Terug naar de Motor-pagina




Villa Löwenhertz - Motordagje

18 Oktober 2014


Proloog        Heenreis        Motordagje        Terugreis

Er waren ruime hoeveelheden koffie voor nodig om mezelf die volgende ochtend weer een beetje bij de wereld te krijgen. Kennelijk was er toch een hoop tijd overheen gegaan voordat ik echt goed sliep, want het wakker worden koste ook weer aardig wat moeite. Maar de eerder vermelde hoeveelheden koffie deden me vandaag toch weer zonnig inzien. Hoewel, zonnig ? Het hele Lauenförde was in een naargeestig soort van mist-achtige toestand gehuld, en hoewel de zon dappere pogingen deed om daar toch doorheen te prikken, lukte dat nog niet.

Toch werden er plannen gesmeed om een stukje te gaan rijden. Villa Löwehertz heeft een aantal routes die men kan gaan rijden uitgezet, maar ook zonder dat is er voldoende te zien in de omgeving, en wat verder weg. Michael, Coen, Lieke, Stephanie, Kaithlyn en Chantal besloten om een kasteel in de buurt te gaan bekijken, Henk had een andere rit te doen, en ikzelf , ach, ik zou wel zien waar de CX me zou brengen.

Rond een uur of tien vertrok ik, eerst maar eens linksaf, om te zien wat er achter die bergen lag. Een eind verder was een grote brug over de Weser, en aan de andere kant kon ik kiezen uit rechtsaf Kassel of linksaf Hoxter. Kassel trok me niet, dus werd het richting Hoxter, wat me langs een tegen de berg aangeplakte op- en neer gaande B weg weer ..... in Beverungen bracht. Achteraf gezien had ik rechtsaf moeten gaan, en de Weser en Diemel volgen, dat had een heel ander soort route gegeven. Maar misschien is dat iets voor een volgende keer.

Nu besloot ik dan maar door Beverungen te rijden, en dan verder te zien wat er op díe weg, de '241', Beverungen uit, te beleven zou zijn. Een zijweg naar Haarbruck werd genomen, en die zag er eerst wel goed uit, maar hoe verder ik kwam, hoe slechter de weg werd. Tot overmaat van ramp was het niet alleen erg vochtig op de grond, wat veel modder tot gevolg had, ook lagen er veel bladeren, wat er voor zorgde dat de haarspeldbochten met de nodige voorzichtigheid genomen werden.

... op de '241'  ...
... op de '241' ...

In Haarbruck leek het erop dat de zon het toch wel zou winnen deze dag, en het leek er ook op dat ik, als ik geen doel had, nergens zou komen deze dag. Dus werd een vakantie bestemming van een aantal jaren geleden in de TomTom gezet, en dat zou mijn doel worden.

Düdinghausen, in het Sauerland, was niet extreem ver uit de buurt, ongeveer een tachtig kilometer. Net voldoende voor een lekker ritje. Later heb ik het niet meer kunnen terugvinden, maar ergens op dat ritje stond ik ineens voor een helling van meer dan 10%, en dat maak je ook niet elke dag mee in Nederland. Natuurlijk ging alles goed, beetje remmen, beetje sturen, en voor je het weet ben je beneden. Maar waar het nu precies was ?

Vanuit Haarbruck naar Buhne, naar Hohenwepel en Menne, en steeds verder in zuidelijke richting. De zon begon nu echt een rol van betekenis te spelen en de omgeving was prachtig. De wegen gingen alle kanten op, niet alleen simpel links en rechts, maar ook erg veel op en neer. Vlak voor Diemelstadt loodste de TomTom me de '252' op, een weg waar 100 gereden mocht worden. Maar daar had ik helemaal geen zin in, en ik vond 90 ruim voldoende. Enige geautomoliseerde Duitsers achter me hadden daar kennelijk andere ideeën over, maar ik was op vakantie, en had geen haast. Pas een heel eind verder, tussen Bad Arolsen en Megeringhausen werd het hinderlijk, met een auto die veel te dicht op mijn kentekenplaat bleef rijden, en ging ik een afrit op om die haastige lieden wat ruimte te geven. Niet dat het hen veel hielp, merkte ik toen ik de weg weer vervolgde, want nu kwamen ze achter een andere langzame reiziger terecht.

Bij het plaatsje Twiste werd er even afgestapt voor wat fotootjes, en een eindje verder nog een keer, ditmaal omdat ik zag dat de TomTom en de telefoon niet meer met elkaar communiceerden. Dat probleempje bleef de hele verdere dag zo, totdat ik, terug in het hotel, beide een keertje gereset had. Maar het was mooi weer, en ik verwachtte toch geen telefoontjes.

... het plaatsje Twiste ...
... het plaatsje Twiste ...

... even afgestapt ...
... even afgestapt ...

Bij Korbach waren er wegwerkzaamheden, en dat betekende een klein oponthoud. Daarna verder naar het plaatsje Rhena, en langzaamaan kreeg ik een soort van Deja-Vu gevoel, van, ben ik hier nu al eerder geweest of niet. De omgeving kwam me vaag bekend voor, maar pas bij Bömighausen wist ik het zeker: ik was hier eerder geweest, jaren geleden. Bij het vijf-huizen dorpje Welleringhausen was nog een flinke en vooral steile slinger in de weg, en werd de weg slechter en slechter. Daar was dus niets veranderd.

En via een paar scherp dalende bochten stond ik in Düdinghausen. Zo, wat nu? Verder? Naar Dreislar, wat een heel leuk plaatsje is, of toch maar niet. Naar het zuiden zag het weer er somber en vochtig uit, met veel wolken, en in het noorden was daar niets van te zien. Misschien vanwege de berg die daar stond. Maar de keuze was snel gemaakt. Usseln, Willingen, en dan naar Lauenförde terug.

... stond ik in Düdinghausen ...
... stond ik in Düdinghausen ...

Dus keerde ik de motor, en via de L854 reed ik over de berg heen naar Usseln. Even dacht ik nog 'Diemel-quelle'? Maar nee, bij de bron van de Diemel was ik al geweest, nu eerst maar eens verder kijken. Verder betekende naar Willigen, een plaats met heel veel glasblazers. De spoorbaan die bij Usseln nog door een diepe geul in de berg loopt, lag bij Willingen op een hoge brug. Gek idee voor deze Hollander. Ik was in Willingen overigens niet de enige Nederlander want veel auto's reden daar rond met een Nederlands kenteken. Misschien wel vanwege de herfstvakantie.

TomTom had ondertussen een route terug gevonden en die ging in dezelfde richting als de bordjes 'Diemelsee' en 'Diemelmaur'. En dat leek erop te wijzen dat ik het Diemelstuwmeer te zien zou krijgen. De weg liep langs een klein beekje, wat later de Itter bleek te heten. Waar Itter en Aarbach samen kwamen was het tijd voor een foto momentje, met de zich langzaam in hun herfsttooi hullende bomen tegen de berghellingen op de achtergrond.

... Itter en Aarbach samen kwamen ...
... Itter en Aarbach samen kwamen ...

... bomen tegen de berghellingen ...
... bomen tegen de berghellingen ...

Een flink eindje verder was een groot meer, waar het beekje wat de Itter was in verdween. Dit was de Diemelsee, een stuwmeer wat gevoed wordt door Itter en Diemel. De weg langs dit kunstmatige meer gaf voldoende doorkijkjes tussen de bomen door, en er waren veel parkeerplaatsen. Ook was er een 'Bikertreffpunkt' maar daar was er druk en vol, en dus niets voor mij.

Bij de stuwmuur stopte ik even, zette de motor op een plekje onder een bordje met 'nicht parken' en ging even een foto'tje maken. Even later, onder aan de muur, werd er nog een foto gemaakt. Daarna weer verder, nu over de Diemelstrasse, de L800. Stadjes en dorpen, bergen en dalen, een fantastische opeenvolgende afwisseling van foto's uit de de mooiste vakantiefolders kwam langs. En na de zoveelste berg wilde ik wel even een foto maken. Maar hoe moest ik dat aanpakken. ?

... bij de stuwmuur  ...
... bij de stuwmuur ...

Normaal is het, dat ik in zo'n geval een vlak stukje weg zoek, en daar de motor neerzet. Maar hier, net over de top van een berg, was geen vlak stuk weg te bekennen. Dus werd een paadje opgezocht, en de motor werd uitgezet. Daarna werd de motor in de tweede versnelling geschakeld en langzaam liet ik de motor tegen zijn versnelling aanrollen. Nu nog het zijpootje uit, en zo stond de "Rode Rakker" toch enigszins stevig, terwijl ik een fotootje maakte, van wat even later Padberg bleek te zijn. Natuurlijk zonder af te stappen, want dat zou wel erg link zijn.

... fotootje ...
... fotootje ...

De weg terug naar Lauenförde liep door Marsberg heen, een oud stadje wat kennelijk veel te doen heeft gehad met (koper) mijnbouw, maar wat ook aardig met toerisme overweg lijkt te kunnen. Het was alleen wel een erg langgerekt stadje, dat Marsberg, met heel veel verkeerslichten. Maar ook daar kwam een einde aan, en na het einde van de bebouwde kom was er weer een rustige weg langs de Diemel, die hier langs de weg stroomde.

Bij Rimbeck volgde ik de weg naar Ossendorf en vandaar verder naar Beverungen. Hier was een stuk weg wat ik deze morgen ook al had gereden, maar verderop, bij Borgentreich was het weer tijd voor nieuwe vergezichten. En vergezichten waren er, het één nog mooier als het andere. Eigenlijk veel te snel was ik weer in Beverungen, waar ik eerst even ging aftanken, zodat we de volgende morgen, bij de thuisreis, meteen een flink stuk kilometers konden maken voordat we weer moesten tanken.

Over het bruggetje over de Weser, een draai, een rechtsaf, en daar was Löwenhertz al weer. Het was rustig, waarschijnlijk waren de meeste gasten nog bezig met het rijden van een tourtochtje. Maar dat kwam me best uit. Met de e-reader en een kop koffie installeerde ik me op het terras, in het zonnetje. Het leven was goed........

En net toen ik een wandelingetje wilde gaan maken in de omgeving kwamen daar Coen en consorten aan, terug van hun tochtje naar het kasteel en andere bezienswaardigheden. Het bleek dat Michael zijn voet had bezeerd, en daar moest wel even rekening mee gehouden worden. Ook al werd er door de patient bij hoog en bij laag beweerd dat er niets aan de hand was, zijn hinkende loop bracht wel wat bezorgdheid over het terugrijden wat de volgende dag zou plaatsvinden.

Na uitgebreid de bezorgdheid over de pijnlijke voet te hebben gedeeld, namen we plaats op één van de zitjes in de park-achtige tuin van Villa Löwenhertz. Daar werden de verhalen uitgewisseld van wat we die dag hadden gedaan en beleefd. Het kasteel was zus, de wegen zo, de hellingen steeds weer anders en het weer fantastisch mooi. Naarmate de drankrekening steeg, steeg ook de stemming, daar op die bankjes in de zon.

Tegen de avond werd een tafel binnen opgezocht, groot genoeg om het hele gezelschap een plaatsje te geven. Het duurde daarna nog wel even voordat het eten klaar stond, het 'Rauberessen' van het weekend, maar toen dat er was, en de eerste lange rij verdwenen was (kennelijk had iedereen tegelijk honger) ging ik ook maar eens een hapje halen. Bij het 'Rauberessen' is het de bedoeling dat je een deel van je goede manieren achterwege laat, want mes en vork worden niet aangeboden, alleen maar een lepel..........

... het 'Rauberessen' ...
... het 'Rauberessen' ...

... alleen een lepel ...
... alleen een lepel ...

Ondanks, of misschien wel dankzij, het ontbreken van mes en vork was het eten weer heerlijk. Gewaarschuwd door mijn ervaring van de vorige avond nam ik bij mijn tweede ronde lang niet zoveel van het lekkers als ik zou willen, maar, helaas, hebberig als dat ik was, was het toch bijna weer te veel. Deze keer slaagde ik erin om mijn bordje netjes leeg te eten. Het was ook zo lekker...........

Na het eten was er tijd voor alweer een drankje, een praatje, en veel luide, ja, zelfs erg luide 'bikermusic'. Het was tot buiten te horen. Gelukkig bleek dat het niet beneden, bij de slaapzaal te horen was, en toen ik ergens na tienen mijn bed opzocht had ik in elk geval geen last van het geluid. Vrij snel viel ik in een diepe slaap, na een dag vol met gebeurtenissen.


Proloog        Heenreis        Motordagje        Terugreis


Terug naar de Motorpagina