Terug naar de Motorpagina


Het Engelse treffen 2017 / Dag 1

Hoe ik op zoek ging naar mijn grenzen, en er pardoes over struikelde

Dag 1        Dag 2        Dag 3        Dag 4        Dag 5


Proloog
In 2007, ik was nog geen jaar her-opstapper, was er een CX-club treffen van de Engelse club in Kent, in Engeland. Op dat moment vond ik dergelijke avonturen nog zeer avontuurlijk, en helemaal niet voor mij weggelegd. Maar om de een of andere reden wilde ik even kennismaken met twee 'Kent-gangers', wat er uiteindelijk in resulteerde dat mijn 'Rode Rakker' werd uitgeleend aan 'knipperlicht' Frans, die er mee naar Kent zou rijden. Dat ging niet door. Frans en Henk kwamen samen die avond op mijn CX terug, wegens een vastloper van Henk's CX, ergens in België.

De jaren verstreken, Vechta in Duitsland en SJK, het Nederlandse CX treffen werden toegevoegd aan mijn ervarings lijstje. Een indrukwekkend reis naar Santiago de Compostella werd ondernomen, en na een jaar of tien voelde ik me al weer een hele motorrijder. Duitsland en Frankrijk waren ook geen vreemde landen meer. Alleen dat Engeland, dat bleef een tikje onbereikbaar.

Eind 2015 maakte ik plannen voor een bezoek aan het Engelse treffen in 2016. Wegens andere prioriteiten ging dat niet daar, maar in 2017 moest het wel kunnen. Via het forum van de Dutch Honda V-twin club werd een oproepje geplaatst, en ook Frans (een andere Frans als de eerste keer) wilde Engeland wel eens verkennen op de CX. Frans had ook een CX, en ook een rode, en ook een rode kuip weten te bemachtigen. Het leek bijna wel een tweeling motor van mijn eigenste 'Rode Rakker' te zijn, ware het niet dat zijn CX er beduidend verzorgder en glimmender uitzag dan mijn motortje. Maar goed, de tweeling CX-en gingen naar Engeland........

Bij de Stena-Line werden tickets geboekt voor de nachtboot. Het treffen in Engeland zou plaatsvinden nabij de plaats Tewkesbury, aan de rivier de Severn. Om daar te komen via de kanaal-tunnel zou een reis van ruim 720 kilometer zijn, bijna 8 uur lang. Zo'n reis moet echt wel onderbroken worden door een overnachting ergens. De kosten voor de overnachting, benzine, en de tunnel afgezet tegen de kosten van de nachtboot vielen nadelig uit voor de boot. Maar een goede nachtrust, geen gedoe op een camping en een route die de M25 bij Londen vermeed deden mij besluiten om dat toch maar te doen. Gelukkig was Frans, die vaker in Engeland was geweest, het daar mee eens. Vooral het vermijden van de M25 vond hij wel een goed idee. In tijd was het een paar uur langer, in kilometers enkele tientallen kilometers korter.

Vertrek naar Engeland
Om 18:00 vertrokken we die donderdagavond vanuit Ede. De zon scheen, het weer was prachtig, en de motor deed het prima. Maar het was wel een gewone donderdag avond, met de gewone verkeersdrukte en dus ook de gewone file's op de weg. Staan blijven in de file, met een watergekoelde CX doet de temperatuur meter langzaam maar zeker oplopen. Dus werd er langzaam tussen de rijen auto's doorgereden, totdat er weer een beetje ruimte was. Verder maar weer.

... vertrokken we ...
... vertrokken we ...

Ook bij Rotterdam/Schiedam, op de A20 stond een aantal files. Een bestuurder van een nogal luxe auto keek opzij, zag mijn zijdeksel en moest lachen. Ik ook, want hij was nu voldoende afgeleid, en zag niet dat er voor hem voldoende ruimte was gekomen om verder te rijden. Beetje gas geven, en de 'Rode Rakker' stond weer wat verder. Eenmaal voorbij de plek waar zwaailichten een rijbaan hadden afgesloten schoot het wat beter op. Langs Maassluis, over de dijk, naar Hoek van Holland. Het was minstens dertig of vijfendertig jaar geleden dat ik hier voor het laatst geweest was, om mijn tante naar de boot naar Engeland te brengen.

Terwijl we het terrein van de Stena naderden zag ik in de verte een schip liggen. Dat moest wel de 'Britannica' zijn. Even schrok ik, want dat ding was wel erg groot. Stug doorrijden dan maar, en net doen of er niets aan de hand was. Bij het Stena incheck loket kreeg ik twee tickets: een voor de hut, de ander voor het ontbijt. De paspoort controle iets verderop verliep zo mogelijk nog sneller. En zo reden Frans en ik nu op het schip toe. We waren niet de eersten, maar zeker ook niet de laatsten. Een Stena man wenkte ons dat we mochten doorrijden en dat deden we dan ook.

De oprij platen van deze schepen zijn, wat mij betreft althans, een stel rotdingen. Op de stalen platen waren schuine ribbels gelast. Waarschijnlijk gaf het lekker veel grip aan autobanden, maar voor een motor was het niet leuk. Gewoonlijk, als ik erg langzaam rij, rij ik met voeten vlak boven de grond. Hier resulteerde dat in flinke klappen tegen mijn voeten, en was ik gedwongen om de voeten op te tillen, en langzaam naar boven te rijden, zonder mogelijkheid om snel even de voet aan de grond te zetten als het erg wiebelig wordt. Zo gauw het kon zocht ik een plekje op waar ik kon rijden zonder die rot-ribbels.

We werden naar een plek voor motorrijders gedirigeerd. We waren niet de eersten, maar er was ruimte genoeg. Met de aanwezige spanbanden werden de motoren vastgezet. Stena adviseert om de motor op de zij-poot te laten staan, en dan met een enkele spanband vast te zetten. Frans had een beter idee, zette de motor op de midden-standaard, en gebruikte drie spanbanden, waarvan eentje om de middenbok te zekeren aan het voorwiel. Die kon geen kant meer uit.

... gebruikte drie spanbanden ...
... gebruikte drie spanbanden ...

De hutten werden opgezocht, en ik werd aangenaam verrast, maar ook een beetje onzeker, als ik merk dat ik een vijf-persoons hut op dek 11 helemaal voor mezelf alleen heb. Straks toch maar even controleren of het allemaal wel klopt. Voor nu ging het pak uit, de schoenen werden opgezocht en de nodige papieren en andere zaken bij me gestoken. Nu naar dek 9, waar de openbare ruimtes waren. En daar was een service balie. Dus toch maar even vragen of die vijf persoons echt helemaal voor mij alleen was. En dat was 'ie, gelukkig.

Frans zat er al, aan het raam, de gebeurtenissen buiten te bekijken. In een haven is altijd van alles te doen, zelfs 's avonds laat. Ook werd het achterdek nog even bezocht, waar we een ruim uitzicht hadden over Hoek van Holland en de waterweg. Maar het was koud op het achterdek, het was al laat aan het worden, en ik wilde eigenlijk wel mijn bed op zoeken. Het is een goed schip, die Stena Britannica. Na een opfrissende douche schoof ik het bed in. En niet heel veel later was ik in slaap gewiegd door het brommen van de motoren en de rustige gang van het schip.

... een ruim uitzicht ...
... een ruim uitzicht ...




Dag 1        Dag 2        Dag 3        Dag 4        Dag 5


Terug naar de Motorpagina