Vechta 2012, zondag | |
|
Als ik deze laatste ochtend van Vechta 2012 wakker wordt is het al niet
meer echt stil. Ik hoor mensen heen en weer lopen, in de verte wordt
een motor gestart, en in de buurt zijn er zo te horen al verschillenden bezig
om alles in te pakken, en klaar te zetten voor vertrek. Niet dat ze herrie
maken of zo, maar de geluiden vertellen een zacht verhaal van vele
gebeurtenissen.
| |
Totdat zich plotseling twee stemmen in de geluiden-film mengen, die
luidkeels een gesprek aangaan. In het Duits natuurlijk, want je bent
tenslotte in Duitsland. Maar zo luid hoeft het echt niet, want volgens
mij staan ze vlak bij elkaar.
| |
Terwijl de geluiden-film na deze onverwacht luide interruptie weer verder
gaat besluit ik om ook maar eens een wat levendiger positie in te nemen.
Het is al bijna kwart voor acht, bijna ontbijttijd. Buiten de tent blijkt
dat inderdaad al een hoop mensen, ruim voor het ontbijt, hard aan het
werk zijn met inpakken en opruimen. Ik laat het inpakken nog even rusten, want uit mijn reisje naar Santiago
weet ik hoe snel het gaat, als ik eenmaal begonnen ben.
| |
Bij het ontbijt-buffet is het nog niet druk als ik aankom. Broodjes, eitje,
koffie, en nu eens kijken. Tot mijn verrassing is er ruimte aan een
tafeltje, vanwaar Frans Brinkcx me vrolijk toezwaait. Nou, laat ik dan
maar eens luxe gaan doen. En zo zit ik aan een tafel te ontbijten. Komt
niet vaak voor in mijn Vechta-beleving.
| |
Na een tweede bakkie koffie loop ik nog even langs het kampvuur, en maak
daar nog een praatje met deze en gene. Dan is het ook voor mij tijd
om in te pakken en alles op de motor te knopen. Koffer inpakken, matrasje
opvouwen en erbij doen, andere koffer inladen, en ik ben al bijna klaar.
De slaapzak gaat in de topkoffer, en dan haal ik de CX maar eens wat
dichter naar de plek toe waar de tent nog staat. Niet lang meer, want
vijf minuten later zit de tent al in de tas, en na nog eens vijf minuten
is de motor klaar voor vertrek. Het gaat niet overal zo snel, want
degenen met meer bagage moeten natuurlijk
ook veel inpakken, maar vele handen maken licht werk, en tent na tent
verdwijnt van de plek die dit weekend de naam Kamp Holland had.
| |
... veel inpakken ... | |
Maar de groepsfoto moet nog. Alle aanwezige en nog bereikbare Nederlanders
en CX-clubbers worden opgetrommeld, en er wordt er een foto gemaakt van
een groot deel van de Nederlandse deelnemers aan Vechta 2012,
onder het bekende spandoek.
| |
Dan is het nu tijd om afscheid te nemen. Van bekenden, en minder bekenden,
en met veel 'misschien tot volgend jaar' en 'tot ziens in SJK'.
| |
... groepsfoto ... | |
Zoals vaker is het de bedoeling om met een groepje Nederlanders terug
te rijden naar huis. Hoewel 'huis' voor dxe een iets verder is als voor
een ander wordt er meestal toch tot Lingen of Nordhorn als één groep
gereden, in een vrij rustig en constant tempo, ondanks haastige Duitse
automobilisten die zich tijdens fanatieke inhaalmanoevres tussen de
groep in wringen. De groep voor vandaag is niet al te groot, en bestaat
uit Coen, Lieke, Chantal, Michael, Werner, Kuipwillem, en ik. Eerst
maar eens gaan tanken.
| |
Bij het bekende tankstation lijkt het alsof er iets niet klopt, maar
ik kan mijn vinger er niet opleggen. Totdat Coen me vertelt dat Michael
er niet is. Kennelijk is die om de een of andere reden achtergebleven.
KuipWillem gaat, nadat Kaithlyn telefonisch contact heeft gehad met
Michael, terug om poolshoogte te nemen en eventueel te assisteren.
Micheal's GL heeft kennelijk weer start problemen.
| |
Maar Werner, in bijzonder zijn hondje Roy, kan niet wachten. Het hondje
wil, nu het in de tanktas zit, rijden, en dan blijft hij rustig. Als
de motor stilstaat heeft Werner de grootste moeite om het beestje kalm
en op zijn plek in de tanktas te houden. Dus vertrekken Werner en
Chantal, daartoe aangespoord door Roy, voor hun terugreis naar Nederland.
| |
Michael en even later ook Kuipwillem komen nu ook aan bij het tankstation.
Inderdaad, Michael's GL650 Silverwing heeft weer start problemen. Maar nu
draait hij weer. Dus wordt de tank volgegooid en kunnen we weer op weg gaan.
Niet dus.
| |
Weer start de Silverwing niet, tot grote ergernis van Michael. Ook een
starthulp via startkabels en de accu van de 'Rode Rakker' levert niets op.
Maar uit de grote bak van zijn aanhanger vist Michael een snellader op, en
sluit deze aan. Na een flink aantal minuten is de accu in staat om
de motor te starten. Startkabels en snellader worden weer opgeborgen,
helmen worden opgezet, en nu op weg naar Nederland. Thuis kan Michael
wel uitzoeken wat er aan de hand is.
| |
... startkabels en snellader worden weer opgeborgen ... | |
De weg die we nemen is niet de 214/213 kombinatie. Ondanks wat pogingen
mijnerzijds vind TomTom dat de L68 naar Löningen, en vandaar via de
E233 naar Haselünne het beste is. Vooruit dan maar.
| |
Op de landelijk aandoende L68 is daar ineens een overstekend
stuk klein wild. Nou ja, zo wild is de eend ook niet, want hij blijft
gewoon midden op de rijbaan staan, totdat ik, heftig toeterend uit de
ietwat hese claxon van de CX op een metertje afstand gekomen ben.
Dan, als ik nog wat dichterbij kom, vliegt hij toch weg.
| |
Zonder verder incidenten bereiken we het kleine stadje Essen. Daar,
als we voor een verkeerslicht moeten stoppen, rijdt een grote tractor
met aanhanger de weg in die wij, op aanwijzing van de TomTom, ook willen
volgen. En als wij groen licht krijgen zitten we een paar tellen
later achter het gevaarte. Wat nu? Ik overleg met mezelf. Inhalen vindt
ik, met vier aanhanger-combinaties achter me, een minder goed plan.
Bovendien denk ik dat zo'n gevaarte vast wel in de buurt moet zijn.
| |
Ruim vijftien kilometer verderop heb ik allang mijn vergissing ingezien.
Nog steeds zitten we achter het 50km/u rijdende tractor geval, en hij
maakt nog steeds geen aanstalten om links- of rechtsaf te slaan. Dan is
er een wegopbreking, en stopt de tractor voor een rood licht. Het zou
hier wel een goed punt zijn om er voorbij te rijden, bedenk ik me.
| |
Michael heeft een zelfde gedachte, en trekt zijn combinatie tot naast de
tractor, als er even geen tegemoet komend verkeer te zien is. Wat hij zegt weet
ik niet, maar de wenkende arm daarna is niet mis te verstaan. Zodoende staan we
naast en half achter het verkeerslicht als dat naar groen schakeld. Gas geven,
voorbij de wegversmalling, en koplampen tellen. Ja, iedereen is er voorbij.
Nu doorgaan, want nu is 60-70km/u weer mogelijk. Dus gaat het gas weer
een half tandje hoger, en rijden we rustig verder, naar Lingen, en naar
Nederland.
| |
Maar onze rust is voor veel Duitsers toch te kalm, en zo af en toe komt
er weer eentje langs zetten, met vervaarlijk motorgebrul, terwijl hij
zich tussen ons inwringt in gaatjes die er eigenlijk niet zijn. Vlak voor
Lingen is er een verkeerslicht, en daar krijg ik van Coen door dat we
dringend moeten stoppen. Honderd meter verder is een plekje, en daar staan
we stil terwijl Coen het bagagenet weer strak over de lading bindt. Als
zoiets niet goed zit, en het begint los te raken....
| |
Het kost even tijd om de hele kolonne weer op de juiste route te krijgen,
want we zijn wel de afslag naar de '213' voorbij gereden. Maar als
iedereen weer met het voorwiel dezelfde kant opstaat, gaan we verder.
Niet zo heel ver, want de Räststatte 'Laxter Sandt' is al vlakbij.
En daar, terwijl wij net aankomen rijden, staan Werner en Chantal, bezig
om net weer op te stappen. 'He, hallo, jullie ook hier' wordt al snel
gevolgd door 'goede reis' als zij verder rijden. Voor ons is er nu pauze.
| |
Op het terras worden twee tafels bij elkaar geschoven, en nemen we plaats,
zoals al gauw blijkt, tussen talloze vliegjes. We hebben een uitgebreide
pauze, met wat cola, wat te eten, en dan moeten we toch weer verder. Wel
goed ook, want de prijzen hier zijn mij toch wat te hoog, en niet meer wat
me bijstaat van vorige keren. Het zal wel een effect van de Europeesche
Unie, of de economische crisis zijn.
| |
Amper zijn we weer op weg, waarbij de snelheid op ongeveer 70km/u ligt,
iets boven het in Duitsland toegestane maximum voor motor-met-aanhanger,
of er zit al een grote vrachtwagen achter onze laatste motor. Zo'n
vrachtwagen kan niet inhalen, maar wel stevig doorduwen. en dat is niet
fijn, voor degene die als laatste rijdt. Pas in Nordhorn, waar we voor een
verkeerslicht staan te wachten is er, met twee rijstroken, ruimte voor
de vrachtwagen om naast ons te komen. Bij groen laat ik hem voorgaan,
ook al trekt hij wat langzamer op als wij, met de motoren.
| |
Bij Denekamp komen we Nederland weer binnen. Over de rotonde, de rondweg op,
langs 'Wubbenhof', richting Oldenzaal. En daar de snelweg op. De snelheid
kan hier omhoog naar 80-90, maar ik hou nog wel veel rekening met
Coen's ietwat problematische aanhanger. De Goldwing heeft wel het vermogen
om harder te gaan, maar de stabiliteit van het geheel blijft wat zorgwekkend.
Maar toch, in konvooi, we rijden redelijk vlot door. Ja, we worden
ingehaald door alles wat er op de weg zit, maar nergens treden er
problemen op. Zonder zorgen bereiken we de laatste traditionele stop,
tankstation 'Vundelaar', waar ik prompt wordt aangesproken met
'jullie zijn zeker net terug uit Vechta'. Het blijkt een familielid
van Theo van U. te zijn, die toevallig de CX-en zag staan, en even een
praatje kwam maken.
| |
De laatste kilometers naar huis verlopen vlot, maar als ik thuis ben
merk ik hoe moe ik ben. Het rijden met steeds maar in het achterhoofd
de snelheid voor de aanhangers is best vermoeiend, vindt ik, helemaal
als je zelf niet met zo'n ding rijdt....
| |
| |
|