beetje onwerkelijk, alsof er iets ontbreekt. Mensen bijvoorbeeld. In afwachting van het ontwaken van de snurkers en anderen duik ik ook nog even de slaapzak in. Wakker worden doe ik straks wel weer.....

tenten
... zes uur 's ochtends ...

Om half acht kom ik monter mijn tentje uitgekropen, te midden van een groep slaperig kijkende tentbewoners. Het gezegde "de morgenstond heeft goud in de mond" is voor velen duidelijk niet van toepassing. Her en der wordt er een poging gedaan met koffie althans enige schijn van wakker zijn te creëren, maar of de koffie is niet goed, of het is een zeer matige schijn.

Ontbijt in Vechta stijl is plaatsnemen in de rij, en wachten totdat je aan de beurt bent. Het groene ontbijt-bewijs armbandje wat we bij de inschrijving uitgereikt kregen had ik, irritant ding als dat het was, allang doorgeknipt. Maar er wordt niet gecontroleerd. Broodje, broodje, kaas, ei, koffie en dan een zitplaatsje zien te vinden. En ook dat lukt. Door ervaring wijs geworden heb ik van huis een zoutvaatje meegenomen, tot vermaak van mijn tafelgenoten. Maar wie te hard lacht, krijgt geen zout op z'n eitje, dreig ik. Dat maakt indruk. Nog niet alle Dutch CX-ers zitten aan het ontbijt, als ik voor mijn tweede kop koffie van de ochtend ga.

Dutch CX-er
... Dutch CX-er ...

koffie halen
... tweede kop koffie ...

Na de koffie, en een lange tijd napraten ruim ik m'n spullen op. Wat te doen vandaag is de grote vraag. De organisatie heeft een aantal routes uitgezet, die individueels gereden kunnen worden. Kennelijk is het dit jaar niet gelukt om een route voor meer dan twee- of driehonderd motoren te realiseren. Niet verbazingwekkend, als je bedenkt hoeveel organisatie daar wel mee gemoeid moet zijn. Afzetten van kruisingen, meedewerking van diverse politie- en brandweerkorpsen, en ook nog een flink aantal vrijwilligers. Naast alle gemeente besturen die ook hun toestemming moeten geven. Dan maar een losse tocht, met tot slot een gezamelijke terugrit vanaf de Dümmersee, 30 kilometer naar Vechta. Voor ik vertrek, in eerste instantie met een aantal mede Dutch-CX-ers, loop ik nog even rond langs de uitgestalde onderdelen. Plotseling zie ik Frans met, hoe kan het ook anders, een stel knipperlichten in zijn hand staan. Tja....

knipperlicht
... Frans met een stel knipperlichten ...

Als de toer van de Nederlanders gaat vertrekken wordt ik een beetje zenuwachtig, en bij het tankstation besluit ik om toch maar alleen op avontuur uit te gaan, ontspannen een tourritje door de omgeving te maken, en met een "Ik zie jullie om drie uur bij de Dümmersee" geef ik gas, en ben weg.

Kleine weggetjes, bochtig, gemaakt voor lage snelheid, rustig tourend door het Duitse land. Dan weer links, dan rechts, en waar ben ik nu? Vaag staat me bij dat we met de voorgaande massale tourtochten ook hier ergens langs gegaan waren, en dat ik me toen ook al afvroeg waar dat eenzame weggetje naartoe zou gaan. Volgens mijn TomTom is het de 'Neuer Damm', maar dat is vast al lang geleden, want zo nieuw ziet het er ook niet meer uit. Slecht wegdek, staat er in goed duits. Maar de weg is er, en de einder lonkt. Langzaam rij ik dus die dam af, en zie al gauw eindeloze rijen van dijkjes of zo. Wat is dat toch? Dan herken ik het. Turf. Dit is veengrond, en dat daar zijn rij na rij na rij blokken turf, die liggen te drogen.

turf
... rij na rij na rij blokken turf ...

Ik blijf voorzichtig verder rijden, in de hoop dat deze weg ook een andere kant heeft. TomTom, die geen rekening te houden heeft met de kwaliteit van het wegdek zegt van wel, maar voor me strekt zich slechts de bruine, rulle, onbegaanbaar lijkende veengrond uit. Onbegaanbaar lijkend, of werkelijk onbegaanbaar?. De eerste meters over het veen geven niet veel reden tot gejuich. Helemaal niet als de wielen verder wegzakken, en het achterwiel vrijwel geen grip meer heeft. Even zie ik mezelf langzaam wegzakken, als een soort van moderne veenmummie, om over een duizend jaar of zo opgegraven te worden, en samen met de eveneens perfect bewaard gebleven CX tentoongesteld te worden. Nee, dat trekt me niet. Met beleid, gas en geluk weet ik de CX en mezelf dat lot te besparen, keer om en rij een eindje terug. Een zijweggetje, waar een smalspoorbaan ligt, helpt me ook niet verder. Over de spoorbaan rijden gaat ook niet, omdat verderop een treintje op het spoor staat.

spoorbaan
... smalspoorbaan ...

De stilte is hier duidelijk hoorbaar. Even blijf ik staan om te genieten van die geweldige ervaring, van rust en stilte. Stilte alom. Dan verscheur ik de stilte als ik de CX weer start. Het lijkt erop dat de enige manier om verder te komen, teruggaan is. Beter dat als eindigen als veenmummie, vind ik. Dus neem ik voorzichtig de 'Neuer Damm' in de tegenover gestelde richting, weer ruim twee kilometer lang, door een gebied waar hazen over de weg zigzaggen, en roofvogels hun prooi beloeren vanuit vrijwel stilstand.

Na de mijn veen-avontuur, op amper vijf kilometer van de "Moorkamp", wil ik nu eerste eens even een beetje rijden. Gewoon, rijden. En mijn CX wil dat ook wel, en zo verdwijnt er kilometer na kilometer wegdek onder de banden. Heuvels, kleine bergjes, plotselinge vergezichten, het is er allemaal. Ik rij door dorpjes waar de huizen er allemaal verrassend modern en gelijkvormig uitzien, zoals Jacobidrebber, en waar alleen rond de kerk nog een klein aantal oude huizen in vakwerkstijl staan.

kerkje
... de kerk van Jacobidrebber ...

vakwerkhuizen
... vakwerkhuizen ...

En dan ineens is er een gesputter, wat ik kan verhelpen door de benzinekraan op 'reserve' te zetten. Tijd voor een tankstation, en zo langzaam aan ook tijd voor een hapje eten. 'Tankstelle Barver' is de eerste die ik tegenkom, nadat ik al meer dan twintig kilometer uitkijk naar een mogelijkheid om de dorst van de "Rode Rakker" te lessen. Het is nog geen tijd om me zorgen te maken, want ik weet ondertussen dat de reserve van deze CX erg vlot komt, al bij 190 km, dus ongeveer na 10 liter. En in theorie moet er dan nog minstens 50 kilometer of meer aan brandstof in de 17 liter tank aanwezig zijn. Maar ik heb geen zin om dat helemaal uit te proberen, dus wordt de CX volgegoten met 'Benzin'.

Nu de CX voorlopig weer voldoende brandstof heeft heb ik even een zorg minder. Maar ik begin een aardige trek te krijgen. Langs de weg hier zijn wel deftige hotel-restaurants en Gästhof-dingen, maar die zien er veels en veels te luxe, en dus te prijzig, uit. Ik rij, nog steeds een beetje hongerig, Wagenfeld binnen. Plots, op een hoek zie ik "Pohly's Snack Eck". Ik rij er voorbij, maar keer om en neem het geheel eens in ogenschouw.

snack eck
... Pohly's Snack Eck ...

Precies wat ik zoek. Een soortement van snackbar/restaurantje, waar ik de motor in het zicht kan neerzetten. Mooi zo. Binnen bestel ik, naar ik hoop, een flinke lunch. Maar, als de bestelde maaltijd komt blijkt dat ik toch een flinke misrekening heb gemaakt. In Duitsland zijn de poorties aanmerkelijk groter dan wat we in Nederland voorgeschoteld krijgen. Dit gaat echt wel iets meer als een kwartiertje duren. Vol goede moed val ik aan op de berg met eten, om een hele tijd later de restanten van die maaltijd terzijde te schuiven. Mensen lief, wat lekker en wat veel! Een kopje koffie om het af te ronden, en dan maar eens in de richting van die Dümmersee.

Draaiend door het fraaie Niedersaksische landschap wordt ik verrast door fraaie uitzichten, bomengroepen, en daarachter weer een vriendelijk ogend landschap. Maar deze weg, die ken ik. Die berg heb ik eerder gezien en deze weg eerder gereden. Het is de Sternweder Berg, ontdek ik later. Hier reed de tourtocht van 2007 ook langs, op ook al zo'n prachtige dag. Toen was er geen tijd om een foto te maken, nu wel. Na de foto's ga ik het dorpje in, Brockum, ook al voorzien van een mooie oude kerk.

sternweder berg
... Sternweder Berg ...

brockum
... oude kerk ...

Maar het wordt zo zoetjes tijd om de "Dümmersee" op te zoeken, en daar heb ik dan de TomTom voor. Die weet me te vertellen dat ik daar naar rechts , dan links en dan die weg moet gaan. Alleen luister ik daar niet naar, als ik weer een mooi stukje weg zie en tijd genoeg heb. TomTom slaat dan heftig aan het herberekenen, wil me terug laten keren, maar vind dan uiteindelijk de weg die ik ga ook goed. Bergen, bossen, velden, windmolens en dan "Dümmersee", ik ben er. Achter Cosmar rij ik de parkeerplaast op, waar Shuggy een parkeer-plekje voor me vrijhoud, en ik de motor en de helm afzet.

Een drukte van belang is het hier. Even verderop is er een hoop gedoe als een grote auto vooruit wil, en een CX-met-zijspan, Werners 'Karel de Grote', in tegengestelde richting dat ook wil. Er is niet veel ruimte, maar Werner trekt zijn machien er toch langs. Later hoor ik dat Grietjes 'Hans' een lekje in de radiator heeft, en dat Werner zo snel mogelijk voor reparatie met beide motoren naar Vechta terug wil. Ik ontmoet intussen een aantal van de toertocht-rijders van die morgen, die luierend in de schaduw van de vriendelijke begroeing zitten. Verhalen worden uitgewisseld, en al snel is het tijd voor de terugtocht.

dummersee
... tourtocht-rijders ...

tourrijders
... de Dümmersee ...

Het is de bedoeling dat we een beetje achteraan aansluiten. Dat lijkt ook helemaal te gaan lukken, als we zijdelings aansluiten bij de hoofdstroom van de terugrit. Totdat bij een CX-er, die vrij voorin staat, de motor afslaat. Hij blokkeert nu bijna de hele hoofdstroom, zodat wij wel in het ontstane gat moeten invoegen om niet een enorm gat in de terugtour te laten vallen. Zodoende rijden we vrij vooraan. Verkeer wordt tegengehouden, rood word genegeerd, en rustig komen we, na een half uur, weer op het kampterrein in Vechta aan.

Al snel zie ik Grietjes 'Hans' staan, zonder koffers, zonder tank en zonder zadel. Werner is op weg om lekstopmiddel te halen, en zodra hij terug is staan er direct drie, vier helpende CX-ers om de motor, waarbij ze elkaar goede adviezen geven, in de weg lopen, en ondanks dat gezamelijk toch de CX weer in orde krijgen. Als 'Hans' weer in elkaar zit wordt er een proefrit gemaakt, en alles lijkt weer in orde.


... helpende CX-ers ...

Het volgende punt op de Dutch-CX-club agenda is een groepsfoto. Niet iedereen is er, maar de aanwezigen gaan, zoals altijd onder het spandoek, op de foto. Kai, de officiele-ingangs fotograaf van het treffen maakt ook een foto, maar meer dan één afdruk wil hij niet meegeven. Daarom wordt de digitale foto op een geheugenkaartje gezet, zodat, eenmaal thuis, ik die op mijn website kan zetten, en iedereen de foto kan downloaden.


... groepsfoto ...

Maar het is nu etenstijd geworden. Werner, Grietje en een paar andere vertrekken om ergens een pizza te gaan eten. Nauwelijks zijn zij weg of kijk nou eens, daar komen Floris en Edward het terrein oprijden. Ze "waren in de buurt" zeggen ze, en dus komen ze even langs. Welnu, ze zijn van harte welkom, en zo groeit het aantal Nederlanders tot boven de dertig.

floris en edward
... Floris en Edward ...

Terwijl beiden hun motor stallen, zich melden bij de organisatie en hun tent opzetten, loop ik naar mijn eigen tentje, voor een kort en verlaat middagdutje. Ruim drie kwartier later wordt ik weer wakker. Het uitgebreide middagmaal is al weer bijna vergeten, dus wordt het tijd om wat te gaan eten. Een frietje, en daarna een heerlijke "flamkuche" en ik kan er weer even tegen.

Dan is het alweer tijd voor de toespraken en de prijsuitreikingen. Meer dan 400 inschrijvingen en bijna 300 Cx-en zijn aanwezig, zo vermeld de spreker. En zoals altijd zijn er bijzondere prijzen en vermeldingen. Men probeert één van de vier aanmeldingen die per brief zijn gekomen te vinden, maar er blijkt er geen één aanwezig te zijn, waardoor definitief het einde van de analoge postkaart wordt bevestigd. Wel is degene aanwezig die als eerste zich digitaal had aangemeld, met zoals het T-shirt vermelde "Turbo geswindigkeit". Ook de meest gedecoreerde Cx is er, met meer dan 40 verschillende stickers op de zijkoffers. Ook worden alle vrouwen, die per eigen CX gekomen zijn, naar worden gehaald, en allemaal krijgen ze een bloem uitgereikt. Ook bloemen voor de vertegenwoordigers van alle aanwezige landen. Denen, Engelsen, Belgen, meer dan 30 Nederlanders, Fransen, Tsjechen, en een verdwaalde Noor, wat met de Duitsers erbij 8 verschillende nationaliteiten maakt, voorwaar een verenigd Europa.

snelle aanmelding
... eerste digitaal aangemeld ...

cx vrouwen
... per eigen CX gekomen ...

Maar welke motor, welke Cx zou nu die prijs de prijzen, die eervolle vermelding "Pumpe 2009" mogen gaan voeren. Het kenteken word in het engels gegeven, dus kennelijk een engelse motor. Maar de eigenaar is er niet. Maar Shuggy is er wel. "Not my bike" begint hij, rustig zittend op zijn bankje, "No,it's......". Dan weet hij het, en hij springt op de bank, draait zich om en begint te springen en luidkeels te roepen "Han!!". Ondersteund door de microfoon herhaald hij zijn oproep: "Han! get your ass over here!!!", welke oproep gevolgd wordt door een luid gelach van de aanwezigen. Uiteindelijk verschijnt Han, zittend op de tot low-rider omgebouwde CX. Er is nog even verwarring waar het ere-schildje moet komen, maar dan is het officiele gedeelte afgelopen.

pumpe 2009
... "Pumpe" 2009 ...

Een zanger begint liedjes te zingen, zichzelf begeleidend op gitaar. Deze muziek bevalt me in elk geval beter als het geluid wat de vorige avond ten gehore gebracht werd. Maar niet iedereen is het met me eens Het kampvuur laait weer in alle hevigheid op, en de aanwezigen praten wat, drinken een biertje of fris en vermaken zich bijzonder goed. Pinda's en bier en "flammkuchen" en broodjes worst, het is een gezellige avond. Lekker eten, goed gezelschap, prima kampvuurtje. Wat wil een mens nog meer?

praten wat
... praten wat ...



Om half elf merk ik dat het korte slaapje inderdaad erg kort was. De tent en slaapzak lokken, en eenmaal daar aangeland val ik, ondanks de muziek, als een blok in slaap.




Proloog        Dag 1        Dag 2        Dag 3


Terug naar de Motorpagina