Een tussenstop in Deba | |
De volgende ochtend blijkt dat Nick erg slecht heeft geslapen. Hij had het
steeds maar koud, want er had geen deken op zijn bed gelegen. Luc, Ron en ik
hadden nergens last van, lekker warm en zo. De oplossing komt als we later de
kasten controleren, of er niets is achter gebleven. Netjes opgevouwen, boven
in de kast, liggen twee warme dekens, op een handbreedte afstand van Nick's
bed....
| |
De receptie had me de vorige dag verteld dat er bij de bar brood verkrijgbaar
zou zijn. En lekker vers brood is natuurlijk een goed begin van de dag. Maar
pas na 9 uur kan ik terecht voor het brood. Het smaakte er niet minder om, en
ook dit ontbijt, op ons eigen terras, is er weer één van grote omvang. Het
scheelt ook als je niet je tent hoeft af te bouwen en op te laden.
| |
... op ons eigen terras ... | |
Vanaf El Helquero naar Bidart, camping Ur-Onea, blijkt een afstand van 324 km
te zijn waar we, volgens de route planner zes uur en wat losse minuten mee
bezig zullen zijn, wanneer we snelwegen blijven vermijden. Da's toch wel veel.
Besloten wordt om eerst tot aan Deba te rijden, en daar verder te zien. Kunnen
we nog verder, dan kan dat, maar is de energie op, dan stoppen we in Deba,
waar ik een uitwijk-camping heb gevonden. Dus inpakken, en op weg, naar Deba
of Bidart. Tijd hebben we nog steeds, want van de drie in de planning
opgenomen rust- en regendagen hebben we nog niets gebruikt.
| |
In Santander volgen we nog steeds de N632, die ons langs de stad voert. Maar
in het piepkleine plaatsje Solares gaan we een afslag te vroeg van een rotonde
af, en in plaats van op de N634 komen we op de S533 uit. Geen probleem, want
TomTom rekent snel de nieuwe route uit, en voor je het in de gaten hebt is de
verkeerde afslag juist de goede. Vlak voor La Cavada stoppen we, op een
vent-weggetje voor een stel luxe villa's. De achtertuin van deze villa's is
een ongenaakbare rots van meer dan 60 meter hoog. Je zal er maar wonen.
| |
... je zal er maar wonen ... | |
De verkeerde afslag blijkt even verderop een geweldige vondst te zijn. De S533
komt uit op een bergweg, de CA261, die ons langs Alisas voert, langs het
uitzichtpunt op 624 meter hoogte, het 'Puerto de Alisas'. Weer tijd voor een
rustpauze, al was het alleen maar om even bij te komen van de haarspeldbochten
omhoog. Voor de anderen is het alleen maar een geweldig uitzichtpunt, en een
sigarettenstop, maar ik moet even bijkomen van de rit naar boven. En moed
verzamelen voor de rit naar beneden.......
| |
... een geweldig uitzichtpunt ... | |
Beneden gekomen rijden we een klein stukje over de N629 in de richting Lorado,
en dan komt al weer het volgende bergweggetje, de CA150. Maar er is gelukkig
ook een tankstation. Netjes aftanken, wat te drinken meenemen, en even wachten
totdat de sigaretjes op zijn. Dat doe ik in de schaduw, met de ogen eventjes
dicht, bijkomen van de emoties van hoge bergweggetjes.
| |
Als we weer verder gaan ruik ik benzine. Het lijkt erop dat ik weer te netjes
heb afgetankt, terwijl de motor op de middenbok stond. En na het afrekenen is
de motor op de zijstandaard neergezet, in de volle zon. Beide factoren samen
hebben waarschijnlijk voor deze kleine overstroming gezorgd. Met water uit een
flesje wordt de benzine van tank en motorblok gespoeld, en dan gaan we weer
verder, op weg naar het volgende punt op de kaart: Bilbao
| |
Bilbao. Een metropool, echt wel, en druk, druk, druk, zeker na onze tochtjes
over de bergweggetjes van deze morgen. Het verkeer is onoverzichtelijk,
verkeerslichten staan op onlogische plaatsen en de weg door de stad is een
aaneenschakeling van stoppen, optrekken, links-rechts sturen en proberen om de
voorligger, in dit geval Luc, in de gaten te houden. Twee of drie rode lichten
worden genegeerd of gemist tijdens de tocht door de stad. TomTom doet zijn
best om ons door het chaotische centrum te loodsen en uiteindelijk lijkt dat
te lukken, als we weer op de nu bijna vertrouwde N634 rijden. Er is nog
veel verkeer hier, maar toch lijkt het erop dat we nu toch weer wat
opschieten in de richting van Deba.
| |
Bij Durango wordt het even wat ingewikkeld. In plaats van de N634 op te gaan
slaat Luc af naar de BI633, de weg naar Ondarroa. De vergissing is
begrijpelijk, want het ziet er naar uit dat de N634 is afgesloten. Zodoende
gaan we de BI633 op een lange weg omhoog. Bovenaan stopt Luc, en ik snap even
niet waarom. Dan merk ik dat er niemand achter me rijdt, we zijn er twee kwijt
geraakt. Hoe dat kan weet ik niet, want na de rotonde zaten ze nog achter me.
Na een paar minuten besluit Luc om te draaien, en terug te rijden. Dat blijkt
de juiste beslissing, want bij een tankstation zien we de twee motoren staan.
Nick had last van een natuurlijke aandrang en was bij het tankstation gestopt.
Als je moet, dan moet je ook....
| |
Na het tanken, en het bewonderen van de grote vogels in hun moeiteloze ballet
hoog in de lucht gaan we proberen om inkopen te doen in Durango. Dat kost nog
wat moeite, want net als het licht voor rechtdoor op groen gaat, zie ik in de
straat rechts een 'Dia', een soort van supermarkt meen ik. Het lukt me niet om
die winkel terug te vinden, en we staan op een gegeven moment op een pleintje,
aan het einde van een doodlopende straat. Niet leuk. Kort overleg resulteert
in: de stad uit, in Eibar, de volgende plaats, nog eens proberen.
| |
Nu zoek ik een weg uit deze stad. Het lijkt aardig te lukken, maar er zitten
maar twee motoren achter me, kennelijk zijn we Nick kwijtgeraakt, voor de
tweede keer deze dag. Op een rotonde (de eerste keer dat we niet rechtdoor
gaan) stoppen we. Ron gaat terug, Luc blijft aan de kant van de rotonde
wachten, en ik rij mijn CX-je van de rotonde af, naar een plek waar ik minder
in de weg sta.
| |
Na een minuutje of tien besluit ik Luc eens te bellen, ook al staat hij
vijftig meter verder, we staan net buiten elkaars gezichtsveld. Dus, met hulp
van de Blue-Tooth combinatie TomTom, iPhone en Scala rider bel ik. Dan ga ik
aan de kant van de weg staan, zodat ik net Luc kan zien. Net als Luc opneemt
passeert er een fraaie Spaanse jongedame, die me hoort praten. Ze komt op me
toe, maar helaas, ik ben tegen de microfoon in mijn helm aan het praten, en
heb eventjes geen tijd voor een, zij het wat moeizaam, gesprekje met dit
aardige meisje.
| |
Van Luc hoor ik dat Nick wat problemen had, dat Ron naar hem op zoek is, en
dat die zo terug verwacht wordt. En inderdaad zie ik even later de Yamaha weer
aankomen, maar wel alleen. Beide komen nu naar mij toe. Ik begrijp uit het
relaas van Ron en Luc dat Nick het even heeft gehad, na een aanvaring met een
Spaanse tante, en dat Nick nu solo naar Deba rijdt, en ons daar wel weer
vindt. Het zit me niet echt lekker, maar er is niets aan te doen.
| |
Nu rijden we met drie. Ik hoop dat we Nick inderdaad zien op de camping, maar
weet ook dat de camping wat moeilijk te vinden is. Maar goed, eerst maar eens
deze stad uit zien te komen. Dat lukt best, en we komen zelfs ineens langs de
eerder waargenomen supermarkt. Stoppen, koel plekje voor de motoren zoeken, en
inkopen doen. Ron blijft bij de motoren en de bagage, Luc en ik gaan naar
binnen.
| |
Groot is het hier. De hypermarkt in Ede, grootste Albert Hein van Nederland,
past drie keer in deze supermercado, en dan hou je nog ruimte over voor een flinke C1000 en
een Super de Boer. Hier geldt weer: Het is niet moeilijk om iets te vinden,
het is moeilijk om het juiste te vinden. Maar het lukt. Met een
boodschappenwagentje met een flinke bodem erin komen we weer buiten. Alles
wordt verdeelt over de drie motoren, en dan gaan we weer op weg naar Deba.
| |
... deze supermercado ... | |
Tijdens de stop hebben Luc en ik het even over de N634 gehad, die schijnbaar afgesloten was.
Wat ik wel gezien had, en Luc niet, was dat de toerit vanaf de rotonde naar de
baan van het tegemoetkomende verkeer verlegd was. In plaats van 2x 2
rijstroken was er dus 2x 1 rijstrook beschikbaar. Nu werd toch die N634
gekozen. De weg voert langs de Rio Deba, de rivier waar de stad aan de monding
haar naam aan ontleent. Maar ook de nieuwe E70 neemt min of meer dezelfde
route, evenals een incidenteel landweggetje. Dat resulteert soms in een wirwar
van wegen, die allemaal dezelfde weg willen volgen, en als resultaat daarvan
schijnbaar kris-kras over en onder elkaar liggen, in een gigantische
driedimensionale puzzel, waarvan er ook nog gedeelten door verschillende
tunnels lopen. Voor mij is het even voldoende om Luc in de gaten te houden, en
af en toe op de TomTom te kijken. Alle andere wegen zijn beeldvulling en niet
belangrijk. De N634 gaat op en neer, draait links en rechts, maar komt toch
steeds dichter in de buurt van Deba.
| |
Deba ligt aan de kust, aan de monding van de gelijknamige rivier, en het is er
prachtig mooi. Een mooi strand, en even verder rotspartijen waar het
aanstormende water van de oceaan uiteenspat in witte waterwolken, die meters
hoog opspuiten alvorens weer neer te kletteren op de rotsen. We rijden er
langs, op zoek naar de camping, de N634 volgend, van strand-niveau weer omhoog,
over de bergen heen. Het lukt me om de camping te vinden, ver van het
plaatsje Itziar vandaan, hoog op een berg uitkijkend over de oceaan.
| |
... hoog op een berg ... | |
Nick was al in Deba, en had aan het strand, onder het genot van een ijsje, de
plaatselijke schonen gadegeslagen. Er zijn slechtere manieren om je tijd door
te brengen als je moet wachten op je motormaatjes. Maar toen hij hoorde dat
wij op de camping waren aangekomen, stapte hij weer op de motor om zich bij
ons te voegen.
| |
De plek waar de Debaanse campingeigenaar ons had gedacht beschikt niet over
stroom, en en dat is best wel lastig bij het opladen van TomTom, Scala, iPhone
etc. Dus of we ergens anders kunnen staan. Ook geen probleem, en zo vinden we
een mooi plekje, aan de voet van een rotsmuur, met uitzicht op zee. Het
uitzicht vanaf de camping is fenomenaal, als een plaatje uit een vakantie
folder, zo mooi......
| |
|