Terug naar de Motorpagina


Vechta 2016, Vrijdag


Proloog        Dag 1        Dag 2        Dag 3


Met de Berends' was er afgesproken om samen te rijden, niet vanaf de carpoolplaats bij Ede, maar vanaf het net vernieuwde tankstation 'de Buunderkamp', amper vijf kilometer verder. Dat kwam me goed uit, want dan konden we allemaal netjes aftanken en kon er een flink brok kilometers onder de banden door geduwd worden voordat we weer moesten stoppen. Ik was de eerste die aankwam, wat ook niet zo'n grote verrassing was. Aftanken dus, en kijk, bij het afrekenen keek ik uit het raam, en daar reden drie motoren het plein op. Twee Silverwings met aanhanger, en een CX500c. Die CX500c was 'de Groene Dreack' voorheen van Lieke, maar sinds kort van Stephanie.

Ook deze machines stopten naast de pomp om af te tanken. En na de eerste begroetingen liet ik Stephanie eventjes het zijdeksel zien “Wat cool !!“ was de reactie. Ook Lieke en Coen kwamen de 'motor in de motor' even bekijken.

... motor in een motor ...
... motor in een motor ...

Er was nog wel een probleempje met de 'Groene Dreack' vertelde Coen. Het remplicht bleef maar aan staan. Maar omdat hij achter Stephanie reed maakte dat niet zoveel uit. Toch even kijken. Was het de achterste remlichtschakelaar? Nee die zag er goed uit, hoogstens nog wat afstellen. De voorste remlichtschakelaar was een ander verhaal, want die hing los. En dan is de schakelaar 'ON'. Het lukte me om het ding terug te duwen op de juiste plek, waarna Coen met een schroevendraaier uit de aanhanger (makkelijk, alles bij de hand) het boutje iets vaster wist te draaien. Weer een reparatie uitgevoerd.

Voor het vertrek werd kort overleg gehouden over de volgende stopplaats. Ik wist de afstanden niet helemaal, maar het zou hoogstwaarschijnlijk de BP langs de A1 worden, vlak voor de afslag Holten. Daar zat ook een McDonalds, en dat betekende koffietijd. De uitwijk was bij Hengelo, Avia 'het Lonnekermeer'. Over het algemeen heb ik een dergelijk reisschema aardig in mijn hoofd zitten, maar er waren twee aanhangers bij, en dan klopt mijn schema, gebaseerd op 'losse' motoren, met een hogere gemiddelde snelheid, niet meer.

Tegen negenen vertrokken we. Oordopjes in, waar nodig communicatie ingesteld, en weg waren we. Het ging allemaal erg soepeltjes, en de gereden snelheid van 95 km/u op de TomTom viel ook niet tegen. Het was een bijzonder rustige reis, maar hoe dichter we in de buurt van Holten kwamen, hoe meer tijd en ruimte met elkaar in de knoop kwamen. Ik bedacht me dat we best zouden kunnen stoppen, maar een blik op de klok, en een half oogje op de al verreden kilometers, en daarbij nog het feit dat we best op begonnen te schieten, dat alles bij elkaar deed me besluiten om verder te rijden, tot aan het 'Lonnekermeer' wat nog een kilometer of 15 verder zou moeten zijn, en dat betekende in tijd ongeveer 10 minuten.

Na het ziggen en zaggen bij Azelo en knooppunt Buren was het nog een klein stukje naar 'Het Lonnekermeer'. Ik zette de CX neer aan het begin van het tankplein met de Custom van Stephanie naast me. De beide GL plus aanhangers werden iets verderop neergezet. Het is toch steeds weer nadenken waar je die wat lastiger te manoeuvreren combinaties plaatst. Maar goed, het stond, en niet in de weg ook. Lieke toverde uit de topkoffer broodjes en beleg, en een broodje ging er best in na dit uurtje rijden. Wel werd er nog even gevraagd waarom ik nou toch de vorige stop, bij BP 'de Bolder', voorbij gereden was.

Toen dat was uitgelegd was het koffietijd geworden, binnen in het tankstation. En dat zag er erg goed uit, met een grote balie, een ruime zithoek en een toonbank vol met broodjes, koeken en ander lekkers. Je zou er honger van krijgen, wat dus ook de bedoeling was. We wisten ons te beheersen en beperkten de bestelling tot koffie en warme chocolademelk. Weer buiten gekomen werd de kleding aangepast, want hoewel het in Ede nog erg warm was geweest, was het nu toch wel eeen heel stuk frisser geworden. Er werd afgesproken dat we de volgende stop in Duitsland zouden houden, bij het tankstation aan de rand van Nordhorn. Vanaf daar zou het nog ongeveer honderd kilometer zijn naar Vechta toe. Ruim voldoende voor zowel GL als CX en ook voor de Custom, met de wat kleinere tankinhoud, goed te bereiken.

... kleding aanpassen ...
... kleding aanpassen ...

Een klein stukje snelweg, en daar was de afslag Oldenzaal/Denekamp al. Langs Oldenzaal ging het, en bij de laaste rotonde driekwart rond. Allemaal bekend werk, geen problemen. In plaats van nu te stoppen in Denekamp bij de Wubbenhof reden we door, om Denekamp heen, en daarna Duitsland in. Met grote letters stond er aan het begin van de B213 dat er verderop de boel 'gesperrt' was of zo, maar in de gauwigheid bedcht ik met dat we daar helemaal niet langs zouden komen, en dat er dus geen probleem zou zijn.

Bij het verkeerslicht, vlak voor het tankstation raakte ik twee motoren kwijt. Wel was het tankstation daar, maar kennelijk is het het laatste tankstation voor een hele lange tijd niets, en het was er erg druk. De andere twee motoren, Coen en Stephanie, kwamen nu ook in zicht. Ook Coen maakte de vergissing die ik gemaakt had: daar is nog ruimte daar kan ik .... niet tanken want het is alleen diesel. Ondertussen had ik de CX afgetankt, en wilde rustig de spullen pakken, en verderop gaan wachten. Doch een Duitse meneer met een hele grote 4x4 vond dat ik op moest schieten. Dan maar eerst wegrijden, ik kom zo mijn helm en handschoenen wel halen. Toen was het weer niet goed, want hij wenkte me dat ik wat vergeten was.

Verder ging het weer, met als bedoeling dat de volgende stop in Vechta zou zijn, nog een kleine 100 km ver. Ook al reden die aanhanger combinaties niet zo heel hard, 90 km/u moesten we toch wel kunnen halen. Dacht ik. En toen kwamen we achter een vrachtauto, een tankwagen. Passeren was vrijwel onmogelijk, niet alleen door de minder vlotte motoren met aanhanger, maar in hoofdzaak simpelweg omdat er veel verkeer uit de tegenovergestelde richting kwam. En we bleven erachter zitten. Alleen rijdend waren er misschien een paar niet al te kleine kansen geweest om in te halen, maar nu, nee, geen goed idee. Dus reden we langzaam aan, met een vaartje van hooguit 70km/u verder over de B214.

In Ankum stopte Lieke naast me. Ze wilde een plekje hebben om even de helm af te zetten en een 'oortje' goed te doen. Ik ken dat, als zo'n ding scheef gaat zitten en tegen je hoofd gaat drukken dan wil je zo snel mogelijk stoppen om het te verhelpen. Het kwam goed uit dat we even stilstonden. Snel om me heen kijkend zag ik twee, nee, drie mogelijkheden. Ik wees, en toen we verder konden rijden ging ik rechtsaf, een zijstraatje in. Wel koste het wat moeite om de motoren zo te plaatsen dat het overige verkeer niet zo heel erg veel last van ons had. Maar het lukte weer.

En verdraait! Ik keek eens om me heen en ja hoor, dit was exact dezelfde plek waar Honkie Tonkie, met wie ik meereed naar mijn eerste Vechta treffen in 2007, was gestopt, omdat hij zijn camera moest instellen. Ik wist het zeker, ik heb nu eenmaal zo'n hoofd......

... dezelfde plek ...
... dezelfde plek ...
foto Coenox

Het oortje was goed gezet, de motoren waren in de juiste richting gedraaid, en er hoefden, zo begreep ik, geen verdere rustpauzes meer gehouden te worden. Verder dan maar weer. Verder ging het inderdaad, en nu zonder zo'n vreselijke olietankauto vlak voor me. Dat reed heel wat beter. Bij Bersenbruck draaiden we de B68 op, die naar rechts was afgesloten. Dat maakte het oprijden van die weg naar links een heel stuk eenvoudiger. Het eerste stuk leverde geen problemen op. Pas verderop werd het lastiger, toen een Nederlandse vrachtwagen een minder fraaie inhaal actie maakte. Een andere vrachtwagen moest de snelheid aanpassen, en zo kwamen we weer achter een vrachtwagen terecht. Het uitzicht op deze vrachtwagen was wel wat aangenamer. In plaats van een witte achterkant met wat vuile letters was op deze wagen een tafereeltje met een fraaie jonge dame afgebeeld, liggend op een ligstoel op een zonnig terras. Je zou er bijna voor je plezier achter blijven rijden. Maar dat was niet de bedoeling.

Soms raakte TomTom de weg kwijt, en soms raakte de weg de TomTom kwijt. Er was sinds de laatste kaart-update heel wat veranderd hier. Maar op een gegeven moment, vlak voordat we in het centrum van Quakenbruck aankwamen, was er de lang verwachte weg naar rechts, die ons vanaf de B68 naar de Dinklager Strasse leidde.

Ook hier veel nieuwe wegen die TomTom soms wel, en soms ook niet kende. Maar de bordjes bleven Dinklage aanwijzen, en soms leek het erop dat ik de omgeving herkende. Gewoon doorgaan dus. Dan een rotonde, die we driekwart om moesten. Dat klopte in elk geval wel met mijn planning. Nu waren we de moelijke bocht naar rechts in Dinklage kwijt. Wel kregen we een weg die net gerepareerd was. Grote gaten, net vers gevuld met grit, en een snelheid beperking van 30km/u. Geen fijn wegdek. Later hoorde ik van Coen dat hij hier bijna onderuit gegaan was met zijn motor.

Eindelijk waren we van het rottige stukje weg af, en op langzamerhand bekend terrein. Een bocht, de B69 op, en een kilometer of wat verder Vechta in. Rechtsaf naar de Moorkamp, en links was daar de inrit van het Jugendzeltlagerplatz des "Bund der Deutschen Katholischen Jugend". We waren niet de eersten, maar echt druk was het nog niet. Eerste programmapunt was, als gebruikelijk, de inrit-foto. Helm af, linkervoet op de grond, rechtervoet op het pedaal en lachen. Ook deze keer lukte het niet om een vrolijke grijns op mijn gezicht te krijgen voordat de fotograaf afdrukte. Met als het gebruikelijke resultaat weer een wat vage gezichtsuitdrukking op de foto. Volgend jaar weer de herkansing.

... de inrit foto ...
... de inrit foto ...

De CX werd strategisch aan de rand van het parkeerterrein gezet. Zo stond 'ie zo dicht mogelijk bij de plek waar mijn bagage naar toe moest, en kon ik er ook nog een oogje op houden, en kijken wie er allemaal naar kwam kijken. De tent werd als eerste afgeladen en weggebracht, tijd om het kamp op te bouwen. Uit de aanhangers van Coen en Lieke werd een hele grote tent gehaald, die werd opgezet voor een aarden wal. Daarnaast was ruimte voor mijn tentje, en daarnaast was er ruimte vrijgehouden voor de tent van Michael, die de volgende dag zou komen.

Terwijl Coen en Lieke bezig waren om hun tent op te bouwen, haalde ik de koffers en overige spullen van de motor, en bracht die alvast naar de plek waar de tent ongeveer zou komen. En toen hun tent stond bleek er net genoeg ruimte over te zijn voor de tent van mij, en die van Michael. Goed, zoveel ruimte heb ik niet nodig, en een paar minuten later stond ook mijn kleine Khyam tentje. Terwijl de buren druk bezig waren met alweer een stoel of tafel of wat anders neer te zetten, opgediept uit de welhaast onuitputtelijke diepten van de aanhangers, pakte ik de koffers en dergelijke en begon mijn tijdelijke huis in te richten: motorpak daar, koffers daar, topkoffer in het voorgedeelte, tanktas aan de voorkant, en dat was dat.

Tijd om me aan te melden, maar eenmaal bij de aanmeldtent gekomen bleek dat er een lange, heel lange rij aanmelders stond. Veel te druk voor mij. Verder dwalend over het terrein kwam ik bij de ronde tent, en daar was een tentoonstelling, een foto overzicht van al die jaren Vechta. Veel onbekende gezichten en motoren. Maar ook bekenden, weliswaar wat jonger, maar toch bekend. Ook een foto van mijn eigenste "Rode Rakker" hing daar aan de wand. Toch leuk.

Op Kamp Nieuw Holland kwamen meer en meer Hollanders. Sommigen hadden verhalen over grote regenbuien die ze hadden moeten trotseren om hier te komen, anderen hadden hoegenaamd niets meegemaakt. Tenten werden opgezet, stoelen en krukjes te voorschijn gehaald, en de eerste biertjes rondgedeeld. Vechta was begonnen......

... meer Hollanders ...
... meer Hollanders ...
.

... tenten werden opgezet ...
... tenten werden opgezet ...
foto Coenox

Ik begon met een kort slaapje, want op de een of andere manier was ik erg moe geworden. En dan is heel eventjes liggen een goede oplossing. Prompt viel ik in slaap, en ruim een half uur later werd ik weer min of meer wakker. Bij de aanmeldtent was het nog steeds druk, dus werd het aanmelden weer uitgesteld, hoewel ik er wel de zenuwen van begon te krijgen.

Beussie was ook gearriveerd, met de Beusmobiel, en nodigde me uit om de volgende morgen een kopje koffie te komen drinken, maar niet te vroeg, want dan sliep hij nog.

Eindelijk lukte het me om me aan te melden. Polsbandje , sticker, en twee aanmeldfoto's. Twee foto's ? Ja, er waren dit keer voor mij twee foto's afgedrukt. Misschien een foutje of zo. Maar het leverde me wel van iemand de vraag op "hoe kom jij aan twee foto's ?". Foutje, moet kunnen, zou het meest simpele antwoord zijn. Maar ik had een ander antwoord klaar. De eerste foto is voor de eerste CX, verklaarde ik en de tweede foto is voor mijn tweede CX, kijk maar, daar achter het zijdeksel....

Bij de bar werden twee lootjes gekocht voor de grote verloting van de volgende avond. De hoofdprijs loog er dan ook niet om, een perfect gerestaureerde GL500 Silverwing in de kleur zwart, piekfijn in orde. En de opbrengst van de verloting was voor het goede doel. Daar wilde ik best een Euro per lootje aan uitgeven. Alleen, als ik die GL zou winnen, hoe vertelde ik dat dan aan mijn vrouw?

"Hoi schat, welkom thuis. Hoe was Vechta, heb je nog wat leuks meegenomen?"
"Euh ja, een Silverwing"
"Een wat ???

... gerestaureerde GL500 Silverwing ...
... gerestaureerde GL500 Silverwing ...

De avond viel, een avond vol van eten, drinken en vrolijk zijn. Wel was het koud, en om dat een beetje bij te houden werd er extra kleding aangetrokken. Zo bleef ik warm, hoopte ik. Bij het kampvuur kon ik ook warm blijven en daar was ook aangenaam gezelschap. Het voeren van een gesprek was echter bijna niet mogelijk, omdat de ingehuurde band aan iedereen wilde laten horen dat zij de beste versterkers uit de omgeving hadden.

Om een uur of elf vond ik het welletjes. De "muziek" bleef bij de overtuiging dat veel decibellen ook veel kwaliteit was, en dat werd me toch wat teveel. In de tent was het koud, en ik was blij dat ik een uurtje tevoren al een kruik met warm water in de slaapzak had gerold. Dat scheelde toch weer.

Na een eerste tukje werd ik toch weer wakker. De feestvreugde was niet verminderd, en na een paar minuten draaien naar links en rechts besloot ik om gehoor te geven aan de aandrang van de natuur. Wat moet...dat moet. Met een zaklamp in de hand liep ik naar het toiletgebouw. Onderweg liepen twee Duitsers in een druk gesprek langs me. Nu ben ik niet zo dat ik alles wil weten wat iedereen zegt, maar de eerste woorden maakten dat ik mijn oren iets meer spitste als normaal. Het ging ongeveer zo: ".... und er hat, hinter das rechter seitendeckel ein loch gemacht, mit vensterglass und da hat er eine kleine CX hergesteld mit beleuchtung und...." verstond ik. En dat was op die late avond toch wel een opsteker voor mijn toch al niet geringe ego.

Terug in de tent wilde de slaap niet komen. Het werd half twee, twee uur, en zelfs het muzikale geweld was verstond. Wat verderop werd tot na tweeën doorgepraat, en toen ook het geluid uit die hoek verstomd was dacht ik eindelijk in slaap te kunnen vallen, totdat, vlak naast me, een heel gesprek begon over van alles en nog wat. Om drie uur viel ik in slaap, om tegen vijf uur weer wakker te worden. Traditie getrouw werd de gang naar de douches gemaakt, 't was rustig en daar knapt een mens toch van op. Daarna rolde ik weer de tent in, en viel vrijwel direct in slaap.......



Proloog        Dag 1        Dag 2        Dag 3


Terug naar de Motorpagina