Terug naar de Motorpagina


Het Engelse treffen 2017 - Dag 2

Hoe ik op zoek ging naar mijn grenzen, en er pardoes over struikelde

Dag 1        Dag 2        Dag 3        Dag 4        Dag 5


Naar Tewkesbury
Rond een uur of vier werd ik ergens van wakker, er was iets anders, maar ik kon er niet de vinger opleggen. Ik viel bijna weer in slaap toen ik dacht een zachte bons te horen of te voelen. En daarna kon ik niet meer in slaap komen, dacht ik. Maar het was nog geen vijf uur volgens het klokje aan de wand toen ik weer wakker werd. Dan maar kijken wat er buiten te zien zou zijn. En buiten was Engeland te zien. Het uitzicht bestond niet uit een zee, of een vage kustlijn, maar het was een druilerig en zeer somber Harwich-haven wat daar was. Het zag er koud, nat en somber uit. Engels weer, ongetwijfeld.

... druilerig en zeer somber Harwich-haven ...
... druilerig en zeer somber Harwich-haven ...

Juist met het Engelse weer in gedachten had ik een thermohemd meegenomen. Weliswaar had ik dat in de linker zijkoffer op de motor zitten, en daar kon ik nu even niet bij. Maar voordat we weg zouden rijden zou ik dat nog wel even aantrekken, besloot ik. Nu eerst op zoek naar een ontbijt. En dat was eenvoudig te vinden in het restaurant voorop dek negen. Ik gaf mijn bonnetje af, en even later kon ik mijn bordje volscheppen met van alles en nog wat. Brood en ei en kaas en nog veel meer, afgerond met een kop koffie en een beker sinaasappelsap.

Ik zocht en vond een plekje, vanwaar ik de ingang een beetje in de gaten kon houden, en begon aan het ontbijtje. Niet veel later kwam Frans er ook bij zitten. Hij vertelde dat hij meestal met de dagboot ging, en dan eigen brood meenam, want aan boord was het wel erg duur. Dat was ook zo, maar ik vond het ook wel erg lekker, en vooral makkelijk.

Langzaamaan werd het ontschepingstijd. Ik ging mijn spullen halen en nam de lift naar beneden. Op dek 11 was de lift nog niet echt vol, op dek 10 kwamen er al heel veel mensen bij. Ik zag Frans achteraan de menigte staan en zich omdraaien, hij zou de trap wel nemen, dacht ik. Beneden, op dek drie, kon ik de motor snel terug vinden. Wel waren er veel, heel veel andere motoren bij gekomen, en stond mijn CX-je nu flink ingebouwd tussen van alles en nog wat. Het losmaken van de spanband lukte, en het aantrekken van het warme thermohemd was ook zo gedaan. Jas aan, en ik was klaar om te vertrekken.

Zo vlot ging dat niet, maar goed, dan kon ik even de motorrijdster achter me helpen, met het losmaken van de spanband over haar Ducati. En nee, de meneer met de fiets moest maar even wachten totdat ik weg was. Die koffers haalde ik echt niet weg omdat ze hem in de weg hingen. Uiteindelijk was er ruimte om weg te rijden. Weer over die rottige hobbels heen, naar een ronde afrit, een torentje waar we al draaiend en draaiend steeds hoger kwamen, en later een lange afrit. Ik moest wel oppassen voor de fietsers, de auto, de motor vlak voor me en vlak achter me, en binnensmonds mopperend kwam ik bij de douane.

... zo vlot ging dat niet ...
... zo vlot ging dat niet ...

'Remove helmet', stond er. Dat moest dan maar. De helm werd afgezet en voor me op de tanktas gelegd. Ook de handschoen werd uitgedaan en het paspoort grijpklaar gelegd. Toen ik aan de beurt was, werd er het een en ander gecontroleerd, en kennelijk bleek dat ik ongevaarlijk was en mocht ik het Verenigd Koninkrijk betreden. Maar eerst werd, vijf meter verder, de helm en handschoen weer ordentelijk op de juiste manier geplaatst. En dan achter Frans aan, Engeland in.

Frans had me al verteld: In Engeland rijden gaat best goed, gewoon de meute volgen. Dus dat deden we dan ook. Al snel waren we Harwich uit, en op de A120. Ik had aangegeven dat ik de 'M' wegen, dus de snelwegen, voorlopig even wilde vermijden, dus deze 'A'-weg, te vergelijken met een autoweg in Nederland, was een goede keus, vond ik. Maar nog geen tien kilometer buiten Harwich werd een rotonde plotseling voor driekwart rond gereden en kwamen we, tot verwarring van mijn TomTom, op een kleinere weg uit. Het was helemaal geen verkeerd soort weg om over te rijden, met veel heuveltjes en leuke uitzichtjes, maar ik snapte niet hoe de TomTom van Frans, een nieuwere met nieuwe kaarten, dit nou de beste weg vond. Het zal wel net een halve kilometer korter zijn geweest of zo, en dan doet zo'n TomTom dat gewoon.

Twintig kilometer verder, bij Ipwich kwamen we op de A14 uit. Een 'dual carriage way' zoals dat hier heet. Bijna een snelweg, met twee maal twee rijstroken, en een maximum snelheid van 70 ml/u oftewel 113 km/u. Dat begon lekker op te schieten. Wel begon Frans uit te kijken naar een tankstation, een 'service', waar getankt kon worden, en het liefst ook voorzien van een geldautomaat om zijn schaarse contanten aan te vullen. Zeventien kilometer verder stond er eentje aangegeven.

De A14 werd verlaten, en zo kwamen we op een rotonde uit. Maar een ingang naar het 'service' werd niet zomaar gevonden. Naar mijn gevoel reden we zeker twee rondjes voordat het duidelijk was waar de ingang naar 'service' was. Maar toen kon er getankt worden. Het leek me wel een goed idee om ook te tanken, al was het niet helemaal nodig. Maar nu hadden we in elk geval beide een volle tank, en aangezien de beide motoren vrijwel hetzelfde verbruik hadden, die van Frans was nog net wat zuiniger dan de mijne, konden we beiden weer een heel eind rijden.

Via de rotonde werd de A14 weer bereikt. Het lijkt wel of ze in Engeland gek zijn op rotondes. Maar goed, ik begon al een beetje te wennen aan het over de rechterschouder kijken, en vooral goed in de rechter spiegel kijken. Op de A14 koos Frans positie achter een vrachtwagen. Ik heb tenslotte de reputatie dat ik rustig, ja, langzaam rij. En het ging ook best rustig zo, en kilometer na kilometer naderden we dat nog steeds verre Tewkesbury, wat achter de horizon moest liggen.

Wat er voor de horizon lag was een heel ander verhaal. De sombere lucht die ons in Harwich had begroet bleef somber. Heel soms was het wat minder somber, met een glimmering van half vermoed zonlicht, maar grotendeels was het weer van het naargeestige en koude soort. Het Engelse land zag er helemaal niet aantrekkelijk uit onder dat dikke grauwe wolkendek. En ook begon het te miezeren.

Een paar kilometers verder hield Frans het even voor gezien. Eerst maar even bijkomen, vond hij, en langs de weg, in de buurt van Cambourne, vond hij een 'service' waar we even konden rusten, en iets drinken. En misschien hield het miezer-regentje wel op, en was het verderop droog. Met die goede gedachten stapten we weer op, verder, want Tewkesbury was nog ruim honderdvijftig kilometers ver.

En toen ging het bijna fout. Terwijl Frans wegreed keek ik, geheel gewoonte getrouw over mijn schouder. Toch onhandig, dacht ik, dat we nu aan de verkeerde kant van de weg stonden, maar er kwam even geen verkeer aan, ik kon zo oversteken naar de rechter weghelft. Vlak voordat ik wegreed, op weg naar de rechter weghelft, kreeg ik het door... Ik ben in Engeland, ik sta aan de goede kant van de weg.....

De regen hielt niet op. Ja, soms, heel eventjes, maar het bleef nat en somber. En dertig kilometer verder, bij een tankstation langs de weg, bij Marston Moretaine stopten we. Frans had een nieuwe regen-overal gekocht, en het was nu echt wel tijd om deze aan te doen. Het was inderdaad niet helemaal droog, en er leek nog wel meer water in de lucht te zitten, dus ik viste ook snel mijn regen spullen uit de tanktas. Nu konden we er in elk geval weer tegen.

We naderden Milton Keenes, een vrij grote stad. De A421, waar we al geruime tijd op reden, slingerde zich door die stad heen. En wat ik eerder zei over rotondes geld dubbel voor Milton Keenes en omgeving: gedurende de acht kilometers door de stad waren er maar liefst 18 rotondes.

Bij Stow-on-the-Wold verlieten we de A436 om iets verder op de B4077 verder te rijden. Een mooie weg, ware het niet dat het ook hier van tijd tot tijd regende. Maar het ging wel langs leuke Engelse huisjes, door een Engels landschap, wat zo uit een documentaire zou kunnen komen. Bij het gehucht Ford werd even een verkeerde afslag genomen, maar dat werd opgelost door gewoon om te draaien. Dat resulteerde erin dat ik vanaf dat moment even voorop reed.

We vervolgden de B4077 naar Stanway. En een B-weg hier was soms ook echt een B-weg. Deze B4077 kronkelde zich lieflijk over heuvels en langs bossen, maar was ook ontzettend vuil, met steenslag, modder, takjes en weet ik veel wat nog meer. Voeg daarbij nog de nattigheid van de regen en het was geen wonder dat Frans bij Stanway, waar een scherpe linker bocht in de weg zit, tot stilstand kwam in de rechter berm. Beter dat, dan toch proberen die bocht te nemen, met een mogelijk minder fijn gevolg.

Alles bij elkaar genomen kwamen we wel steeds dichter in de buurt van Tewkesbury. Zo af en toe stond het al aan gegeven op de wegwijzers. Toch, voordat we daar zouden komen moest er nog wel een keertje getankt worden. Dat werd gedaan bij de Alderton Garage. Daar werd ook de regenkleding weer opgeborgen in de tassen en koffers. En het is één ding om je regenkleding, thuis netjes ingepakt uit je koffer te halen, het is iets heel anders om dat spul onderweg weer in je koffer te krijgen.

En eindelijk reden we Tewkesbury binnen. Mijn TomTom gaf aan: rechtsaf, dus dat deden we dan ook. Maar wel moesten we even wachten op tegemoetkomend verkeer. En toen de weg vrij was, trok ik op, de bedoelde weg in, bijna tegen de auto op die daar voor het verkeerslicht stond te wachten. Oh ja, bedacht ik me: links uitkomen, links !!

De TomTom van Frans stuurde ons via een landweggetje en heel erg veel kronkels door een woonwijk naar de hoofdstraat van Tewkesbury, En na nog wat onduidelijk draaien en bochten kwamen we eindelijk bij de brug over de Severn. Linksaf, en nu kon het toch niet zo heel erg ver meer zijn. De wegwijzers gaven het al aan: 'Lower Lode Inn' , die kant uit.

Een lange kronkelige weg was het laatste stukje wat we naar de 'Lower Lode Inn' moesten afleggen. En toen we daar waren was het wel even zoeken naar een ontvangst comité. We werden verwelkomt en de plek waar de tenten mochten komen werd aangewezen. Het was, ondanks alles, toch een warm welkom, want de laatste twintig of dertig kilometer had de zon geschenen, en liep de temperatuur flink op.

... Lower Lode inn ...
... Lower Lode Inn ...

Ik had aangegeven dat ik al een tijdje last van mijn rug had, en daarvoor 's avonds eventjes een kwartiertje op een warmte kussentje ga liggen, om de rug te ontspannen. En speciaal voor mij was er ergens vandaan stroom geregeld zodat ik voor het slapen even een warm plekje kon maken voor mijn rug. Ook konden de telefoon en andere dingen worden opgeladen. Maar voor mij was een warm plekje voor de rug toch wel het belangrijkste.

De motor werd afgeladen, de tenten werden opgezet en de stroom werd aangesloten. Dat ging niet in één keer goed, ondanks de reis stekker die ik had, maar met wat hulp van Frans kreeg ik het toch voor elkaar. Daarna was het tijd om eens te kijken waar we nou eigenlijk beland waren, en wat er te doen was. Ook de beloofde 24/7 koffie of thee was erg aanlokkelijk. Maar de koffie/thee was er niet, klein foutje in de organisatie.

Wat er wel was was Fritz. Samen met Marian was hij vanuit Duitsland per CX650/CX500 op tour door Engeland. Ze verbleven niet op het terrein van de 'Lower Lode Inn' maar hadden een hotelkamer in de stad. Doch hun Engelse tour was, een paar kilometer voor Tewkesbury, tot een plotseling en luidruchtig einde gekomen, toen de nokkenaskettingspanner van de CX650 het onder luid gerammel het begeven had.

En toen? Toen was er iemand van de CX/GL club met een busje gekomen, toen waren de ontbrekende onderdelen opgespoord, toen was Fritz op het terrein van de 'Lower Lode Inn' begonnen met demontage en reparatie van zijn motorblok. Het juiste gereedschap werd gebracht, en de juiste aandraai momenten werden opgezocht, en de geconcentreerde CX/GL kennis ter plekke gaf adviezen en stak de helpende hand toe. Het enige, zo hoorde ik toen ik stond te kijken, wat er niet was, was een setje voelermaatjes om de kleppen goed te stellen. Misschien zouden die morgen komen. Maar ik sleep altijd dingen mee die echt niet nodig zijn, en dus had ik een setje voelermaatjes in de tas zitten. Weer een probleem opgelost.

Zes of zeven uur nadat Fritz begonnen was met de demontage zat de 650 weer in elkaar. Het grote moment was de druk op de startknop. Twee, drie seconden duurde het, maar toen liep de motor weer als een zonnetje, onder applaus van de aanwezigen.

... toen liep de motor weer als een zonnetje ...
... toen liep de motor weer als een zonnetj ...

Die avond probeerde ik wat eten te bestellen aan de bar. De 'Lower Lode Inn' heeft een goede keuken, zo zei men, dus proberen maar. Maar het uitzoeken van iets van de kaart, in de drukte die er was was net teveel voor me, en ik schoot in de stress. Met moeite wist ik wat te bestellen, en toen plofte ik neer, met een glas water, in een hoekje. Het duurde even voordat het eten werd gebracht, wat mij weer de tijd gaf om een beetje bij te komen.

Na het eten, het was al vrij laat, dronk ik nog een cola, maar ik vond het al gauw een mooie tijd om de slaapzak op te zoeken. Het was een enerverende dag geweest, vol met nieuwe indrukken, links rijden, Engels spreken, zorgen dat ik wist waar wat was, nee, hoog tijd om te gaan slapen.

Het mag kinderachtig klinken, maar ik weet dat mijn slaapzak niet de allerbeste, en zeker niet de allerwarmste is. En daarvoor had ik een kruik meegenomen. Die werd gepakt, en in de toiletruimte van de 'Lower Lode Inn' met heet water gevuld. Terug in de tent werd de kruik aan het voeteneind gelegd, en toen ik in de slaapzak schoof, met mijn voeten bij de warme kruik en mijn pijnlijke rug op het warmte kussentje, ja, toen begon het toch wel minder onaangenaam te worden in mijn tijdelijke onderkomen. Ik moest er alleen voor zorgen niet in slaap te vallen, met dat dekentje nog aan, want dat kan nog lelijke brandwonden opleveren, zoveel hitte op zo'n klein oppervlak. Maar uiteindelijk was mijn rug ontspannen, en kon het dekentje uit, en met de kruik dicht tegen me aan lukte het om in slaap te vallen. Elke keer dat ik wakker werd, en merkte dat het toch wat kouder was, werd de kruik met nieuw warm water gevuld. Zo kon ik deze koude nacht vrij aardig doorkomen.




Dag 1        Dag 2        Dag 3        Dag 4        Dag 5


Terug naar de Motorpagina