Je hebt zo van die ochtenden, dan lijkt de wereld speciaal voor jou geschapen.
Zelfs als je wakker wordt in een halfduistere slaapzaal, waar kennelijk het
merendeel van de bevolking nog slaapt, of in ieder geval die indruk wekt. Dit
was voor mij zo'n ochtend, en zachtjes zocht ik wat kleren bij elkaar, en in
een opperbeste stemming liep ik de trap op, naar de hal van Löwenhertz. En als
ik in zo'n goede, ja zelfs opperbeste stemming ben, dan wil het nog wel eens
gebeuren dat ik zachtjes loop te zingen, en zo ook nu. De koffie stond al
klaar voor vroege ontbijters, en terwijl de kopjes neer werden gezet nam ik er
eentje vanaf, en dat was een uitmuntend begin van de dag.
|
'Ah, du singst' merkte iemand op. Ja, goed humeur en zo. Of ze het erg vond?
'Nein, geh' ruhig weiter' was het antwoord, en na nog wat heen en weer gepraat
ging zij weer aan het werk, en ik de tuin in, om de ochtend te proeven. En de
koffie natuurlijk. Een beetje fris was het, maar met de belofte van een
prachtige dag. Het was nog lekker stil ook, ik was de tweede hotelgast die
buiten was, en had zodoende bijna de hele tuin voor me alleen. Nog steeds met
liedjes in het hart liep ik naar binnen voor een tweede ronde uit de koffiepot,
en werd begroet met “Ah, da ist er wieder, der Singende Hollander!”
|
Zingen of niet zingen, ik had nog een paar foto's te nemen, van de villa, van
de tuin, maar zeker ook van de 'stolperstein' vlak voor de ingang. En toen dat
klaar was werden snel even de motoren geteld die er stonden. En dat waren er
toch net wat meer als honderd. Waar lieten ze al die mensen, vroeg ik me af.
Toch, met een paar slaapzalen als de onze, en nog twee die meer bedden hadden,
ja, dan schiet het lekker op.
|
... stolperstein ...
|
Peinzend stond ik naast mijn CX. Ik wist dat ik voordat ik vertrok de olie
helemaal netjes had bijgevuld. Dat was nu ruim vierhonderd kilometer geleden.
Maar ook wist ik dat deze CX nogal wat olie verliest, waarschijnlijk via een
niet helemaal goede keerring of schakelas bij de koppeling. De vraag van nu:
zit er voldoende olie in, of niet. Zolang ik het niet zou controleren zo ik
het niet weten. En toen bedacht ik me dat de toestand van mijn oliecarter te
vergelijken was met 'Schrödingers kat', eigenlijk dus 'Schrödingers carter'.
Filosofie op de vroege ochtend, het moest niet gekker worden.
|
Maar de 'Zingende Hollander' had trek, en omdat het buffet met het ontbijt
toch al klaar stond werden er broodjes en koffie en sinaasappelsap en nog meer
lekkers opgeladen, en werd er een plekje in de zaal gezocht. En terwijl ik me
daar tegoed zat te doen aan al dat lekkers kwamen één voor één de bewoners van
slaapzaal 'Rudolf' aanschuiven. Tegen de tijd dat ik met een zucht van
voldoening de vork neerlegde, waren de meesten ook aanwezig. Maar zij hadden,
zo begreep ik, alles al ingepakt, en ik nog niet.
|
Dus was het inpak tijd. Het meeste lag al op mijn bed, dus dat was makkelijk
met uitzoeken. De slaapzak werd opgerold en ingepakt, en na een minuut of tien
stonden mijn koffers en tanktas klaar in de gang. Nu moest ik nog wel mijn
consumptie kaart afrekenen, en waar was mijn portemonnee nu gebleven. Die
bleek in de tanktas terecht gekomen te zijn, onder de regenjas en onder de
e-reader. Bij de receptie mocht ik een redelijk bedrag neertellen, maar dat
was altijd nog beter dan de honderd euro die voor een verloren kaart zou
worden berekend.
|
De koffers werden op de CX geladen, de tanktas op de goede plek, de camera
ging weer in het zijvak van de kuip, en het flesje met water werd zoals
gebruikelijk aan de andere kant in het kuipvak geschoven. Toen ik even later
het motorpak aanhad was het bijna tien uur, en dat was de afgesproken
vertrektijd. Maar ondertussen had ik al wel geleerd, dat hoe groter de groep,
hoe meer de vertrektijd verschuift.
|
Er was nog van alles te doen voordat we konden vertrekken. En ook moest er
natuurlijk een foto komen van ons allemaal op de trappen van Villa Löwenhertz.
Een fotograaf werd gevonden door een Duitser van een bankje te plukken, en die
wilde ons wel fotograferen. Nu waren we bijna klaar voor vertrek. Een geknapte
sluiting, een niet goed passende koffer en nog wat van die dingen zorgde
ervoor dat we om elf uur de poort van de villa uitreden, terug naar Nederland.
|
... groepsfoto ...
|
Weer over de brug over de Weser, maar nu naar rechts, helemaal door Beverungen
heen, en daarmee zouden we de haarspeldbochten van de heenreis niet meer
tegenkomen, toch wel jammer. Maar het ontbrak niet aan fraaie vergezichten op
deze weg, en dat was ook wat. Na Hembsen kwamen we weer op de B64, die we ook
hadden gereden op de heenreis.
|
Ik had de TomTom ingesteld op de zelfde route als de heenreis, maar dan in
omgekeerde volgorde. Dat dat niet heel erg handig was bleek al snel, want ik
moest route punt na route punt verwijderen om maar op deze weg te kunnen
blijven. Dat krijg je ervan als je de route punten precies op de juiste
weghelft prikt. Maar toch, we waren onderweg en reden langs dezelfde plekken
en plaatsen als op de heenreis. Kijk, hier was Bad Driburg, daar was iets mee,
maar wat ook al weer?
|
Twee bochten slingerden hier de B74 om de stad en over de berg heen, dat was
wat er was. En dat koste wel even een extra inspanning en een extra stukje
concentratie, want ja, dat zijn nou eenmaal dingen waar ik nog steeds niet aan
gewend was.
|
Na de twee, naar mijn gevoel gigantische bochten kwamen we op een stuk weg
waar we een ongelofelijk uitzicht kregen op, zo leek het tenminste, ongeveer
de helft van Duitsland. Paderborn naderde, en het verkeer werd drukker en
drukker, wat resulteerde in een gevoel van helemaal niet ontspannen rijdend.
En voor de zoveelste keer was de navigatie weer van slag. Dus reden we de
drukke weg af, en stopten, op een zijstraat ergens aan de rand van Paderborn.
|
Dat de route die was ingesteld, het omgekeerde van de heenreis, niet echt
lekker liep dat was wel duidelijk. Ook was duidelijk dat het veel verwarring
veroorzaakte, en daarom werd besloten om het uitzetten van de route nu maar
aan TomTom over te laten. Die kon dat ook heel goed. En omdat we geen van
allen zin hadden in de snelweg, werd aan TomTom gevraagd om een route zonder
snelwegen uit te zoeken.
|
Toen de route op de aanwezige TomToms was ingevoerd, en over het algemeen
dezelfde resultaten produceerde, toen was het tijd om dan maar eens met die
route te beginnen. Door de buitenwijken van Paderborn ging het, in de richting
van Delbruck. Hoewel er op deze route wel wat verkeerslichten zaten, was het
wel een stuk rustiger, en daardoor ook minder vermoeiend.
|
Bij Rheda-Wiedenbruck leek het erop dat we toch weer op een snelweg zaten,
maar een paar kilometer verderop was het gelukkig weer de gewone B64. Wel
begon ik langzaamaan eens te uit te kijken naar een tankstation, maar zolang
er nog genoeg benzine bij iedereen aanwezig was, was er geen probleem. De
TomTom vertelde me dat er over zoveel kilometers een tankstation 'op de route'
lag, en dat zou het moeten worden.
|
Het tankstation lag in de plaats Munster, een plaats rijk aan geschiedenis,
ook Nederlandse geschiedenis. En aan die roemrijke geschiedenis van Munster
werd nu een hoofdstuk toegevoegd, doordat zes Nederlandse motoren, op
doortocht naar huis, hier gingen tanken. Zo heel erg ver van Nederland waren
we niet meer, toch zou de reis tot Ede nog ongeveer drie uur duren. Aan de
tankpauze werd een korte eetpauze toegevoegd, zodat mens en machine er weer
een tijdje tegenaan konden.
|
Het wegrijden bij het tankstation ging wat rommelig. We stonden helaas aan de
verkeerde kant van de weg, en moeten dus oversteken om verder te kunnen
rijden. Op een gegeven moment dacht ik dat er ruim voldoende ruimte was om
over te steken en in te voegen en Stephanie en ik reden weg. Maar de volgende,
Lieke, kwam niet mee en verbaasd stopte ik een eind verderop langs de kant.
Toen ik in mijn spiegel zag dat er weer motoren aankwamen vanaf het
tankstation, reed ik verder. Maar dat was niet goed, want Lieke stopte naast
me en zei dat Coen en Michael er nog niet waren. Nou ja, dacht ik, die kunnen
goed voor zichzelf zorgen, die komen er zo wel weer bij. In mijn spiegel zag
ik al een glimp van Coen's helm tussen de auto's door. Maar nee, er moest
gestopt worden. En toen ik na het verkeerslicht bij een busplaats wilde
wachten, werd er met arm-gebaren aangegeven dat ik moest doorrijden. Ze waren
er al weer. Dan maar verder........
|
Ergens gingen we van de B64 af, en kwamen we op een aantal kleine binnendoor
weggetjes uit, weer eens wat anders na dat toch wel drukke verkeer. Golvend
landschap, zon erbij, en achter TomTom aan naar Nederland. Het kon slechter.
|
Op een gegeven moment, na het plaatsje Lette, kwamen we weer op de B67, waar
we op de heenreis ook al overheen waren gereden. TomTom gaf aan dat het ruim
veertig kilometer was, die we op deze weg moesten rijden. Meer dan een half
uur lang reden we in colonne, met dezelfde niet al te hoge snelheid, en dat
kan best slaapverwekkend zijn, laat ik je dat vertellen. Eindelijk konden we
een afslag nemen, in de richting Emmerich, en dat klonk al bijna als 'thuis'.
In Millingen moesten we wel nog een tijdje wachten totdat de trein voorbij
gekomen was. En dat gaf me de tijd om op de kaart van de TomTom te kijken waar
we nou eigenlijk waren. Het werd langzaamaan een goed idee om ergens te gaan
pauzeren, nu we al ruim anderhalf uur aan één stuk door hadden gereden. Maar
een beetje goede stopplek kon ik niet vinden. Dan maar een eindje doorrijden
en zien wat er komt.
|
Wat er kwam was regen. Regen die zich aankondigde met een diep-donkergrijze
lucht in de richting waarin we reden. Kleine spettertjes, nog niets ergs. Maar
er leek een heleboel water aan te komen, daar in de lucht. Toen we voor een
volgende spoorwegovergang moesten wachten werd me aangegeven dat Lieke
dringend van bril moest wisselen. De zonnebril had in de afgelopen uren goed
werk gedaan, maar nu het zo donker werd was het bijna niet meer te rijden.
Nadat de trein was gepasseerd schoot ik zo snel mogelijk een zijstraat in, om
even te stoppen.
|
Nog geen tel nadat we stilstonden begon het echt goed te regenen. Niet een
beetje, maar een flinke bui kregen we over ons heen. Ik heb bijna altijd de
regenjas in de tanktas, en ook deze keer had ik die jas vlug te pakken, en
aangetrokken. Anderen hadden minder geluk, want het kost wel wat tijd om een
inrits-jas uit de topkoffer te halen, deze in de motorjas te ritsen en dan
alles weer aan te trekken, en dat terwijl de regen met flinke hoeveelheden
naar beneden viel.
|
Lieke had in de tussentijd de zonnebril weggewerkt, en toen het er op leek dat
de regen minder werd, was het tijd voor een snel overleg. Langs de binnendoor
wegen zou het nog vijf kwartier duren voordat we in Ede waren. Via de snelweg
net aan twee kwartier. We keken elkaar eens aan, en het werd snelweg. Maar
amper onderweg of de regenbui van daarnet kwam nog eens over ons heen, en
juist toen we de snelweg wilden opdraaien begon het echt te regenen. We
dachten dat het al erg was, maar het kon nog erger. Op de A12, die daar in
Duitsland nog '3' heet, was er bijna geen hand voor ogen te zien. Samen met
Stephanie wist ik goed in te voegen in het verkeer. De volgers kon ik door de
heftige regen niet zien, dus de keus was: doorrijden met niet al te hoge
snelheid, zoals we steeds hadden gedaan. Ik reed weer langs de middenlijn,
Stephanie schuin rechts achter me.
|
Terwijl de regen wat minderde hield ik goed mijn spiegels in de gaten, en ja,
daar kwam een motor aan. Maar in plaats van Coen of Michael die ik min of meer
verwachtte, was het Chantal die me duidelijke maakte dat we zo snel mogelijk
moesten stoppen. Op de snelweg? Nee dus, dan maar op de eerste de beste
stopplaats. En dat was parkeerplaats Aalburgen. Toen we stilstonden was de
regen grotendeels verdwenen. Toch maar eens informeren wat er aan de hand was.
Het bleek dat Lieke door de hevige regen van een paar minuten geleden amper
wat had kunnen zien, en dat is op een snelweg niet echt prettig. De
Silverwingkuip van haar GL hing kennelijk net iets anders als de Polaris van
mijn CX, en dan kun je het regenwater precies op je vizier krijgen. Deze
onverwachte stop gaf ons wel de gelegenheid om even de zes ooievaars te
bewonderen, die zich niets aantrokken van regen of wat dan ook, en statig in
het naastliggende weiland bezig waren met wat ooievaars dan ook bezig mag
houden.
|
... het naastliggende weiland ...
|
De regen was grotendeels verdwenen, en de lucht in de richting waar we naar
toe wilden, het westen, was een flink stuk helderder dan de lucht in het
oosten. We gingen het goede weer tegemoet, hoe nat we nu dan ook waren.
Opstappen, en verder maar weer. Zo heel erg ver was het ook niet meer, en de
weg was hier bekend. We bleven met de aangepaste snelheid van ongeveer 80 of
90 rijden, tot aan de afslag Ede-Oost. Het laatste stukje ging naar het
tankstation 'De Haan' waar ik afscheid nam van mijn medereizigers. Michael en
ik waren bijna thuis, Coen, Lieke, Stephanie en Kaithlyn moesten nog verder,
en Chantal moest nog een heel eind verder.
|
Vlak voor zes uur zette ik het contact van de "Rode Rakker" af, achter het
huis op zijn eigen parkeerplekje. Het was een indrukwekkend weekend geweest,
met veel zon, veel regen op het laatst, veel vergezichten en veel op- en neer
wegen. Met veel eten ook.
|
Het waren ook veel kilometers geweest. Maar misschien was het ook de laatste
lange rit van dit jaar........
|