Vechta 2012, vrijdag | |
|
Om negen uur in Ede, om half tien vertrek uit Ede, was het reisplan van Coen.
Met dat in het hoofd begin ik om half negen de motor maar eens op te laden.
Het gaat, nu ik drie weken ervaring heb, gesmeerd, en binnen de kortste keren
zit alles erop, en op zijn plaats. Om negen uur begin ik met het vertrek klaar
maken van mezelf, motorbroek aan, dikke jas aan, helm op, klaar om te
vertrekken.
| |
Zodoende kom ik om kwart over negen aan bij Michael. De deur staat open, en ik
wordt begroet door Kaithlyn, die gisteravond al naar Ede ging, in gezelschap
van hond Caine, die bij Maria achterblijft. Kaithlyn gaat wel mee. Terwijl ik
een kopje koffie ingeschonken krijg is er een bekend geluid in de straat te
horen: Motoren, en wat meer is: CX-en.
| |
Lieke op haar grijze Merlijn, Coen op de Goldwing, beide met een aanhanger.
KuipWillem met de witte CX650 plus aanhanger combinatie en een onbekende CX
rijder, die zich voorstelt als Frits. Maar er is een probleem, want de
aanhanger achter Coen's Goldwing is een beetje instabiel. Willem, achter Coen
rijdend, vond het een angstig gezicht.
| |
... Goldwing met aanhanger ... | |
Tijdens het koffie drinken wordt de volgorde en de rest van de reis details
vastgesteld. Ik voor, Lieke daarachter, gevolgd door Coen, Frits, Willem en
als hekkensluiter Michael. Ook de route is bekend, en de snelheid kan in
Nederland maximaal 90 zijn. En of ik een pauze-plekje weet na maximaal
anderhalf uur. Dat zal wel lukken.
| |
We vertrekken rond kwart over tien vanaf tankstation 'De Haan', waar we
uitgeleide gedaan worden door Roes sr. We rijden Ede uit, en dan over de N310 naar Apeldoorn. Lieke,
op haar nieuwe Silverwing op de tweede positie achter me komt netjes mee, en
Coen lijkt ook goed mee te komen. Wat daarachter gebeurt is net te ver weg om
goed te kunnen volgen. Vlak voor Apeldoorn gaat het de A1 op, richting Enschede/Oldenzaal. En
hier wordt het toch heel anders. Want of je nu met 110-120km/u rijdt, of met
amper 90, dat maakt een heel verschil. En het wordt nog lastiger, als ik
ergens merk dat niet langer Lieke, maar Frits achter me rijdt, met daarachter
KuipWillem, en dat Lieke plots op de vierde positie rijdt. Niet goed, denk
ik, helemaal niet goed......
| |
Later hoor ik dat Frits het niet fijn vond rijden tussen de motoren met
aanhangers in, en daarom naar voren schoof met KuipWillem achter hem aan.
Misschien een goede reden, maar het geeft mij wat extra zorgen.......
| |
Bij Oldenzaal slaan we af naar Denekamp, en daar is, naar ik hoop de “Wubbenhof” open. Het
is tenslotte al bijna twaalf uur. Het lijkt open, zie ik in het voorbij rijden,
dus rij ik de parkeerplaats op, parkeer de "Rode Rakker", doe de helm af, jas uit en oordopjes uit.
De anderen plaatsen hun machines links en rechts, en nu is er koffiepauze.
Verder lunch gebeuren zal bij de bekende Rätstatte “Laxter Sand” aan de 213
plaatsvinden, een dertig kilometer verderop. Nu eerst even bijkomen.
| |
... de parkeerplaats ... | |
Een dik half uur later is het al weer tijd om op de motor te stappen. Jas
dicht, oordopjes ….. En nu is er een probleem. De Alpine oordopjes zijn
opgebouwd uit een oorstukje en een geel of groen middenstuk, het dempertje. En
ik mis een dempertje. Nergens te vinden. Dan maar een ander dempertje erin
zetten, een gele in plaast van een groene. Ik pak het buisje waar die
dingetjes inzitten en wil het dopje eraf trekken. Maar dat zit wel stevig
vast. Misschien dat het open gaat met een draai-beweging. Nu gaat het wel open,
heel erg open zelfs. Het glazen buisje breekt, en ik heb plotseling een
flinke snee in mijn wijsvinger.
| |
Het eerste hulp tasje, ooit aangeschaft voor 'Santiago' wordt erbij gehaald,
er wordt gekeken of er nog glas in de wond zit (gelukkig niet) en nadat het
geheel onder een pleister is verdwenen is dat ook weer klaar. En dan vind
Willem ineens het groene dempertje waar alle problemen mee begonnen
waren.........
| |
Het “Laxter Sand” is geen dertig, maar vijfendertig kilometer verderop. Niet
slecht geschat. Tijd voor de lunch, onze eerste maaltijd in Duitsland van dit
weekend. Ik een uitsmijter, anderen frites met een worst. Maar er zijn zoveel
frites, dat ik zonder anderen tekort te doen ook daarvan een gedeelte naar
binnen kan werken.
| |
Vanaf de Räststatte gaat het verder, maar al heel snel is er de afslag naar de
214. En een goede honderd meter verder weer een afslag volgens TomTom, nu van
de 214 af. Doen of niet doen? Het feit dat de 214 vrij druk kan zijn met
vrachtwagens geeft bij mij nu de doorslag, en ik ga linksaf, van de 214 af.
Vrachtwagens en langzaam rijden met een aanhanger achter de motor gaat niet
goed samen, vind ik.
| |
Het gaat niet echt snel, op de motor met aanhanger in Duitsland, maar 60 is de
officiële maximum snelheid, en daar komen we niet ver boven. Toch, traag maar
gestaag, komen we steeds dichter in de buurt van Vechta. Nog even extra
opletten, want de TomTom wil me via een omweg sturen, maar ik weet het beter,
dan is er de Moorkamp, en dan is er 'Vechta'. Ik wordt begroet en herkend, en
wordt naar de plek van de inrit-foto verwezen. Helm af, vrolijk lachen en
zwaaien, en 'klik', de foto is genomen, en ik had niet eens mijn rechter-voet
op het stepje.
| |
... inrit-foto ... | |
De "Rode Rakker" wordt op het middenterrein gereden, waar hij al snel gezelschap krijgt
van Lieke's Silverwing "Merlijn". Kamp Holland zal wel op de bekende plek zijn, bedenk
ik me, en ja, ook dat klopt. Een plek voor mijn tentje is snel gevonden, en
dat staat dat ook een paar minuten later. Toch makkelijk, zo'n Khyam geval,
denk ik.
| |
Coen en Lieke, die vanwege de meereizende kinderen twee grote tenten moeten
opzetten hebben meer problemen, want hoewel de eerste buitentent vlot genoeg
staat, wil het met de tweede helemaal niet lukken. Tot overmaat van ramp
breekt er, amper een kwartier nadat we op het terrein zijn, een regenbui los,
een complete stortvloed van water die alles, letterlijk alles binnen de
kortste keren nat maakt. De tentenbouwers vluchten naar binnen de gebouwen in,
ik duik mijn tent in.
| |
Daar zit ik dan, terwijl de regen op mijn tijdelijke onderkomen klettert. Om
de tijd toch nuttig te besteden begin ik maar vast met het opblazen van het
luchtbedje. Meestal gaat dat met een elektrisch pompje, maar nu is het toch
echt handwerk, of beter gezegd, mondwerk. En als het matrasje opgeblazen is
ben ik zo buiten adem dat ik er even op ga liggen.
| |
Ook in Duitsland blijft het niet regenen, en op een bepaald ogenblik is het
geluid van druppels op het tentdak over. Het is direct weer zo warm, dat
de damp van tent en mens afslaat. Het leven herneemt weer zijn
gewone gang. Coen en Lieke gaan verder met het moeilijke karwei van het opzetten van hun
tent, waarvan de stokken kennelijk niet bij de tent passen. Met wat kunst en
vliegwerk staat het geheel dan toch, en kan er ingeruimd worden.
| |
... staat het geheel ... | |
Ik vind dat het tijd wordt om me eens aan te melden. De gastheren hebben, heel
“grundlich”, een vooraanmelding via internet geregeld, en ja, ik besta in de
lijst. Betalen, en daarvoor in ruil krijg ik een sticker en een groen
polsbandje met de tekst “Güllepumpetreffen VECHTA 2012”. Nu heb ik een slechte
ervaring met een dergelijk bandje, dus in plaats van het om te doen, steek ik
het in mijn portemonnee. Veilig opgeborgen.
| |
Het terrein wordt verkend, het grasveld met al die verschillende CX-en,
de grote tent, de etenswaren en de flesjes Fanta, alles
wordt gekeurd en goed bevonden. Samen met Michael loop ik nog langs de
onderdelenman, want Michael's GL heeft een klein probleempje. De toerenteller
kabel is gebroken, en hoewel je best zonder kunt, is het toch een raar gezicht
om dat wijzertje steeds maar op het cijfer nul te zien hangen.
| |
... verschillende CX-en ... | |
Meer en meer Nederlanders komen aan, en kamp Holland krijgt al een flinke
omvang. Behalve Ben en Henny zijn ook Jacob en zoon Jurgen nieuw op 'Vechta'
en ze worden hartelijk welkom geheten.
| |
De tijd gaat voorbij, er wordt gegeten, wat gedronken, en ik doe even een
hazeslaapje voordat het geweld van het feest van deze avond zal losbarsten.
Ik krijg wel eens de indruk dat de band, die op een dergelijk feestje speelt,
wordt geselecteerd aan de hand van één belangrijk criterium: hoeveel decibel
kunnen ze produceren? Deze band kan er inderdaad ook wat van. Niet alles wat
ze spelen is mijn stijl, maar de meesten van de aanwezigen hebben er plezier
van, en soms zit er iets tussen wat ik nog mooi vindt ook. Een drankje hier,
een hapje daar, het kampvuur, een foto zus, en een praatje zo. Een typische
'Vechta' avond gaat zo voorbij.
| |
Tijdens één van die toevallige ontmoetingen, waar een avond in Vechta zo rijk
aan kan zijn, (“hey, jij ook hier?”) nodigt Beus me uit om straks even langs
te komen. En waarom niet? Dus op zoek naar de Peugeot met imperial op het dak
en een voortent erbij. Zoveel zullen er niet zijn. In het schemerdonker kan ik
het beschreven pad niet vinden, en loop ik langs een andere weg naar de
aangegeven plaats. Peugeot, voortent, hier moet ik zijn. Inderdaad. Beussie is
er, en ik wordt hartelijk binnen genodigd. En Beus zou Beus niet zijn als hij
niet een grote voorraad verhalen en anekdotes had, waarmee hij uren kan vullen,
zonder ooit vervelend te worden. De tijd vliegt dan ook om.
| |
Nog even langs de Dutch-CX-ers om goeie nacht te zeggen, en dan mijn tent in,
voor een misschien niet welverdiende, maar toch wel zeer nodige slaap.
| |
| |
|