Vechta 2011, zondag | |
|
De laatste schone sokken, de laatste droge broek en langzaamaan ben
ik weer het heertje. De nacht was kort, veels te kort, want om zes
uur of zo vertrekt de eerste Vechta-ganger al, en die hoor ik
vertrekken. Om halfzeven zetten een paar Duitsers van het huis
achter het tentenveld hun motor al vast bij het huis. Een tikkeltje
onnadenkend, vind ik, want in de tenten liggen nog mensen te slapen.
Maar het kwaad is geschied, en her en der steekt er een nog slaperig
hoofd uit een tent. Ik probeer nog een bezoek aan de douches te
brengen, maar die zijn zo vroeg op de regenachtige dag al bezet. Dan
maar een grote hoeveelheid water over m'n bol, en op die manier toch
wat opgefrist ga ik terug naar de tent. En ja, had ik al verteld dat
het daarbinnen een grote rommel kan zijn? Ja? Welnu, het moet toch
weer allemaal op de motor mee terug naar Nederland. De broodjes van
de vorige avond dienen als bodempje voordat het echte ontbijt gaat
beginnen, en terwijl ik dat naar binnen werk bedenk ik me waar ik
moet beginnen met inpakken en opruimen en dergelijke.
Bijna alles is nat en klam, dus bijna alles gaat bij elkaar in een zijkoffer. Vanavond in de was, en dat is dat. Buiten hoor ik stemmen, en dat is, ook al is het nu al halfacht, toch wel vroeg voor een Vechta-zondag. Die mening wordt ondersteund door Lieke, die luidkeels opmerkt dat het zondag is en of er dan niemand meer uitslaapt. Waarna ze verwoede pogingen doet om toch nog eventjes een slaapje te vatten. Zachtjes sluit ik me aan bij de groep die zich ondertussen bij de tent van Piet E. heeft gevormd. Daar is warm water, en koffie. Dat doet een mens goed, al is het vroeg op een grauwe, grijze en saaie Vechta-zondagmorgen. Dat het ochtend is beseffen sommigen nog niet, want de avond tevoren was erg lang, en de nacht erg, heel erg kort, en dan is het een heel karwei om wakker te lijken. | |
... de avond tevoren was erg lang ... |
|
Ondanks de dreigende lucht besluit ik toch om het ontbijt eens op te
zoeken. Wederom gewapend met beker, bordje, bestek, een paraplu en
een klein krukje sluit ik me aan in de Vechta ontbijt rij, die
vandaag wel wat langer is als gisteren. Van Antoon hoor ik dat er
Dutch-CX-ers in de grote tent zitten te ontbijten, en daar zoek ik
ook een plekje. De paraplu is niet nodig, maar het krukje doet weer
goede diensten. Na de eerste koffie wordt er snel een tweede
gehaald, en dan is het opruimen. De borduurmachine dame is niet
aanwezig, maar het bestelde petje ligt klaar, en ik neem het meteen
mee. Bij de tent gaat het in de tanktas, en nu maar hopen dat het
niet gaat regenen onderweg. Ik haal de "Rode Rakker" naar het
terras, en langzaam bouw ik alles af, en op de motor bouw ik alles
op. Een paar keer wijzig ik nog wat, totdat alles prima op zijn
plaats zit. Als ik de TomTom aansluit komt er een Duitser langs die
vraagt wat dat nou eigenlijk is, en ik leg uit dat het een navigatie
met hands-free telefoon voor de motor is, en dat ik een lader voor
de telefoon heb ingebouwd in de kuip van de CX. De reactie is er
eentje van "tjonge jonge, is dat nou helemaal nodig..." maar dan in
het Duits. Hij heeft eigenlijk wel gelijk, maar het zit er nou
eenmaal op, bedenk ik, terwijl ik de TomTom vraag om een weg te
vinden naar huis, en om vooral niet over de snelweg te rijden.
Alles is klaar, de motor is bepakt, ik ben helemaal in het motorpak en de zon schijnt. Ik besluit om toch alleen huiswaarts te keren, en neem afscheid van alle Dutch-CX-ers die ik zie. De motor start, en gaat van de middenbok af, en weg ga ik, de Moorkamp af, Vechta uit, op weg naar Ede. De weg die TomTom me wijst is er niet eentje die ik me kan herinneren. Het is wel een mooie route, door echte Duitse dorpjes met vakwerkhuizen, langs landerijen en door bossen waar de frisse geur van de pas gevallen regen zich vermengt met de geur van het nieuwe groen. Huizen en schuren begroeid met, of zelfs voor het grootste gedeelte onder de klimop. | |
... landerijen ... |
... de "213" ... |
Omdat ik TomTom niet vertrouw, want hij zal iets te
precies doen wat hem opgedragen is, wijzig ik de bestemming in
Nordhorn, maar wel binnendoor. Bij Löningen kom ik op een afgesloten
stuk weg uit, maar een omweg brengt me naar de "213", en die gaat
langs Lingen naar Nordhorn naar de grens. Het aantal vrachtwagens is
op deze zondag beduidend minder, maar de twee of drie waar ik
achterkom blijven netjes 70km/u rijden. Bij de rondweg om Lingen, is
het zelfs nog erger als een vrachtwagen om de één of andere duistere
reden er heel erg lang over doet om van 50 naar 70 op te trekken.
Inhalen is geen kans op, met het onregelmatig tegemoet komende
verkeer. Dus rustig afwachten.
Ik passeer de Räststatte "Laxter sand" maar rij door, een andere keer misschien weer. Dan Nordhorn, en over de K26 langs Holt naar nog een piepklein stukje "autobahn 30", en amper een halve kilometer verder de grens over. Hier heet het weer gewoon de A1, en ik ga dezelfde kant op als de A1, dus dat komt goed uit. Met een snelheid variërend tussen de 100 en de 120 km/u schiet het lekker snel op. Wel moet ik bij tankstation "de Vundelaar" even tanken. Van Vechta naar Ede kan op één tank, maar het extra stukje naar de Dümmersee kan er net voor zorgen dat ik vlak voor Ede toch zonder benzine kom te zitten. Dus tanken, en dan weer verder. Het laatste stuk ga ik vanaf Hoenderloo binnendoor, ongeacht wat de TomTom er van zegt. Die heeft geen knopje voor 'selecteer een leuke weg'. Dat moet ik nog steeds zelf doen. Om halftwee ben ik weer in Ede, en even later parkeer ik de CX achter het huis. Ik ben weer thuis. | |
| |
|